De successen van Thibaut Pinot en David Gaudu in de Tour de France hebben het spotlicht op de fietsen van Lapierre feller doen schijnen. Het Franse bedrijf, onderdeel van de Nederlandse Accel Group, assembleert haar topmodellen nog steeds volledig in de fraaie Bourgondische stad Dijon en timmert ook in ons land aan de weg. Fiets nam eens een kijkje in de keuken.

tekst & foto’s: Raymond Kool

In tegenstelling tot het moderne kantoorpand ziet de in blauw geschilderde aanpalende loods op het industrieterrein in het uiterst zuidelijke deel van Dijon er een beetje shabby uit. Toch is dit het domein van de race- en MTB-paradepaardjes van de Accel Group, waartoe ook fietsmerken als Koga, Raleigh, Haibike, Ghost, Sparta en Batavus behoren. Als sinds de jaren zeventig maakt het 74-jarige Lapierre op deze locatie fietsen. Het oogt allemaal wat ouderwets, maar wellicht is traditioneel een beter woord. Hier gaan alle racers en MTB-fietsen nog door vele handen van mensen die met passie en precisie een fiets bouwen. PR-manager Pascal Care leidt ons rond door de fabriek.

De stickers uit de jaren ’70 hangen er nog

We starten in een loods vol flinke dozen. Hier komen de frames aan. ,,Die worden uiteraard gemaakt in Azië, waar ze worden geproduceerd, gespoten en bestickerd’’, vertelt hij. In de volgende loods worden de frames onderworpen aan een eerste check. Een medewerker inspecteert het carbon en de lak van de fraai in diepblauw gespoten frames. ,,Vandaag produceren we ons topracemodel Xelius, dus jullie hebben geluk’’, lacht Pascal.

De eerste check

Na de eerste inspectie krijgen alle frames een barcode op het frame en een barcodelabel. Hiermee kan het bedrijf van iedere fiets nagaan welke serie het is en wie welk onderdeel voor de fiets voor zijn rekening heeft genomen. ,,Kwaliteit is alles bij Lapierre’’, vertelt Pascal. ,,Iedere fiets heeft een Bike Pass, waarmee we de kwaliteit van iedere stap van de assemblage kunnen monitoren.’’ We wandelen verder door de assemblagehal, waar de frames vervolgens onder handen worden genomen door de kabeltrekker, terwijl even verderop een medewerker de cockpit, oftewel het stuur, optuigt. Pascal wijst op de finishing touch, die wordt gevormd door het label ‘Made in France’ aan het stuur. ,,Al onze topmodellen worden in Frankrijk geassembleerd. Veel mensen in Frankrijk, maar ook daarbuiten, vinden dat fijn om te weten. Het geeft hen een bepaald gevoel bij onze fietsen.’’

De ‘kabeltrekker’

Lapierre heeft in tegenstelling tot verschillende andere bekende fietsmerken geen eigen wielenfabriek binnen de gelederen en heeft ook niet de ambitie dit op korte termijn te bewerkstelligen. ,,Het geeft ons de vrijheid om bij verschillende fabrikanten op zoek te gaan naar de juiste velg bij ieder type fiets. Spaken houden we dan wel weer graag in eigen hand’’, legt de pr-manager uit, terwijl hij ons laat kennismaken met de spakenman, die met zijn machine het ene na het andere wiel voor de Xelius uitspuugt.

Spaken doe ze in eigen huis

Uiteindelijk belanden de wielen, sturen en frames bij de eindassembleerder. ,,De fiets wordt door hem verder volledig in elkaar gezet. Daar hebben we bewust voor gekozen, omdat dit sneller gaat dan ieder onderdeel door afzonderlijke mensen te laten monteren en deze medewerkers zo allround zijn. In tien tot vijftien minuten monteren zij de fiets helemaal af’’, aldus Pascal, die verder vertelt dat er afhankelijk van het model tussen de 85 en 100 fietsen per dag worden geproduceerd in Dijon door gemiddeld 15 mensen. ,,Hier worden alleen de topmodellen van Lapierre gemaakt. We hebben ook nog fabrieken in Saint-Etienne, Hongarije en Turkije, maar daar worden Lapierre-fietsen in het lagere segment gemaakt en fietsen van onze dochtermerken Haibike, Ghost en Winora.’’

