We worden overspoeld met video’s van mountainbikers op de meest exotische plaatsen. Hoe zieker de jump, hoe mooier het beeld. We zien echter altijd alleen de afdalingen. Het klimmen krijgen we niet in beeld. We testten drie fietsen met een oplopende veerweg en kijken hoe ver je kunt gaan. Tot wanneer is het nog leuk om met een fiets te klimmen en wanneer schaadt overdaad? Een funbike willen we allemaal, nietwaar?

De vork en demper op je crosscountry fiets hebben 100 millimeter veerweg. Heb je niet het nieuwste karretje, dan kan het ook een 80 millimeter variant zijn, terwijl de allernieuwste bad boys zelfs voor XC al 120 millimeter monteren. Wil je een beetje meer fun, dan bouw je al gauw een trailbike met 130 millimeter. En houd je van wat airtime, dan zit je minstens aan 150 millimeter of meer vast.

Foto’s: Remco Veurink

Kies je voor een fiets met meer veerweg, dan verandert niet alleen de lengte van de vork maar ook de volledige geometrie van de fiets. Het bracket komt hoger van de grond. De hoek van de vork zakt verder onderuit en stuurpennen veranderen in stompjes waar het stuur aan vast zit. Het is daarom dat je met een downhill fiets (200 millimeter veerweg, het dubbele van de XC fiets dus) geen meter berg op kan trappen. Het zadel staat te laag, de fiets rijdt als een soort chopper en al je energie verdwijnt in de vering. Geen probleem want met zo’n downhill bak neem je de gondola of shuttle omhoog om vervolgens los te gaan bergaf. Met de steeds leuker wordende trails in Nederland loont het om je fietskeuze nog eens kritisch te heroverwegen. Is fun voor jou belangrijker dan resultaten, dan is het ook in Nederland op veel plaatsen al tof om met een beetje marge onderweg te zijn.

Zwaarder en luier

Wat kan ik met 160 millimeter wel en met 120 millimeter niet? Laten we vooropstellen dat je skill het belangrijkst zijn. Iemand met veel ervaring en techniek zal lastige passages met drops en dergelijke waarschijnlijk met een 120 millimeter trailbike nagenoeg net zo eenvoudig nemen als op een 160 millimeter enduro fiets. Echter, hoe harder je gaat, hoe fijner het is om die extra centimeters mee te sleuren. Dempers en vooral vorken worden naar gelang de hoeveelheid veerweg toeneemt dikker. Een voorvork met 100 millimeter vering heeft binnenpoten van 32 millimeter (diameter) terwijl de 140 millimeter vorken poten van 34 en 160 millimeter en meer gebruikelijk poten van 35 tot 37 millimeter hebben. Hierdoor wordt de fiets stijver en is op hoge snelheid makkelijker te besturen. Nadeel hiervan is dat hij ook zwaarder en luier wordt. Hoe meer veerweg, hoe trager het klimmen zal gaan. Tevens zijn er behoorlijk wat vorken met 150 millimeter veerweg waarbij de lock-out ontbreekt. Passend bij het karakter van de fiets heb je dit ook niet per se nodig. Het geeft direct de intentie van de fiets aan. Bergop rijden om bergaf te gaan.

Techtaal

Zet een paar mountainbikers met een biertje rond het kampvuur en ze kunnen urenlang kletsen over de instelling van hun demper en bijbehorende eigenschappen. In een notendop wat het verschil maakt tussen het ene of andere concept. Tot een paar jaar geleden was het feit dat de achterkant van je fiets op en neer bewoog al meer dan voldoende. inmiddels willen we ook de mate en timing van de vering bepalen. De veerkarakteristieken zijn vaak door middel van shims en spacers intern, en met rebound of compressie aan de buitenkant af te stellen. Zo kun je bepalen wanneer de demper het meest moet helpen. Bij het eerste deel van de beschikbare veerweg of juist meer op het einde van de veerweg. Gebruikelijk momenteel is een demper die het liefst zo rap mogelijk de kleine oneffenheden uitfiltert. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld wortels en oneffenheden van het aardoppervlak. Dit is in te stellen met de luchtdruk (minder luchtdruk) en wanneer beschikbaar de high speed compressie. Maak je een sprong, dan wil je bij de landing het liefst dat de demper naar mate de impact toeneemt ook harder moet werken om verder in te veren. Progressiviteit noemen we dit. Met de low speed compressie knop op je demper, door het toevoegen van extra luchtdruk of door het toevoegen van volumespacers in de demper kun je dit beïnvloeden. Het voordeel van de volumespacers is dat je na het toevoegen van deze ringetjes juist minder luchtdruk nodig hebt om een progressiever gevoel te bereiken. En minder luchtdruk is dan weer positief voor het uitfilteren van de kleine oneffenheden. Het kost over het algemeen wel wat tijd om dit perfect af te stellen en hierin de balans te vinden, maar door al deze mogelijkheden kun je de fiets wel volledig naar wens aanpassen.

