2020 is het jaar van de fonkelnieuwe hardtails. Met het oog op de olympische spelen in Tokio hebben diverse merken iets nieuws klaar staan. Tokio staat in de ijskast. Jammer, maar die fietsen komen gewoon op de markt. Zo ook deze vernieuwde Trek Procaliber.

Introductie

Hoewel de focus bij alle grote merken puur op volledig geveerd ligt, kunnen ze niet zonder hardtail. Daarom, een revamp van de Procaliber. Niet lichter, geen claims over stijfheid. Wel moderner. Makkelijker in onderhoud en vol slimme verbeteringen. De Procaliber is een koersfiets. Een offroad koersfiets. Gemaakt om te racen. Kort door de bocht, onderdoor duiken en de finish kunnen ruiken. We kregen het topmodel mee voor een kennismaking. Geen vlaggenschip met draadloze schakeling en exclusieve wielset. Nee, een XT groep en middenklasse vork. De 9.8 versie van de Procaliber verklapt hiermee direct hoe Trek inmiddels tegen deze categorie fiets aan kijkt.


Een koersfiets zei u?

Frame

De Procaliber is een model dat al jaren meedraait. De afgelopen modeljaren als carbon fiets met vernuftig ‘comfortsysteem’ in de zitbuis verwerkt. Isospeed heeft de verbinding tussen staande en liggende buis onder de zadelpen. Het geheel geeft de zadelpen meer flexibiliteit en hierdoor de berijder meer comfort dan de concurrentie. In deze drukke tijden van nieuw geïntroduceerde fietsen test ik de Procaliber 9.8 in dezelfde periode als andere tophardtails en gravelbikes zoals de kortgeleden gelanceerde Canyon. Een rechtstreeks vergelijk daarmee lees je binnenkort in het magazine. Wel kan ik alvast verklappen dat het hele Isospeed gebeuren absoluut merkbaar is wanneer je van een bikkelharde racebike afkomt zoals de Exceed is.

Qua looks oogt de fiets niet veel anders dan zijn voorganger. De bovenbuis is wat fraaier vormgegeven. Ook is een voorderailleur passé. Daarvoor in de plaats krijg je extra vrijheid rondom de banden. Tot 2.4 inch breed is mogelijk. Ben je kort van stuk en heb je een maat S nodig? Dan kun je vanaf nu twee bidonhouders monteren. Ook is de bovenbuis nu licht geknikt om de standover-height te verlagen. Makkelijker op én afstappen.

Meer goed nieuws uit het kamp van de techneuten. Een Sram UDH derailleurhanger is gekozen. Perfecte keus als je het mij vraagt. Als zo’n zelfde standaard nu ook bij balhoofdlagers of brackets zou worden toegepast wordt de wereld een stuk eenvoudig. Over brackets gesproken. Een Pressfit 92 model met passing voor BB30 lagers is gekozen. Vooral om het gewicht zo laag mogelijk te houden. Persoonlijk denk ik dat iedereen die vijf gram graag voor lief neemt en een bracket met schroefdraad in de plaats ziet. Makkelijker en beter op de lange termijn.

Bekijken we de kabelrouting dan heeft Trek wel voor gebruiksgemak gekozen. Volledige tunnels zijn in de buizen gelamineerd. Een kabel steek je nu zonder vissen en zoeken door het frame. Geen magneten, geen gedoe. Thank God!

Geometrie

Als het om hoeken en maten gaat, is de nieuwe Procaliber bijna een clone van de -met 60 millimeter achtervering uitgevoerde- Supercaliber. Dit houdt in dat de reach een kleine centimeter is gegroeid. Ook de balhoofdhoek is een likje schuiner en de zitbuis een tikkie steiler. Allemaal kleine verschillen. Geen reuzensprongen met zevenmijlslaarzen. Een behouden frame waarmee iedereen vooruit kan. Hardtails zijn op papier gewoon geen big business meer. Dat zien we bijvoorbeeld doordat Trek geen topmodel met bijbehorende top-specs levert. Ook is de Procaliber niet meer in custom project-one kleuren leverbaar. Heb je graag iets unieks? Dan ben je aangewezen op de Supercaliber. Juist daarom kiest Trek ervoor een allemans vriend te maken. Een zo breed mogelijke markt aanspreken. Rijders met een meer bescheiden budget. Maar ook renners die het rappe gevoel van een hardtail boven een fully prefereren.

