trapfrequentie
ik heb inderdaad een cadansmetertje erop.IS handig en leuk om te zien.
Zoals laatst ik met die wedstijdjes bij "het stadion " mee deed. Daar rijden ze tussen de 38-45-46 gemiddeld, af-en toe wat harder, klimmetje zit erin.Het voelt dan gevoelsmatig alsof je met rpm 80 rijdt, maar eind vd ritstond de gem cadans op 92 en die keer daarvoor op 95. Dat verbaasde mij zeer om dat ik niet het idee had dat ik dus zo hoog zat.En ik ben zeker niet een souplesse rijder ( vind/denk ik zelf)
Zoals laatst ik met die wedstijdjes bij "het stadion " mee deed. Daar rijden ze tussen de 38-45-46 gemiddeld, af-en toe wat harder, klimmetje zit erin.Het voelt dan gevoelsmatig alsof je met rpm 80 rijdt, maar eind vd ritstond de gem cadans op 92 en die keer daarvoor op 95. Dat verbaasde mij zeer om dat ik niet het idee had dat ik dus zo hoog zat.En ik ben zeker niet een souplesse rijder ( vind/denk ik zelf)
Ik zelf rijd met een Polar Cadence sensor in combinatie met de S720i. Dat werkt prima.Ik tracht normaal boven de 90rpm te blijven. Als ik er niet op let, en rustig rijd, dan kom ik meestal uit in de buurt van de 85-90 rpm. Als het wat sneller gaat, dan al gauw rond de 100. Ik heb helaas geen erg gespierde benen, en bij mij moet het duidelijk van een hoge frequentie komen. Dat betekent ook dat ik al snel de neiging heb om een lagere versnelling te kiezen als het bergop gaat. Minder dan 80rpm voelt voor mij niet goed aan.Vandaar mijn vraag, waar de 'wijsheid' vandaan komt dat je bergop met een lagere trapfrequentie zou moeten/kunnen rijden dan op het vlakke.
Harde wind is meestal tegen.
Misschien wel een aardig stukje over verschillende onderzoeken naar de optimale cadans: http://pezcyclingnews.com/?pg=fullstory&id=4011
Onderschrift? Nee: ik fiets liever!
Volgens mij heeft het hier iets mee te maken:
Bergop ondervind je meer weerstand. Dat betekent dat iedere
trap raak MOET zijn, anders verlies je onmiddellijk snelheid. Op het vlakke is dat toch ietsje minder zo, waardoor je iets makkelijker kunt rouleren. Dit is ook het probleem dat ik bergop heb, ik kan het wel met een klein verzetje, maar dan maak ik toch te weinig meters. En op het vlakke herken ik het weer, dat wanneer ik echt enorm moet pushen, om een gaatje te dichten of zo, dat je dan toch ook zwaar moet steken, dan kom je er niet op dat mooie roulerende plaatje. Deze twee verschijnselen hoor ik ook van de tv overigens (van de kenners dan, niet van Mart)
Bergop ondervind je meer weerstand. Dat betekent dat iedere
trap raak MOET zijn, anders verlies je onmiddellijk snelheid. Op het vlakke is dat toch ietsje minder zo, waardoor je iets makkelijker kunt rouleren. Dit is ook het probleem dat ik bergop heb, ik kan het wel met een klein verzetje, maar dan maak ik toch te weinig meters. En op het vlakke herken ik het weer, dat wanneer ik echt enorm moet pushen, om een gaatje te dichten of zo, dat je dan toch ook zwaar moet steken, dan kom je er niet op dat mooie roulerende plaatje. Deze twee verschijnselen hoor ik ook van de tv overigens (van de kenners dan, niet van Mart)
Red Bull geeft je vléugels
Ik denk dat de richting zwaartekracht tov de fietsrichting er ook iets mee te maken heeft.
Vlak is die verticaal tov de rijrichting en omhoog verandert die naarmate van de hellingshoek.
Je krijgt dus met meer weerstand te maken naarmate je steiler naar boven gaat.
Vlak is die verticaal tov de rijrichting en omhoog verandert die naarmate van de hellingshoek.