De eindassemblage

Zonder zadel bereiken de Lapierre Xelius-fietsen het eindstation, waar zij samen met een doosje accessoires, waaronder het zadel, reflectoren, lampje en het nodige papierwerk, met elektronische hulp in een forse kartonnen transportdoos worden gehesen. Een geste die vooral door veel dealers wordt gewaardeerd. ,,Veel fietsfabrikanten laten hun fietsen in Azië assembleren en dan moet je ze kostentechnisch zo compact mogelijk vervoeren. Onze dozen zijn een stuk ruimer, zodat de fiets er volledig gemonteerd in kan. De dealer hoeft alleen nog maar het stuur recht te zetten en het zadel te monteren en klaar is de Lapierre!’’

Bijna klaar voor transport naar de klant

Nu we hebben gezien hoe Lapierre zijn fietsen geheel door Franse handen in elkaar laat zetten is het tijd om de benen in actie te laten komen. ‘Wie appelen vaart, appelen eet’ is een gezegde dat helemaal bij Lapierre past. Iedere medewerker fietst zelf en heeft een eigen Lapierre tot zijn of haar beschikking. Zo dragen zij ook een steentje bij aan de research van de ingenieurs. Een grote groep medewerkers doet mee aan de dagelijkse lunchrit. Hun fietsen hangen gebroederlijk naast elkaar in een halletje. Van replica’s van Pinot’s Xelius tot gravelbikes en van mountainbikes tot lifestylefietsen. We zijn uitgenodigd voor de lunchrit en krijgen een prachtige Xelius onder de kont geschoven. Tijdens een heerlijk ritje door de wijnvelden rond het onder Dijon gelegen Marsannay, kunnen we de Xelius even lekker uittesten op de venijnig hellende Côte de Marssanay en het vlakke en autoloze pad langs het Canal de Bourgogne. Op beide terreinen maakt de Xelius een prima indruk op ons.

Na een frisse douche en lichte lunch gaat ons programma verder, want er is nog veel meer te zien bij Lapierre. Op het industrieterrein van Marsannay is het research & development-centrum van de Bourgondiërs gevestigd. De naam van het fietsmerk prijkt nergens op het pand, want hier willen zij geen pottenkijkers hebben. ,,Hier worden nieuwe ideeën ontwikkeld en uitgetest en prototypes gemaakt’’, vertelt Pascal. Aan de muur hangen verschillende prototypes, die we uiteraard niet mogen fotograferen. Een uitzondering maakt hij voor het prototype van de huidige fiets, waarmee Thibaut Pinot rond rijdt.

Het prototype van Pinot’s huidige fiets

,,Deze hebben we samen met hem in 2018 ontwikkeld en op een kleine wijziging van de remmen na is dit nog steeds zijn fiets. De ontwikkeling van een nieuwe fiets neemt zo rond de anderhalf jaar in beslag, maar we komen ongeveer eenmaal in de vier jaar met een heel nieuw frame. Dat komt omdat het maken van een mal voor een frame erg kostbaar is. En je hebt voor iedere framemaat een aparte mal nodig.’’

Lapierre is als sinds 2002 de vaste fietsenleverancier van de Franse profploeg FDJ, tegenwoordig Groupama-FDJ. ,,Het is de langst lopende samenwerking in het profpeloton als het om fietsen gaat. Voorheen was het vooral dat wij de ploeg alleen van fietsen voorzagen, maar de laatste jaren is het steeds meer een echt partnerschap geworden. Zij voorzien ons van feedback en wij ontwikkelen samen met hen specifieke frames. Voor sprints hebben we Arnaud Démare, voor het klimwerk Thibaut Pinot en voor het stevige stoempwerk Stephan Küng. Zo helpen zij mee aan de ontwikkeling van onze fietsen. Natuurlijk stellen zij veel hogere eisen dan de consument en heeft de consument op zijn beurt natuurlijk weer niet zo’n stijf frame nodig als de profs. Zie de profploeg maar als ons Formule 1-team. Aan de hand van hun bevindingen leren we veel en kunnen we bepaalde zaken toepassen in de ontwikkeling van al onze fietsen’’, aldus Pascal, die zelf ook prototypes uittest.

Het Lapierre-gebouw in Marsannay is ook het domein van Gilles Lapierre, de enige nazaat van het voormalig familiebedrijf die nog actief is voor het merk. Zijn grootvader Gaston Lapierre richt in 1946 een kleine fietsenfabriek op in hartje Dijon, waarmee hij zich kortstondig ook bezighoudt met gemotoriseerde tweewielers. In 1960 neemt zijn zoon Jacky het bedrijf over en bouwt aan een goede reputatie in de wereld van sportieve fietsen. Hij is een van de eerste in Europa die de opkomst van het mountainbiken goed inschat. Het Bourgondische bedrijf wordt zo in de jaren tachtig een van de marktleiders in MTB-fietsen. In 1996 neemt de Nederlandse Accel Group het bedrijf over en in die periode vervangt Gilles zijn vader Jacky als bedrijfsdirecteur van Lapierre. Onder zijn leiding maakt het merk in 2001 furore met de vermaarde full-suspension X-Control, die rijders een ideale combinatie van efficiëntie en comfort biedt. MTB-er Jérôme Chiotti wordt op een Lapierre X-Control de eerste Franse kampioen op een full-suspensionfiets.

