Primoz Roglic heeft zondag de Ronde van Romandië 2018 op zijn naam geschreven. De Sloveen zag in de slotetappe naar Genève zijn leidende positie niet meer in gevaar komen en boekte zo zijn vierde overwinning van het seizoen. Een trotse Roglic kon na de slotetappe zijn geluk niet op. “Woorden schieten te kort. Ik en heel de ploeg zijn erg, heel erg blij met deze overwinning.”

Ronde van Romandië 2018

Roglic startte als topfavoriet aan de Ronde van Romandië en pakte al in de eerste rit-in-lijn, nadat Michael Matthews de proloog had gewonnen, de leiderstrui. In de klimtijdrit zag hij Egan Bernal de ritzege pakken en dichterbij komen in het klassement, waarna hij in de koninginnenrit flink werd bedreigd door de Colombiaan. De ene na de ander aanval volgde, maar uiteindelijk finishte Roglic in dezelfde tijd als Bernal en pakte hij door middel van bonificatieseconden zelfs tijdwinst op hem.

In de afsluitende rit naar Genève stonden er geen zware beklimmingen meer op het menu en draaide het na 181,8 kilometer op een sprint uit. Pascal Ackermann (BORA-hansgrohe) was daarin de sterkste voor Michael Morkov (Quick-Step) en Roberto Ferrari (UAE Emirates), maar belangrijker: de leiderstrui van Roglic kwam niet meer in gevaar.

Stormachtige ontwikkeling

Voor Roglic is het na de Ronde van het Baskenland zijn tweede eindzege in een WorldTour-koers. De 28-jarige ex-schansspringer ontwikkelt zich razendsnel en daar zijn ze bij LottoNL-Jumbo maar wat blij mee. “Hij rijdt nu voor het derde jaar bij onze ploeg. Zijn ontwikkeling als wielrenner is fenomenaal. Het is een droom zoals hij zich ontwikkelt. Als persoon, als wielrenner en als leider van deze ploeg. Het is een fantastisch iemand om mee samen te werken”, aldus Merijn Zeeman op de site van de ploeg.

Roglic, die niet deelneemt aan de Giro d’Italia maar wel de Tour de France op zijn programma heeft staan, bedankt vooral zijn ploegmaten. Steven Kruijswijk (zelf 6e in het klassement) was één van hen en stond de Sloveen op zware momenten bij. “Deze overwinning is ook voor mijn ploeggenoten. De jongens waren heel sterk en het is een genot om met hen te werken en hun vertrouwen om te zetten in overwinningen. Ik wist dat ik sterk was en ik was ook optimistisch, maar je moet het nog wel doen. Dat is niet eenvoudig.”