Je krijgt dus met meer weerstand te maken naarmate je steiler naar boven gaat.
It ain\'t what you do , it\'s the way that you do it.
Quoten: Origineel geplaatst door flattyre op 19 Mei 2006
Volgens mij heeft het hier iets mee te maken:Bergop ondervind je meer weerstand. Dat betekent dat iederetrap raak MOET zijn, anders verlies je onmiddellijk snelheid. Op het vlakke is dat toch ietsje minder zo, waardoor je iets makkelijker kunt rouleren. Dit is ook het probleem dat ik bergop heb, ik kan het wel met een klein verzetje, maar dan maak ik toch te weinig meters. En op het vlakke herken ik het weer, dat wanneer ik echt enorm moet pushen, om een gaatje te dichten of zo, dat je dan toch ook zwaar moet steken, dan kom je er niet op dat mooie roulerende plaatje. Deze twee verschijnselen hoor ik ook van de tv overigens (van de kenners dan, niet van Mart)
ja da klopt,bergop ben je konstant onder weerstand,waardoor het gewoon een natuurlijk reflex is om na een tijd een lagere trapfrequentie te gebruiken.
Volgens mij heeft het hier iets mee te maken:Bergop ondervind je meer weerstand. Dat betekent dat iederetrap raak MOET zijn, anders verlies je onmiddellijk snelheid. Op het vlakke is dat toch ietsje minder zo, waardoor je iets makkelijker kunt rouleren. Dit is ook het probleem dat ik bergop heb, ik kan het wel met een klein verzetje, maar dan maak ik toch te weinig meters. En op het vlakke herken ik het weer, dat wanneer ik echt enorm moet pushen, om een gaatje te dichten of zo, dat je dan toch ook zwaar moet steken, dan kom je er niet op dat mooie roulerende plaatje. Deze twee verschijnselen hoor ik ook van de tv overigens (van de kenners dan, niet van Mart)
ja da klopt,bergop ben je konstant onder weerstand,waardoor het gewoon een natuurlijk reflex is om na een tijd een lagere trapfrequentie te gebruiken.
Gisteren een berg-training op de hometrainer. Functie met constant vermogen die zich aan de trapfrequentie aanpast. Bij 80 omwentelingen gaat het prima, met hartslag 142. Ga ik naar de 55 a 60 omwentelingen per minuut (zwaarder trappen dus met gelijk vermogen), dan klimt mijn hartslag langzaam omhoog naar de 148. Belangrijker nog: Het subjectieve gevoel van afzien neemt enorm toe, ondanks dat je (virtueel) geen steek harder gaat. Hoe dat werkt, weet ik niet precies. Het feit dat bij zwaar trappen je trapfrequentie 'hapert' / niet rond is (elke trap moet je 'versnellen), verklaart niet alles.
Quoten: Origineel geplaatst door ponsteen op 19 Mei 2006
Gisteren een berg-training op de hometrainer. Functie met constant vermogen die zich aan de trapfrequentie aanpast. Bij 80 omwentelingen gaat het prima, met hartslag 142. Ga ik naar de 55 a 60 omwentelingen per minuut (zwaarder trappen dus met gelijk vermogen), dan klimt mijn hartslag langzaam omhoog naar de 148. Belangrijker nog: Het subjectieve gevoel van afzien neemt enorm toe, ondanks dat je (virtueel) geen steek harder gaat. Hoe dat werkt, weet ik niet precies. Het feit dat bij zwaar trappen je trapfrequentie 'hapert' / niet rond is (elke trap moet je 'versnellen), verklaart niet alles.
Zou het niet zo kunnen zijn dat het beruchte 'dode punt' bij de ronde trapbeweging hier parten gaat spelen? Bij een hoge trapfrequentie trap je door de kinetische energie (NB hier spreekt een in de gamma wetenschap opgeleid persoon) daar gemakkelijker doorheen, bij een lagere frequnetie ga je steeds meer last krijgen van dat dode punt.
Of ligt het toch anders?
