Je fietst al een tijdje voor jezelf en soms in groepsverband, maar nu is het tijd voor dé stap: je bent van plan wedstrijden te gaan rijden. Maar hoe begin je eigenlijk? Waar schrijf je je in en op welk niveau hoor je thuis? Hierbij enkele tips.

In groepsverband

Voordat je de ‘de sprong waagt’ om wedstrijden te gaan rijden, is het verstandig om alvast meerdere keren in groepsverband gereden te hebben. In een groep leer je om te gaan met hogere snelheden en te sturen in een peloton. Waar je normaal een bocht instuurt met een snelheid van rond de 30 km/h wordt er in een groep aanzienlijk harder gereden. Alles is nieuw en aan alles moet je wennen, dus sluit je als eerste stap aan bij een wielervereniging in de buurt.

De eerste keer meefietsen in een groep zal niet vanzelf gaan. Het tempo ligt een stuk hoger dan dat je gewend bent en je kunt het je natuurlijk niet permitteren om al na een paar kilometer te lossen. Mocht dit wel gebeuren: geen zorgen, probeer het de volgende keer langer vol te houden. Stap voor stap werk je uiteindelijk toe naar je doel: meedraaien in een groep.

Eerste wedstrijd

Na een paar weken/maanden getraind te hebben in een groep, voel je dat je klaar bent voor een wedstrijd. Waarschijnlijk wordt er op een doordeweekse dag op je club een wedstrijd georganiseerd in het kader van de ‘dinsdagavondcompetitie’ (of welke dag dan ook) en dat is voor jou de ideale mogelijkheid om je eerste wedstrijd te rijden. Heb je meerdere competities in de buurt? Ga ze allemaal af en kijk welk parcours het beste bij je past. Kom je beter uit de voeten op een bochtige omloop of heb je liever rechte stukken? Dat zoek je de komende periode uit. Ook voor deze wedstrijden geldt: de eerste keren zal je het ongetwijfeld lastig krijgen, maar probeer elke wedstrijd langer bij het peloton te blijven. Stap voor stap…

Stapje hoger

Hopelijk is het je na wat bloed, zweet en tranen gelukt om een wedstrijd uit te rijden in het peloton. Dat brengt je, als dat je doel is, bij de volgende stap: het rijden van wedstrijden op een hoger niveau. Denk hierbij aan wedstrijden waarbij meerdere verenigingen zijn aangesloten en renners zonder KNWU-licentie mee mogen doen. Mocht je hierbij mee kunnen draaien, dan is het misschien leuk om in de Funklasse te rijden of de stap naar de Sportklasse te maken, het laagste amateurniveau in Nederland.

Wees niet te gehaast en doe alles stap voor stap. Gooi bij een tegenslag niet direct de handdoek in de ring. Kijk voor meer informatie op de site van de wielerbond, de KNWU. Daar vind je ook een kalender. Aangezien het winterseizoen nadert, is het misschien handig om alvast je conditie op te bouwen met lange duurritten. Of om het veld in te duiken en te werken aan je (bochten)techniek.

Heb je zelf tips voor beginnende wedstrijdrenners? Delen wordt op prijs gesteld!