Maandag 15 oktober, de eerste avond van de Zesdaagse van Amsterdam. Een van de hoogtepunten is de dernykoers. Het geraas van ronkende motoren en de uitlaatgassen die zich als grijze wolken verspreiden over het Velodrome.

Bij binnenkomst wordt een mooi geïllustreerd magazine aangereikt. Met daarin een deelnameformulier. Voor het voorspellen van de winnaar vanavond achter de derny in serie 2. Er kan gekozen worden uit zeven renners. Hun hoofden zijn te zien op de voorkant van de inwerpdozen. Melvin Boskamp komt er alleen wel bekaaid vanaf. Zijn gezicht is blijkbaar zoek. Hij moet het alleen doen met zijn achternaam.

Naast de doos van Boskamp prijkt het hoofd van Michael Vingerling. Zijn fiets staat op het middenterrein startklaar. Mecanicien Barend Huveneers is op zo’n avond vooral bezig met het vervangen van wielen en het veranderen van het verzet. Hij legt uit: “Achter de derny wordt het zwaarste verzet getrapt. Op de eerste avond is dat 52 voor en 14 achter. Op de derde of vierde avond, als de renners op hun best zijn, komt er meestal een tandje van voren bij. De renner geeft zelf aan wat voor verzet hij wil. Als hij twijfelt dan moet hij niet voor de 53 gaan.” Hij staat er ontspannen bij. Huveneers hoeft alleen maar de twee fietsen van Vingerling te onderhouden. Zijn jonge buurman is wel druk in de weer. Huveneers: “Hij is de mecanicien voor de vier renners van Vacansoleil.” Lachend: “Maar ik help hem wel hoor. Af en toe pomp ik de banden op. En ik haal koffie voor hem. Alleen moet ik dan ook nog zeggen dat ‘ie het opdrinkt.”

Benzine

De derny’s zelf staan afgeschminkt in een naastgelegen afgeschermde ruimte. Cees Stam, een van de ervaren derny-rijders staat een kopje koffie te nuttigen. De 66-jarige oud-prof zit al vijftien jaar op het zadel van een van de ronkende motoren. “Vergis je niet, we rijden met een gemiddelde snelheid rond van zo’n 60 kilometer. En bij aanvallen zitten we tegen de zeventig aan. Welke renner ik het liefste loot? Omdat hij mijn kleinzoon is, Yoeri Havik.” De ronde tank van de derny zit voorop. Wat voor vloeistof erin gaat? Stam: “Milieuvriendelijke aspen benzine. Er kan een liter of acht in en het verbruik is ongeveer 1 op 30. Dure benzine, een liter zit tegen de 5 euro aan. En ik betaal het zelf ook nog. Van mijn kleine onkostenvergoeding die ik krijg om hier te rijden.” Of hij nooit bang is om te vallen? Hij trekt zijn schouders op. “Nee…nee…. De gangmakers zijn allemaal ervaren gasten en weten wat ze moeten doen.”

De renners krijgen bij de openingsceremonie een hand van wedstrijdleider Patrick Sercu. Een levende legende als je het over de Zesdaagses hebt. De Belg won keer 88 keer een Zesdaagse, 15 keer aan de zijde van Eddy Merckx en 14 keer samen met Peter Post. Even naar het bovenste gedeelte van de baan. Naar de zogenaamde Omloop om het spektakel straks nog beter te zien. Onderweg, op de muren waar de houten baan op rust, wordt nog een jonge Sercu getoond. In stijl. Met zwart haar en een worsthelm op zijn hoofd.

Gaskraan

Serie 1 vangt aan. Het lot koppelt Stam aan aan Wim Stroetinga. De rondjes gaan inderdaad tegen en over de 60 kilometer. De laatste vijf ronden zet Yoeri Havik de achtervolging in op leider Stroetinga. Hij komt erlangs, maar nog niet erover. Ook de Duitser Robert Bartko, gegangmaakt door de dit seizoen afscheid nemende Joop Zijlaard, zet een eindsprint in. De gaskraan wordt door Zijlaard volledig opengedraaid. De drie derny’s rijden pal naast elkaar in de baan, maar Zijlaard is te overmoedig. “Hij gaat eraf!”, schreeuwt de speaker. Bartko moet inderdaad de derny laten gaan en ook Havik legt het af tegen Stroetinga en zijn opa….In serie twee zijn de bloemen voor Iljo Keisse en, jawel hoor, Cees Stam Vingerling wordt laatste.