Gisteren een berg-training op de hometrainer. Functie met constant vermogen die zich aan de trapfrequentie aanpast. Bij 80 omwentelingen gaat het prima, met hartslag 142. Ga ik naar de 55 a 60 omwentelingen per minuut (zwaarder trappen dus met gelijk vermogen), dan klimt mijn hartslag langzaam omhoog naar de 148. Belangrijker nog: Het subjectieve gevoel van afzien neemt enorm toe, ondanks dat je (virtueel) geen steek harder gaat. Hoe dat werkt, weet ik niet precies. Het feit dat bij zwaar trappen je trapfrequentie 'hapert' / niet rond is (elke trap moet je 'versnellen), verklaart niet alles.
Zou het niet zo kunnen zijn dat het beruchte 'dode punt' bij de ronde trapbeweging hier parten gaat spelen? Bij een hoge trapfrequentie trap je door de kinetische energie (NB hier spreekt een in de gamma wetenschap opgeleid persoon) daar gemakkelijker doorheen, bij een lagere frequnetie ga je steeds meer last krijgen van dat dode punt.
Of ligt het toch anders?
Ambitie: veel
Tijd: te weinig
Tijd: te weinig
Quoten: Origineel geplaatst door Niklas2 op 19 Mei 2006
Quoten: Origineel geplaatst door ponsteen op 19 Mei 2006
Het feit dat bij zwaar trappen je trapfrequentie 'hapert' / niet rond is (elke trap moet je 'versnellen), verklaart niet alles.
Zou het niet zo kunnen zijn dat het beruchte 'dode punt' bij de ronde trapbeweging hier parten gaat spelen?
Dat bedoel ik bijna. Het punt is dat op het dode punt de trappers bij lage frequentie bijna stilstaan. Die moet je dus bij elke trap weer in gang duwen. Misschien dat daar andere spieren bij gemoeid zijn, waardoor het gevoel van afzien anders is. Bij hoge frequentie echter gaat er extra energie naar het snel ronddraaien van de trappers. Snel in het luchtledige trappen (0 Watt) kost energie (en zijn weer andere spiertjes mee bezig). Vandaar dat zo ongeveer 80 omw/min bij klimmen voor de meeste mensen vaak ideaal is.
Quoten: Origineel geplaatst door ponsteen op 19 Mei 2006
Het feit dat bij zwaar trappen je trapfrequentie 'hapert' / niet rond is (elke trap moet je 'versnellen), verklaart niet alles.
Zou het niet zo kunnen zijn dat het beruchte 'dode punt' bij de ronde trapbeweging hier parten gaat spelen?
Dat bedoel ik bijna. Het punt is dat op het dode punt de trappers bij lage frequentie bijna stilstaan. Die moet je dus bij elke trap weer in gang duwen. Misschien dat daar andere spieren bij gemoeid zijn, waardoor het gevoel van afzien anders is. Bij hoge frequentie echter gaat er extra energie naar het snel ronddraaien van de trappers. Snel in het luchtledige trappen (0 Watt) kost energie (en zijn weer andere spiertjes mee bezig). Vandaar dat zo ongeveer 80 omw/min bij klimmen voor de meeste mensen vaak ideaal is.
-
- Forum-lid
- Berichten: 1281
- Lid geworden op: 11 mei 2006 21:25
Volgens mij zijn er 2 systemen die bijdragen tot het leveren van vermogen.
je kunt vermogen leveren door grotendeels beroep te doen op je hartwerking. Dit gebeurt er als je met een hele kleine versnelling rijdt.
Je kan ook vermogen leveren door grotendeels beroep te doen op spierkracht. Dit gebeurt er als je op een hele grote versnelling fietst.
Je kan dit zelf vaststellen: als je met extreem kleine versnelling rijdt, zul je weinig pijn in je benen krijgen (weinig sprierkracht gevraagd), maar je hartslag zal vrij snel de hoogte in gaan, hoger dan wanneer je hetzelfde vermogen zou leveren met een grotere versnelling. Dit is fietsen op hartwerking.
Als je nu fietst met een extreem grote versnelling, zul je eerder pijn in je benen krijgen, maar je hartslag zal lager zijn dan met een kleine versnelling.
In de praktijk gebruik je nooit een systeem volledig en het andere niet. Het is altijd een mengvorm van de twee : spierkracht/hartwerking.