 

Fietsfabrikanten denken momenteel niet zozeer meer na hoeveel vering de fiets moet hebben en hoe de demper moet worden geplaatst om zo min mogelijk energie te verliezen tijdens het trappen. Maar vooral hoe de demper moet reageren bij impact en hoe de veereigenschappen aanpassen te zijn naar persoonlijke smaak. We fietsten deze zomer op verschillende modellen. Fietsen met 120, 140 en 150 millimeter veerweg. De een beter geschikt om mee te klimmen dan de ander, maar ze moesten er alle drie aan geloven.

Merida One-Twenty

De Merida One-Twenty hadden we nog niet zo lang geleden in een test, maar er is nu alweer een opvolger. Bij Merida staan de typenamen voor de hoeveelheid veerweg, deze One-Twenty doet het dus met 120 millimeter. Althans, aan de achterkant. De voorvork is geüpgraded naar 130 millimeter. Progressie! Geometrie-wise zijn de inmiddels gebruikelijke zaken aangepakt, langere bovenbuis, vlakkere balhoofdhoek en in dit geval ook een korte achtervork. Meer trailfun, meer verstelbaarheid. We zochten de trails op in Zuid-Duitsland om dit te ervaren en klommen over schotterpaden en ‘Schieben’ passages op zoek naar de mooie afdalingen.

Deze uitvoering van de One-Twenty is uitgerust met behoorlijk degelijk materiaal. Luxe Revelation-vork, degelijke brede velgen en zelfs Maxxis Minion DHR-banden die je ook terugvindt op 200 millimeter downhill fietsen. Een beetje overkill misschien voor een trailbike, maar het geeft wel aan wat Merida graag heeft wat je met deze fiets doet: Kill it in de downhills! We nemen een paar loeisteile passages. Onze testfiets heeft in tegenstelling tot deze 6000, SRAM Code-remmen en die kunnen we goed gebruiken. Zoals bij iedere Merida is ook bij deze fiets met de MT-500 modelletjes van Shimano duidelijk bezuinigd op de remmen. Eenmaal beneden zijn we toch ietwat blij dat alles zonder kleerscheuren is verlopen en dat smaakt naar meer. Een lange afdaling vol worteltapijten, rotsen en solide drops volgt. Trailfun waar deze fiets voor bedoeld is. Het frame met full-floater achtervering is na wat finetunen goed in balans met de voorvork en we gebruiken de volledige veerweg optimaal.

Full-floater wil zeggen dat de achterdemper nergens direct aan het frame gemonteerd zit en daardoor tijdens het inveren ook in zijn geheel meebeweegt. Hierdoor voelt het alsof de fiets meer veerweg heeft dan dat er daadwerkelijk is. De positie van de draaipunten is tevens onder de loep genomen en is aangepast. Hierdoor heeft de vering een minder lineair gevoel gekregen met meer progressiviteit aan het einde van de veerweg. Allemaal zaken die prettig zijn als het ruig wordt op de trails. En daar houden we van! De One-Twenty is een allround trailbike waar je perfect mee in Nederland kunt rijden mits je de banden vervangt door wat minder diepgravende modellen. Maar het is vooral een fiets die snakt naar rotsen, wortels en wat airtime.

Focus Jam

Kijken we naar de Jam, dan zien we vooral het opvallende veerconcept. F.O.L.D oftewel Focus Optimised Linkage Design. Kort gezegd een link die rond een andere link draait. Zo geplaatst dat het eerste deel van de veerweg kleine hobbels uitfiltert om daarna door te draaien en zo de grote klappen op te vangen. Onze Jam is niet helemaal volgens de gebruikelijke specificaties opgebouwd en is onder andere uitgerust met een kakelverse XTR 9100-groepset en wat ander mooi spul. Wanneer we net op pad zijn, merken we al snel dat de Focus korter is dan vergelijkbare fietsen waar we de afgelopen maanden op hebben gezeten. De bovenbuis is bijvoorbeeld ruim een centimeter korter dan de andere fietsen in deze test en het balhoofd is dan weer een stuk hoger. We laten de stuurpen tot op het lager zakken, wat de wendbaarheid ten goede komt.

Het testen van deze Jam doen we op waanzinnige trails in Slovenië. Jam(mie)! Bergop deels met een shuttlebusje, maar dagelijks maken we ook minstens 1000 hoogtemeters. We zijn verbaasd over de klimcapaciteiten. Want 140 millimeter veerweg, een hoog bracket en lang balhoofd zijn niet direct de ingrediënten voor een klimgeit. We kunnen de vaart er goed inhouden en wanneer de klim overgaat in een singletrack (nog steeds bergop) voelt de fiets zich duidelijk in zijn element. Maar dan bergaf. Technisch, mooi, wortels in overvloed. Minstens vijf keer heb ik de achterdemper bijgepompt of afgelaten voordat er met behulp van een mecanicien van Fox een aantal volumespacers in de achterdemper werden geplaatst. Ook dit was nog niet heel bevredigend.

