Het blijft leuk om een Nederlandse fiets te testen. Het geeft toch een vleugje romantiek, maar ook wel extra druk voor het merk. Van Nicholas is al jaren een toonaangevend merk op het gebied van titanium fietsen. Ook nadat Koga het merk heeft overgenomen van oprichter Jan-Willem Sintnicolaas heeft het niets van zijn pluimen verloren. Ik ben benieuwd wat deze fiets te bieden heeft aan rijeigenschappen en hoe mooi is hij eigenlijk in het echt?

Prijzig

Titanium is een bijzonder materiaal. In de vorm van legeringen is het zeer geschikt om er frames van te bouwen. Het is lichter en sterker dan staal. Het is zwaarder dan aluminium, maar zoveel sterker dat je dunnere buizen kunt gebruiken, wat resulteert in een lichter frame. Titanium roest niet en is comfortabel. Het lijkt ideaal om een frame mee te bouwen, toch zie je ze niet heel vaak. Het grootste nadeel van titanium is echter de prijs van het materiaal en dat het moeilijk te bewerken is. Titanium fietsen zijn dus per definitie prijzig. Daarbij is carbon een geduchte tegenstander qua materiaal. Carbon is goed te vormen en is lokaal aan te passen aan de gewenste eigenschappen. Een aero frame met een stijve achtervork en comfort is te creëren met carbon en zal je niet van titanium kunnen maken.

Maar titanium is prachtig en ziet er exclusief uit. Het ongelakte metaal is zeer populair en heeft voor de echte titanium-adepten de enige echte uitstraling die het zou moeten hebben. Doordat het materiaal van zichzelf een anti-oxidatielaagje heeft roest het niet en hoeft de fiets niet gespoten te worden. Vaak wordt de belettering er dan opgezet door het materiaal te borstelen of te zandstralen. Dat deze Van Nicholas wel kleur heeft is dus eigenlijk een beetje tegen het geloof van de hardcore titanium-adepten in.

Rapha-kleuren

Ik vind het juist wel mooi en in deze kleurstelling is het een echte Rapha-fiets. De kleuren van de Rapha Cycling Club (RCC) zijn namelijk grijs met roze. De fiets is overigens ook in andere kleuren verkrijgbaar, maar dit is wel mijn favoriete combinatie.

De fiets is dus van titanium met een carbon voorvork. Het mooie van titanium fietsen is dat het vaak echt vakwerk is en erg fraai is afgewerkt. Zo ook bij deze Van Nicholas. Alleen al de manier hoe de kabel uit de achterpat komt is al kunst op zich. Om maar te zwijgen van de stijlvolle manier hoe de voorvork en de balhoofdbuis op een aerodynamisch wijze op elkaar aansluiten. Voor mij een detail wat de fiets net dat beetje extra geeft. Ook prachtig is het ‘gegraveerde’ logo in de balhoofdbuis. De doorvoer van de kabels door dezelfde buis is ook zeker mooi te noemen. De lak ligt echt op de buizen en dat is te voelen. Zeker bij de kleine losse roze streepjes voel je dit. In eerste instantie ben ik bang dat het er makkelijk af gaat, maar aan de andere kant zou je mogen verwachten dat dat niet gebeurt. Het kleurenschema is chique en laat nog heel veel titanium zien. Dat mag ook zeker want dat is en blijft een prachtig materiaal.

 

Kasseienrit

De Skeiron is de schijfremfiets van Van Nicholas, afgemonteerd met een Ultegra-groepset. Het Fi’zi:k-stuur en de bijpassende stuurpen zien er prima uit. Het Fi’zi:k-zadel heeft de kleuren van het frame meegekregen. Dat is natuurlijk erg leuk en maakt de fiets ook gelijk één geheel. De zadelpen is van Van Nicholas en ook deze ziet er gelikt uit. Ik ben ook benieuwd naar de FFWD-wielen. Op wielen van dit Nederlandse merk heb ik jarenlang gereden, maar dan vooral op de baan. Ik ben benieuwd hoe deze F3D set op de weg rijdt. Er zitten DT Swiss 240s-naven in, dus dat is sowieso een topkeuze. Als banden zijn de 28 millimeter Continental Grand Prix 4000s II gemonteerd. Nog meer comfort verzekerd.