Wanneer je nu niet enorm veel vermogen moet leveren zoals fietsen op het vlakke en fietsen in de wielen zul je eerder geneigd zijn om op hartwerking te rijden, ook al omdat je met een kleinere versnelling makkelijker kan optrekken na bochten en bovendien kan je hartwerking het te leveren vermogen nog grotendeels opvangen.
Wanneer je nu bergop moet fietsen, moet je veel vermogen leveren en kom je met een ultrakleine versnelling al gauw in de problemen: je hartslag komt veel te hoog en dus ga je in het rood!!!! Hoe snel dat dit gebeurt is afhankelijk van het vermogen van je hart om zuurstofrijk bloed in je spieren te pompen. Armstrong had duidelijk een goede hartwerking. Hij kon meer vermogen leveren dan de anderen en moest minder beroep doen op zijn spierkracht.
Gewone stervelingen zullen echter ook instinctief gebruik maken van hun spierkracht. Aangezien de hartslag te hoog gaat worden bij een hoog aantal beenomwentelingen, ga je je tweede wapen in de strijd moeten werpen : spierkracht. Het aantal beenomwentelingen vermindert, maar je gaat harder op de pedalen moeten duwen. je hartslag blijft nu wel onder controle.
het is dus normaal dat je trapfrequentie bergop vermindert.
Het nadeel van beroep te doen op spierkracht (zeker in rittenwedstrijden) is dat je in je spieren microletsels krijgt. Dit geeft je het gevoel van "dikke benen" je hebt dus langer nodig om te herstellen van een rit waarin je veel hebt gereden op spierkracht.
je kunt vermogen leveren door grotendeels beroep te doen op je hartwerking. Dit gebeurt er als je met een hele kleine versnelling rijdt.
Je kan ook vermogen leveren door grotendeels beroep te doen op spierkracht. Dit gebeurt er als je op een hele grote versnelling fietst.
Je kan dit zelf vaststellen: als je met extreem kleine versnelling rijdt, zul je weinig pijn in je benen krijgen (weinig sprierkracht gevraagd), maar je hartslag zal vrij snel de hoogte in gaan, hoger dan wanneer je hetzelfde vermogen zou leveren met een grotere versnelling. Dit is fietsen op hartwerking.
Als je nu fietst met een extreem grote versnelling, zul je eerder pijn in je benen krijgen, maar je hartslag zal lager zijn dan met een kleine versnelling.
In de praktijk gebruik je nooit een systeem volledig en het andere niet. Het is altijd een mengvorm van de twee : spierkracht/hartwerking.
Wanneer je nu niet enorm veel vermogen moet leveren zoals fietsen op het vlakke en fietsen in de wielen zul je eerder geneigd zijn om op hartwerking te rijden, ook al omdat je met een kleinere versnelling makkelijker kan optrekken na bochten en bovendien kan je hartwerking het te leveren vermogen nog grotendeels opvangen.
Wanneer je nu bergop moet fietsen, moet je veel vermogen leveren en kom je met een ultrakleine versnelling al gauw in de problemen: je hartslag komt veel te hoog en dus ga je in het rood!!!! Hoe snel dat dit gebeurt is afhankelijk van het vermogen van je hart om zuurstofrijk bloed in je spieren te pompen. Armstrong had duidelijk een goede hartwerking. Hij kon meer vermogen leveren dan de anderen en moest minder beroep doen op zijn spierkracht.
Gewone stervelingen zullen echter ook instinctief gebruik maken van hun spierkracht. Aangezien de hartslag te hoog gaat worden bij een hoog aantal beenomwentelingen, ga je je tweede wapen in de strijd moeten werpen : spierkracht. Het aantal beenomwentelingen vermindert, maar je gaat harder op de pedalen moeten duwen. je hartslag blijft nu wel onder controle.
het is dus normaal dat je trapfrequentie bergop vermindert.
Het nadeel van beroep te doen op spierkracht (zeker in rittenwedstrijden) is dat je in je spieren microletsels krijgt. Dit geeft je het gevoel van "dikke benen" je hebt dus langer nodig om te herstellen van een rit waarin je veel hebt gereden op spierkracht.