Voor het derde jaar op rij doet Uno-X Mobility mee aan de grootste wielerkoers ter wereld. Woensdag schreef de ploeg geschiedenis door voor het eerst een rit in de Ronde van Frankrijk te winnen. General manager Thor Hushovd (47) durft nog grootser te dromen. Wij spraken met hem voor de Tourstart. “Niemand weet wie over vijf jaar de Tour gaat winnen.”
Wanneer Thor Hushovd een paar dagen voor de Ronde van Vlaanderen het parcours verkent, blijkt maar weer hoe populair de Beer van Grimstad nog altijd is: bijna iedereen staart de oud-wereldkampioen na. Hushovd – het type ruwe bolster, blanke pit – steekt geregeld zijn duimpje op of zwaait rustig terug.
Nog altijd ziet de man die in 2014 stopte er afgetraind uit. “Maar heel veel op de fiets zit ik niet meer”, zegt Hushovd tijdens een verkenningsritje daags voor De Ronde. “Eerlijk gezegd vind ik hardlopen op dit moment veel leuker dan wielrennen. Ik heb zelfs een marathon gelopen. In 2017 liep ik die van New York in 3 uur en 18 minuten.”
Derde jaar op rij
Tegenwoordig is Hushovd general manager bij Uno-X Mobility. De Noorse ploeg timmert stevig aan de weg en ontving met de mannenploeg voor het derde jaar op rij een uitnodiging voor de Tour de France. Dat is niet onterecht. De vorige keren wist Uno-X zich in de Tour al te onderscheiden met hun aanvallende koersstijl. In 2024 mocht Jonas Abrahamsen zelfs tien dagen de bolletjestrui dragen. Het bergklassement is opnieuw een doel, maar daar straks meer over. Bij het grote publiek en de ploeg zelf kwam de wildcard niet als een verrassing, maar de opluchting bij Hushovd was er niet minder door. “Ik vind dat Uno-X het ook heeft verdiend. Het was geen verrassing, maar er komen veel sterke ploegen aan. Daarom was ik erg opgelucht dat ik een belletje kreeg van Tourbaas Christian Prudhomme.”

Met die sterke ploegen bedoelt Hushovd onder meer Tudor van oudconcurrent Fabian Cancellara en Q36.5, de ploeg met Tom Pidcock als uithangbord. “Het is goed dat er nu drie goede teams op procontinentaal niveau zijn. De sport heeft dat nodig, want we zien veel ploegen moeite hebben om het budget telkens rond te krijgen. Dat er nieuwe, financieel gezonde ploegen opstaan is daarom een positief teken.”
Onbemande tankstations
Uno-X Mobility is een van die gezonde ploegen. De sponsor valt onder het moederbedrijf Reitan en bezit bijna zeshonderd onbemande tankstations in Noorwegen en Denemarken. Het bedrijf richt zich volledig op die twee landen, net zoals de mannenploeg alleen maar beschikt over Noorse en Deense renners. Toeval? Nee, het zit in de filosofie van de ploeg. “Onze ploeg bestaat uit een goede groep mensen die dit team naar een hoger niveau willen brengen. Alles gaat daarbij stap voor stap. We staan voor onze identiteit, daarom is het mooi om alleen maar Noren en Denen in de mannenploeg te hebben. Je ziet vaak sponsoren wisselen van team of het shirt van de ploeg om het seizoen veranderen, maar als fan van de wielersport snap je er op een gegeven moment helemaal niks meer van. Het is daarom goed om zo’n identiteit te hebben. Mensen zijn trots om bij Uno-X te horen.”

Met Belgische hulp
Sinds dit seizoen hoort het Belgische Ridley ook bij de ploeg. Jarenlang was het fietsenmerk verbonden aan de Lotto-ploeg, sinds dit jaar voorzien ze Uno-X van onder meer de Ridley Noah Fast. “Toen ik vorig jaar manager werd, was een van mijn eerste taken om een nieuw fietsenmerk te vinden. Na een gesprek met oprichter Jochim Aerts bleek het een perfecte match te zijn. Reitan is namelijk net als Ridley een familiebedrijf, met dezelfde normen, waarden en ideeën. Voor mij was het meteen duidelijk dat Ridley dezelfde richting op wilde als wij.” Er werd een verbintenis aangegaan voor tien jaar. Zo’n lange duur is in de wielerwereld ongebruikelijk, maar door elkaar te voorzien van feedback hopen zowel Uno-X als Ridley een stap in hun ontwikkeling te zetten.
“Soms voelt het ongemakkelijk om te zeggen dat een fiets snel is, maar in dit geval is het echt waar”, zegt Hushovd met een glimlach over de onlangs gepresenteerde Ridley Noah Fast 3.0. “Vergeet niet, hè”, voegt hij serieus toe. “Een fiets kan op mentaal gebied echt voor- of nadelen met zich meebrengen. Als je het idee hebt dat concurrenten op snellere fietsen rijden, sta je eigenlijk al met 0-1 achter. Nu heb ik echt van geen enkele renner nog een klacht gehoord.”
Formule 1
Als renner reed Hushovd op fietsen van Look, Cervélo en BMC. “En al die fietsen zijn verschillend, al is een fiets niet zoals een Formule 1-wagen: in een slechtere auto kun je niet winnen. Het komt in die sport echt op de milliseconden aan. In het wielrennen zijn er zoveel andere parameters. Lange tijd had Specialized weliswaar het imago dat er alleen gewonnen kon worden op een fiets van Specialized, maar die tijd is ook voorbij.”
De misschien wel mooiste overwinning uit zijn carrière boekte Hushovd op een Cervélo. In 2010 kroonde de Noor zich in het Australische Geelong tot wereldkampioen. Verder prijken ook tien etappes in de Tour de France, tweemaal winst in het puntenklassement van diezelfde Ronde van Frankrijk, Gent-Wevelgem, Omloop Het Nieuwsblad, drie Vuelta-etappes en een Giro-etappe op zijn indrukwekkende palmares. Nog altijd wordt hij door veel liefhebbers als held gezien. “Toen ik nog reed en meedeed aan de Tour de France was mijn status groter”, zegt hij nu, bescheiden. “Wielrennen is en was heel populair in Noorwegen. Noren houden sowieso wel van sport. Ik was in die tijd hét gezicht van de Tour voor veel landgenoten. Dat was ook de reden dat ze het gingen uitzenden op de nationale tv.”

