Ik heb sinds kort een nieuwe fiets. Gisteren een testrondje gereden en wat ik al snel merkte is dat m'n nieuw fiets veel 'nerveuzer' is dan m'n oude. Dat merk ik vooral met het insturen in bochten. Mijn vraag is hoe komt dit en algemener; wat bepaalt het stuurgedrag van fietsen (in bochten), los van iemands stuurkunsten.
Wat info over de fietsen. Mijn oude fiets heeft een alu-frame, carbon vork, cxp-33 velg, ultegra, 28 en 30 spaaks (aantal weet ik niet exact).
Nieuwe fiets full-carbon-frame + vork, cosmic elite.
Stuurgedrag fiets
Even een technische verhandeling:
Je zet de fiets recht neer op een vlakke, horizontale ondergrond.
Je plaatst een lijn langs het midden van de balhoofdbuis en trekt die lijn door tot op de grond; je zet daar een streepje.
Je laat een loodlijn neer van het midden van je voorwiel naar de grond; en zet daar een streepje.
De afstand tussen de twee bepaald de 'naloop' van de fiets. 50 mm is standaard. Als de naloop groter wordt, dan heeft de fiets meer de neiging rechtuit te rijden en gaat hij moeilijker de bocht door, wordt de afstand kleiner, dan wordt de fiets nerveuzer en is rijden zonder handen moeilijker.
Je kunt dus het rijgedrag beinvloeden door een andere vork met een andere voorvorksprong (de mate warrin het onderste deel van de vork onder een hoek staat ten opzichte van het bovenste deel van de voorvork). Theoretisch heb je dan op een ATB dus een steeds veranderend stuurgedrag door de vering.
Je zet de fiets recht neer op een vlakke, horizontale ondergrond.
Je plaatst een lijn langs het midden van de balhoofdbuis en trekt die lijn door tot op de grond; je zet daar een streepje.
Je laat een loodlijn neer van het midden van je voorwiel naar de grond; en zet daar een streepje.
De afstand tussen de twee bepaald de 'naloop' van de fiets. 50 mm is standaard. Als de naloop groter wordt, dan heeft de fiets meer de neiging rechtuit te rijden en gaat hij moeilijker de bocht door, wordt de afstand kleiner, dan wordt de fiets nerveuzer en is rijden zonder handen moeilijker.
Je kunt dus het rijgedrag beinvloeden door een andere vork met een andere voorvorksprong (de mate warrin het onderste deel van de vork onder een hoek staat ten opzichte van het bovenste deel van de voorvork). Theoretisch heb je dan op een ATB dus een steeds veranderend stuurgedrag door de vering.
simic schreef:Kan het niet zo zijn dat Marky het zo ervaart en dat dit tegenwoordig het gedrag is dat elke full carbon fiets vertoont? Ik snap eigenlijk niet wat je bedoelt met nerveuze rijgedag?
Wat ik met 'nerveus' bedoel, is dat de nieuwe fiets in zijn geheel (voor mijn gevoel en in vergelijking met n'n oude fiets) sneller reageert op een zijdelingse stuurbeweging. Om het een beetje te illustreren; als ik een bocht instuur met m'n oude fiets voelt dat nu alsof ik op zo'n zwarte omafiets zit en daarmee de bocht omga. Dit dus in vergelijking met de nieuwe fiets die niet zo voelt.
Hopelijk heb ik het zo goed beschreven?
koelie joelie!
-
- Forum-lid HC
- Berichten: 5374
- Lid geworden op: 18 okt 2007 22:15
Stijfheid, lengte wielbasis en lengte stuurpen zijn de meest bepalende (maar er zijn meer factoren) die de reaktiesnelheid bepalen (heeft relatief weinig met materiaal te maken maar heel veel meer met geometrie)
Tot vrij recent werd aangenomen dat de stabiliteitsindex, berekend volgens de formule van Jones, dé indicator was voor het stabiliteitsgedrag van een racefiets. Deze stabiliteitsindex bedraagt voor racefietsen gemiddeld -2,2 en wordt berekend op basis van de balhoofdhoek, de vorksprong en de wielradius.
Hoewel de praktijkervaring aantoont dat de theorie van Jones behoorlijk het rijgedrag van een racefiets voorspelt, blijkt uit het wiskundige model van Dohring dat 25 parameters samen het stabiliteitsgedrag van de fiets bepalen, waarbij al deze parameters evenveel invloed hebben op de stabiliteit (m.a.w. geen enkele parameter is belangrijker dan een andere). Deze 25 parameters zijn:
- wielbasis, naloop, balhoofdhoek, zwaartekracht, voorwaartse snelheid
- radius, gewicht en massatraagheidsmoment (*) van het achterwiel
- radius, gewicht en massatraagheidsmoment (*) van het voorwiel
- zwaartepunt (*), massa en massatraagheidsmoment (**) van het frame
- zwaartepunt (*), massa en massatraagheidsmoment (**) van stuur en voorvork samen
(*) volgens 2 dimensies
(**) volgens 3 dimensies
Het Dohring-model is een interessant hulpmiddel bij het fietsontwerp, doch de invloed van de berijder is er vooralsnog niet in opgenomen en het gedrag in bochten is nog onduidelijk, zodat de verdere ontwikkeling van een prototype deels een proces van vallen en opstaan blijft.
Hoewel de praktijkervaring aantoont dat de theorie van Jones behoorlijk het rijgedrag van een racefiets voorspelt, blijkt uit het wiskundige model van Dohring dat 25 parameters samen het stabiliteitsgedrag van de fiets bepalen, waarbij al deze parameters evenveel invloed hebben op de stabiliteit (m.a.w. geen enkele parameter is belangrijker dan een andere). Deze 25 parameters zijn:
- wielbasis, naloop, balhoofdhoek, zwaartekracht, voorwaartse snelheid
- radius, gewicht en massatraagheidsmoment (*) van het achterwiel
- radius, gewicht en massatraagheidsmoment (*) van het voorwiel
- zwaartepunt (*), massa en massatraagheidsmoment (**) van het frame
- zwaartepunt (*), massa en massatraagheidsmoment (**) van stuur en voorvork samen
(*) volgens 2 dimensies
(**) volgens 3 dimensies
Het Dohring-model is een interessant hulpmiddel bij het fietsontwerp, doch de invloed van de berijder is er vooralsnog niet in opgenomen en het gedrag in bochten is nog onduidelijk, zodat de verdere ontwikkeling van een prototype deels een proces van vallen en opstaan blijft.