Waarom titanium? Deze vraag wordt vaak beantwoord met comfort. Licht, sterk maar comfortabel (en natuurlijk gewoon mooi). Om dit antwoord te checken heb ik de Van Nicholas meegenomen naar de kasseien van de 9e etappe in de Tour de France. Er staat een noordwestenwind. Wel toevallig, want in de Griekse mythologie is Skeiron de god van de noordwestenwind. Dat moet een voorteken zijn. We zijn op weg naar de eerste kasseienstrook. De fiets voelt als een zetel. Comfortabel en stabiel. We rijden lekker door en zoeken onze weg. Opeens rijden we over een gravelpaadje. “Als de Tour hier maar niet langs hoeft”, wordt er meteen geroepen. De Skeiron doet het niet zoveel. Die dendert lekker door. De kasseienstroken die in deze rit zitten zijn serieuze stroken, maar eigenlijk heb ik er wel zin in. Even lekker dokkeren over de steentjes.

Het is zover, mijn voorwiel voelt de eerste kasseien. Ik ook. Deze keien liggen toch echt slechter dan waar dan ook. En dit is nog maar het begin. De kanten liggen nat, dus is het verstandig op het midden te blijven rijden. Handen losjes boven op het stuur en de benen het werk laten doen. Ik vraag me wel af of dit wel de juiste plek is om details over comfort te voelen. Volgens mij voelt een kasseienstrook op elke racefiets oncomfortabel. Met deze bolide misschien iets minder, maar dat kan ik niet echt voelen. Het stuitert vooral, hard en veel. Toch bevalt de fiets goed. Hij is heerlijk stabiel en zijn stuurgedrag bevalt me prima. Hij doet wat ik wil, maar is niet te nerveus en dat is op de kasseien wel lekker.

Glad!

Elias, die het verhaal over de verkenning van deze Touretappe schrijft (zie Fiets nr. 7-2018), rijdt me het snot voor de ogen. Op verschillende stroken moet ik zijn wiel laten gaan. Het voelt niet als een nederlaag, maar toch heb je het liever niet. Tussen mijn voorvork en de band wordt een hoopje modder gecreëerd. Er zitten dan wel 28 millimeter banden in, maar de ruimte is best aan de krappe kant. De laatste strook ligt nat en ik glibber alle kanten op. Ik heb angst en probeer druk op de pedalen te houden, waardoor de grip voldoende blijft. Op het gladste stuk moet ik ook nog een bocht door. De semi-slicks zijn duidelijk niet geschikt voor een natte kasseienkoers. Na de bocht ligt het er weer droog bij en ik zet vol aan. Even alles eruit. De fiets krijgt het flink te verduren en stuitert alle kanten op. Het voelt heerlijk en ik trek nog even door. Ondanks het gestuiter kom ik aardig vooruit. Als we keien afdraaien, zie ik de angst in de ogen van Elias. “Wow, dat was glad!” zegt hij met veel ongeloof. Ik lach en geniet. Dit zijn de keien van Parijs-Roubaix. We rijden rustig terug naar de auto. Ik kan best trots zijn hoe de fiets zich heeft gehouden. Bij terugkomst spuit ik mijn fiets schoon. De lak op het frame blijft prima zitten en ik doe voorzichtig. Je wil immers de fiets weer in goede staat teruggeven. Tot mijn verbazing laat de lak van de voorvork wel los… Oeps. Niet goed, Léon.