De Jam blijft aan de achterkant heel recht door zee en de demper slaat bij grote impact te makkelijk door. Hierdoor lijkt het afdalen een beetje als continue neerploffen op de bank. Dat de fiets aan de voorzijde enorm stabiel aanvoelt en amper ongewild van zijn spoor wijkt valt bijna in het niet met de achterzijde die de voorkant nauwelijks kan bijbenen. De Jam is bedoeld als trailbike+ of noem het enduro light. Een fiets die aan de trage kant is in Nederland maar die goed tot zijn recht zou komen in de Ardennen of Eifel. Zelf omhoog en graag naar beneden.

Canyon Spectral

De Canyon Spectral staat bij mij hoog op de lijst van fietsen die ik eens zou willen testen. In juni moest de uitsluitend in 27,5 inch variant verkrijgbare trailbike er dan aan geloven. Een trailbike volgens Canyon met 150 millimeter voor en 140 achter. Zoals we van de fabrikant gewoon zijn een strak frame met veel afmontage voor je geld. De Spectral kreeg het flink te verduren. We reden gewoon in Nederland, op de verstopte trails in Zuid-Limburg, maar ook in Winterberg, Willingen, Leogang en wederom Slovenië. Ja, de Spectral is flink door elkaar geschud.

Het is een fiets waarvan er meer zouden mogen zijn. Lang genoeg om steady te dalen maar met een laag genoeg balhoofd en voldoende steile zitbuis om nog prima bergop te rijden. Nee, sprinten zit er niet in maar je energie gaat zeker niet volledig verloren in zompige vering. Zo lang als we met de Focus aan het prutsen waren om de dempers te finetunen, zo snel ging dat bij de Canyon. De eerste weken van de testperiode fietsten we op een maat L om hiermee te concluderen dat het een bijna perfecte fiets is, maar dat we hem in de toekomst graag wat langer zouden willen zien.

Geluksvogel als ik ben kreeg ik de mogelijkheid ook nog met de XL te rijden inclusief 160 millimeter Fox Factory 36-vork. Een eyeopener. Deze versie van de Spectral on steroids klimt maar amper minder dan de large, maar daalt beduidend beter. Vooral wanneer we weer eens een drop-off verkeerd inschatten en het gat voor de landing dieper blijkt te zijn dan gedacht vangt de langere fiets met net dat beetje meer het een stuk beter op. Terug naar de Large dan, waar we een lange dag mee door zuid-Limburg trokken en vervolgens een week runs mee maakten in Leogang. De carbon DT Swiss-wielen zijn serieus stijf en bombproof in combinatie met de dikke Maxxis-banden. De 2.6 Rekon achter rolt licht maar was na een aantal dagen Oostenrijk al volledig opgestookt. Ook de rest van de afmontage, met name uit de stal van SRAm met een Eagle-groepset, Guide-remset en Reverb-zadelpen werken feilloos. Fox verzorgt de vork en achterdemper die net als op de onlangs getest Lux zeer progressief werken. 140 millimeter achter voelt als veel meer en je moet voor behoorlijk heftige impact zorgen wil je de volledige capaciteit gebruiken. De Spectral is bruikbaar in Nederland, maar dan wel zonder haast of ‘Stravastress’. Dan kun je hem daarna in je auto laden om je eerste enduro of ultra raid te betwisten.

Conclusie

In z’n algemeenheid kunnen we (nogmaals) concluderen dat alles langzaam opschuift. De One-Twenty heeft een 130 millimeter vork en de Spectral rijdt perfect met een 160 millimeter vork. Bigger is better zo lijkt het. Zodra je de nood aan snelheid vaarwel zegt en fun op de eerste plaats zet kun je met alle drie de modellen prima in zowel ons vlakke landje als in de Alpen rijden. Een perfect compromis is er niet. Wel is duidelijk voelbaar dat de One-Twenty makkelijker op snelheid te houden is dan bijvoorbeeld de Spectral, terwijl we met de One-Twenty bergaf dan wel weer voelde dat we tegen de rand van de beschikbare veerweg aan zaten te hikken. De Focus in het midden is qua veerweg bijna ideaal. Zouden we onze droomfiets mogen samenstellen, dan was de keus niet zo moeilijk. De veereigenschappen van de Spectral in combinatie met het rappe wendbare gevoel van de One-Twenty en de klimkunsten van de Jam. Een 135 millimeter trailfiets met lange reach en steile zitbuis. Dat moet hem worden!