Steven Kruijswijk en Tom Dumoulin kwamen ongeschonden uit de tiende Touretappe, maar Dylan Groenewegen en Bauke Mollema ging het iets minder makkelijk af. Groenewegen had de grootste moeite om met een geblesseerde knie op tijd binnen te komen en Mollema verloor bijna een minuut op zijn concurrenten.

Mollema heeft goede hoop

Groenewegen en Mollema kwamen zondag in de kasseienrit allebei hard ten val. Groenewegen liep een gekneusde knie op, terwijl Mollema vooral zijn rug blesseerde. “Het ging niet echt lekker”, blikt Mollema tegen het ANP terug op de eerste Alpenrit. Op de Colombière kwam Mollema op twintig seconden van de groep met klassementsmannen over de top en verloor hij in de afdaling dertig extra seconden. Op het moment dat Daniel Martin demarreerde, moest Mollema uit het zadel en kreeg hij nog meer rugpijn. “Het is jammer, ik hoopte deze dag zonder tijdverlies door te komen. We moeten de komende dagen zien of het verbetert. Met dit soort blessures gaat het normaal gesproken elke dag beter.”

Mollema verloor uiteindelijk 51 seconden op zijn concurrenten, maar voor Groenewegen kon het veel slechter aflopen. Slechts een halve minuut voor het verstrijken van de tijdslimiet passeerde de tweevoudig ritwinnaar de meet in Le Grand-Bornand. Makkelijk ging het niet bij Groenewegen, die veel pijn had op de fiets. “Ik zal elke dag starten die ik kan starten. Opgeven daar houd ik niet van. En als je niet start weet je ook niet of het gaat.”

Rekenwonder Renshaw

Gelukkig zat Groenewegen in een goede ‘bus’ met Mark Cavendish, Marcel Kittel en rekenwonder Mark Renshaw. “Je maakt een beetje een berekening hoe hard ze kunnen rijden. Renshaw is daar goed in. We hielden dertig seconden over. Als je het zo kunt timen, is dat perfect. Ik hoop dat het elke dag wat beter gaat.”