Hier worden de nieuwste modellen ontworpen

In het nieuwe millennium timmert Lapierre hard aan de weg in zowel de MTB- als wegracewereld. De sponsoring van profteams geeft het merk de kans zich op het hoogste wielerniveau te presenteren. De vele successen hangen in de vorm van kampioenstruien aan de wand in het kantoorpand van het bedrijf, zoals de groene trui van Baden Cooke in de Tour, de regenboogtrui op de achtervolging en roze Giro-trui van Bradley McGee, regenboogtruien van MTB-er Alexis Vuillermoz, downhiller Nicolas Vouilloz en veldrijdster Pauline Ferrand-Prévot. In 2003 baart Lapierre alweer opzien door te komen met een raceframe van slechts 900 gram. Een zo licht mogelijke fiets maken is nog steeds een van de speerpunten van het ontwikkelingsteam van Lapierre. Gilles Lapierre speelt daarin een hoofdrol. ,,Hij is echter niet bezig met de fiets van volgend jaar of de komende jaren. Hij denkt vooral na over de fiets van de toekomst’’, vertelt Pascal. In 2018 verlaat Gilles het bedrijf van zijn grootvader op papier om hoofd innovatie van de Accel Group te worden. ,,We willen steeds meer globaal gaan denken en werken bij Lapierre. Accel Group heeft besloten dat Lapierre het paradepaardje in de weg- en MTB-fietsen moet worden. Daarom streven we nu ook naar meer synergie tussen de verschillende merken binnen de Accel Group. Zo werken onder leiding van Gilles nu de ingenieurs van Lapierre, Koga en Haibike heel nauw met elkaar samen. Dat is goed voor de ontwikkeling van alle merken, maar uiteraard blijven zij hun eigen identiteit houden.’’

Nog voor zijn afscheid bij Lapierre realiseert Gilles nog wel een grote wens in de vorm van een eigen Lapierre Shop in het noorden van Dijon. Uiteraard krijgen wij deze moderne winkel- en showroom op de weg naar Langres als toetje ook nog te zien. Retail Manager Vincent Clement vertelt trots over dit uithangbord van Lapierre, dat uit een dreigende negatieve spiraal werd geboren. ,,Bijna iedere sportieve fietser in Dijon had jarenlang een Lapierre, maar enkele jaren terug zag Gilles dat de verkoopcijfers in zijn eigen stad drastisch daalden. Dealers verlengden hun contract minder en Gilles wilde hier wat aan doen. In de vaak kleine fietsenwinkels met meerdere merken kon Lapierre te weinig laten zien wat het waard is. In ons kantoorpand hebben we wel een kleine showroom, maar die is uitsluitend voor dealers bestemd. Zo ontstond bij Gilles het idee voor een publieke showroom in Dijon, die nu bijna vier twee jaar is geopend.’’

De Lapierre shop in Dijon

De Lapierre Shop is vergelijkbaar met de speciale winkels van Giant of Specialized. Een groot deel van de range is hier te bewonderen en te koop, zowel mountainbikes en racers als lifestylefietsen. ,,We verkopen hier onze fietsen voor dezelfde prijs als onze dealers, die onze shop ook als showroom voor hun klanten kunnen laten fungeren. Er zijn plannen voor nog enkele shops elders in het land, maar we gaan zeker niet een hele keten van Lapierre Shops opzetten. Met de shop wilde Gilles het merk Lapierre niet alleen meer een gezicht geven, maar ook een kenniscentrum creëren. Hij wil graag meer weten over wat de consument van onze fietsen vindt. Dealers hebben vaak weinig antwoord op dergelijke vragen. In onze eigen shop staan mensen van Lapierre, die getraind zijn om consumenten ook te vragen waarom ze bepaalde onderdelen van een fiets wisselen of waarom ze een bepaald model wel of niet mooi vinden. Zij verwerken deze data in de computer en verzamelen voor de productmanager en ingenieurs zo zeer waardevolle informatie, waarmee we nog betere fietsen kunnen maken’’, besluit Vincent passievol zijn betoog.