Alleskunner

De Skeiron is geen uitgesproken racer. Het is meer een alleskunner met stijl. Hij heeft de uitstraling van een cultheld die prima weet wat hij wil. Een beetje meer ruimte voor de voorband en je hebt een fiets waar je heel erg veel, heel goed mee kunt.

Ik rijd een rustig ritje richting Schoonhoven. Even een bakkie doen bij Fausto. Deze keer geen kasseien maar gewoon glad asfalt met hier en daar een gat in het wegdek. Op een bochtig stuk geef ik wat gas. Even kijken hoe de Van Nicholas zich gedraagt. Ik duik de bocht in. Druk op het buitenbeen en een beetje druk op de binnenste beugel van het stuur. Zo hou ik de fiets goed onder controle. Ik zet na de bocht vol aan. Hop, hop, hop. In mijn hoofd moedig ik mezelf aan. Ik merk dat de fiets wat zwaarder is. Hij smijt net even iets minder lekker en ook op het aanzetten reageert hij iets minder fel dan een topracer. Begrijp me niet verkeerd. Hij doet het absoluut goed, maar het kan beter. Het is wel een stabiele fiets die heerlijk rijdt. Zijn stuurgedrag vind ik perfect passen bij de uitstraling van de fiets. Hij stuurt heerlijk door de bochten, en op de rechte stukken voelt hij stabiel en niet nerveus aan. De wielen zien er niet alleen strak uit, zo voelen ze ook aan.

Flat white en granolabar

Ik houd wel van de mix van een klassieke frame met een moderne afmontage. Schijfremmen zijn sowieso de toekomst. Nu de UCI groen licht heeft gegeven voor alle koersen zal de transformatie snel gaan en zal de klassieke velgrem snel retro worden, althans dit is mijn voorspelling. Voor zit een 160 millimeter en achter een 140 millimeter schijf. Dit om meer remkracht te hebben aan de voorkant, waar je dat ook wenst.

We drinken een bakkie en de eigenaar loopt gelijk naar buiten wanneer hij hoort dat ik een Van Nicholas mee heb. Even gluren naar het titanium geweld. Hij kijkt me aan met een goedkeurende blik. “Prachtig”, zegt hij. Meer niet. We werken nog een tosti naar binnen en vertrekken weer richting huis. Natuurlijk kun je prima racen op deze fiets en je zal er ook op kunnen winnen, maar deze bolide geeft mij meer het gevoel dat hij past in een lange rit met een flat white en een huisgemaakte granolabar, al dan niet in je RCC-shirt.

Zelf vind ik het schoonmaken van titanium een nadeel. Het vlekt enorm als je heb gewoon afspoelt of met een sopje schoonmaakt en laat opdrogen. Op het forum van fiets.nl vind ik echter veel tips en met een beetje WD40 (want dat had ik toch staan) glimt de fiets weer als nieuw.

Wees stijlvol

De Van Nicholas is een prachtige fiets die zeker zijn plaats verdient in wielerminnend Nederland. Voor mij is de 8,7 kilogram die de fiets zonder pedalen weegt wel een reden hem in de comfort fietsen te plaatsen. Zijn comfortabele rijeigenschappen bevestigen dit. Het gewicht valt me echter wel tegen, zeker als je het verhaal over titanium leest (licht, sterk, comfortabel) op de website van Van Nicholas. Dan verwacht je toch een fiets die beter zou kunnen concurreren op dit gebied. Buiten het gewicht is het gewoon een prachtige fiets, waar veel mensen hun vingers bij aflikken. Een klassieke tijdloze uitstraling met prachtige details die je jarenlang plezier gaan opleveren. De prijs van 6282 euro valt me dan weer mee. Het blijft natuurlijk een smak geld, maar ik heb al heel veel niet-titanium fietsen getest die duurder zijn of in dezelfde prijsklasse zitten als deze Van Nicholas.

De Van Nicholas Skeiron DB is voor mij een fiets met een duidelijk doel. Wees stijlvol en fiets, veel en ver of wees gewoon erg stijlvol.