 

Onderdelen

Onze testfiets, de 9.8 versie kost €3499. Hiervoor levert Trek een volledige XT groepset van Shimano. inclusief remset en schijven. Trek kiest in deze uitvoering voor een e*thirteen TRS Plus Carbon crankset. Mooi, dat is weer eens wat anders. Een chique verschijning in een markt gedomineerd door Sram en XT crankstellen.

Qua wielen moeten we het doen met Bontrager Kovee Elite 30. Bepaald geen schande. Trek’s eigen wielen met 30 millimeter brede velgen en onderhoudsvriendelijke naafset met heerlijke ratel draagt bij deze fiets voor een groot deel bij aan de rij-eigenschappen. Belangrijk om te vermelden. Trek levert vanaf nu bij alle modellen standaard tubeless velglint en sealant mee. Even wat vloeistof in de band en klaar. Een binnenband heb je enkel nog nodig om thuis te komen bij een pech geval.

De Fox Stepcast 32 Performance vork had ik graag gezien met een iets luxer binnenwerk dan de gekozen grip versie. Nu zijn de instellingen van een vork nogal persoonlijk, maar de Grip cartridge heeft de onplezierige eigenschap snel ver in zijn vering te duiken wanneer je uit het zadel komt. Niet mijn kopje thee.

Het bos in

Het zal je niet ontgaan zijn dat deze fiets 29 inch wielen heeft. Dat was al even zo in deze grotere maat L. Nu is dat ook zo in de kleinste maten. Ook belangrijk om te weten: Trek brengt de Procaliber in maat XXL. Ideaal voor het lange volk wat we zijn. De specifieke WSD damesmodellen zijn niet meer beschikbaar. Trek kiest voor een meer unisex aanpak. Iets wat bij dit type fiets prima moet kunnen.

Na een kort instelrondje zijn we vertrokken. Eerst in het midden van het land, later in het zuiden op mijn eigen bekende paden. De fiets voelt vrij snel vertrouwd. Zoals we er al meer tussen de benen hebben gehad. Het is flink hobbelen geblazen. Een paar keer lucht aflaten zorgt voor een gigantisch verschil in rij-ervaring. De 2.2 inch brede Bontrager XR2 Team Issue banden rollen hartstikke lekker en voelen als een kopie van Specialized Renegade banden. Veel grip, weinig rolweerstand en een flinke bolle vorm. In de bochten rolt het geheel lekker door. Trek is duidelijk in de omschrijving van de doelgroep van deze fiets: ‘It’s a racebike’. Dat doen we er dan ook mee. Niet met een rugnummer, dat kan nog even niet. Wel virtueel. Kommenjacht in de achtertuin. Mijn benen zijn de beperkte factor, de fiets doet zijn werk prima. Wel moet ik eerlijk toegeven dat de ‘wow-factor’ bij deze fiets een beetje ontbreekt.

Het snelle racegevoel waarbij ik sprintend de bocht uit kom zoals een Supercaliber dat wel direct voor elkaar krijgt, blijft achterwege. De fiets voelt solide, stuurt goed, en doet zijn werk precies zoals hij het moet doen. Maar niet meer dan dat. Ik begrijp wel waarom er geen zeer-kostbare topversie is. Wanneer je dusdanig veel geld aan een mountainbike uitgeeft in 2020 dan kies je voor de Supercaliber. Niet voor deze meer conventionele bolide. Het blijft een hardtail, en dat hobbelt. Met of zonder Isospeed.

Inmiddels zit mijn ronde erop. Ik klok af en zie tot m’n verbazing dat de tijden er niet om liegen. Het gevoel mag dan wel minder ‘snappy’ zijn. Minder snel en uitdagend. Hard rijden kun je er mee, dat is zeker! Standaard word de Procaliber geleverd met een 34 tands tandwiel. Voor de bankdrukkers en stratenmakers kan er maximaal een 36 gemonteerd worden.

Conclusie

De Procaliber is klaar om weer een seizoen of drie mee te draaien in een langzaam krimpende markt. Met een kleine glazen bol voorspellen we dan ook dat de ‘it’s a racebike’ langzaam plaats gaat maken voor luxe toerfiets. Carbon word steeds betaalbaarder en daarmee word een goedsturende hardtail als deze vooral interessant voor de starter met flinke beurs. Niet voor niets is de Procaliber er nu al in 9.5 versie met Judy SL vork en Shimano Deore. Kost je €1799 en dan heb je een heel mooi compleet fietsje.