Sterke beren
Veel renners die nu meedoen om de hoofdprijzen, stapten ooit als klein mannetje op de fiets dóór Hushovd. Een overeenkomst is dat alle Noren er net als Hushovd enorm sterk uitzien. Iets typisch Noors? “Een goede vraag, maar het is moeilijk om daar een goed antwoord op te geven. Kijk: iedereen traint goed. Op jonge leeftijd wordt daar in Noorwegen al heel serieus over nagedacht. Talenten zoals Jonas Abrahamsen zijn gewend om in de koude naar buiten te gaan. Op pad te gaan als een vechter. Al die kleine dingen zorgen in mijn optiek al voor een klein voordeel ten opzichte van renners uit andere landen.”
“Het is grappig dat in de laatste 25 jaar de Noren vooral heel sterk hebben gepresteerd in de klassiekers. Ik deed dat, maar daarna ook Edvald Boasson Hagen en Alexander Kristoff. Nu zie je dat de jonge Noorse renners ook goed uit de voeten kunnen in de klassiekers. Gelukkig zijn er ook wat talentvolle Noorse klimmers op komst.”
De bollentrui
Met mannen als Kristoff, Abrahamsen, Rasmus Tiller, Søren Wærenskjold, Tobias Johannessen en Magnus Cort Nielsen hoopt Hushovd dit jaar geschiedenis te schrijven door voor het eerst in het bestaan van de ploeg een Tourrit te winnen. Om met een Deen of Noor een rit te winnen, zou voor Hushovd voelen als de ultieme beloning. “Stel dat je al jaren keihard voor zoiets werkt, maar je haalt ineens een type Jasper Philipsen en wint dan een Tourrit, dan zal het vast geweldig zijn – maar voelt het toch anders. Om met iemand te winnen die je zelf hebt opgeleid, is het ultieme.”
Opvallend genoeg is ook de bolletjestrui een hoofddoel. “Dat is echt mogelijk”, stelt de ploegbaas. “We zijn niet bang om aan te vallen. We weten ook heus wel dat als we een klim naast Tadej Pogačar of Jonas Vingegaard beginnen, we niet als eerste boven komen. Dus we moeten anticiperen. We hebben veel renners die op die manier een rit kunnen winnen. En we hebben ook een paar jongens die sprints kunnen winnen op kleinere en grotere bergen. Vorig jaar droegen we tien dagen de bolletjestrui. Het is dus mogelijk.”

Aan ambities geen gebrek bij Uno-X. “Zoals de vorige manager Jens Haugland zei: we willen het PSV van de wielersport worden. Ze zijn goed in talenten zoeken én opleiden. Dat is de kracht en ambitie van het team”, legt Hushovd een Nederlands linkje.
De big dream
Het is grappig om van dichtbij te zien hoe Hushovd in het leven staat. Hij oogt rustig en koeltjes, maar ook vastberaden. Als hij iets in zijn hoofd heeft, dan is de kans groot dat het hem ook gaat lukken. Toen hij vorig jaar in het bijzijn van de Ridley-mensen zijn enthousiasme uitsprak over de nieuwe samenwerking, liet hij ook vallen dat hij de ambitie heeft om binnen vijf jaar de Tour te winnen. Een nogal gewaagde uitspraak voor een ploegbaas die momenteel over geen enkele topklassementsrenner beschikt. Sterker nog: voor een ploegbaas die met zijn ploeg nog nooit een rit in de Tour heeft gewonnen. “Niemand weet wie over vijf jaar de Tour gaat winnen”, legt hij uit.
“Waarschijnlijk geen Tadej Pogačar, geen Jonas Vingegaard en ook geen Remco Evenepoel. In de tussenliggende jaren zullen ze er vast een paar winnen, ja. Maar er staat binnenkort een nieuwe ster op. De grote vraag is: wie heeft hem straks Mijn doel is om die ster te vinden. Wij willen alles aan de performance-kant zo voor elkaar hebben, dat we de Tour kunnen winnen. Met de beste basisvoorwaarden en de komst van triatloncoach Olav Aleksander Bu (trainer van onder anderen Kristian Blummenfelt en de nieuwe head coach bij Uno-X, red.) hopen we dat te bewerkstelligen. Dat is de big dream.”


