Hoewel het Italiaanse Bottecchia al 99 jaar bestaat, is het merk in Nederland niet heel bekend. Toch is er genoeg om van te houden, merkt Herman tijdens het testen van hun nieuwste racer: de Emme 5.
Op een zonnige woensdagochtend stond Jeroen Punt van Cycle Performance, distributeur van Bottecchia, voor de deur met deze testfiets, de Emme 5. Terwijl de koffie pruttelde, gaf hij mij een introductie in de wereld van dit Italiaanse merk. Bottecchia is misschien niet de eerste naam die in je opkomt als je aan fietsenfabrikanten denkt. Maar er schuilt een lange historie achter, die begon in de Tour de France. De laatste jaren was het aardig stil rond het merk in Nederland en Vlaanderen, maar Jeroen Punt wil daar verandering in brengen. De Emme 5 moet daarbij een serieuze rol spelen. Of dat gaat lukken? Dat ga ik de komende tijd ontdekken.
Ottavia en de Tour
Als redacteur en liefhebber vind ik het een voorrecht om de passie van mensen als Jeroen van dichtbij mee te maken, en om op pad te gaan met een merk waarop ik nog niet eerder heb gereden. Natuurlijk roept de naam Bottecchia bij mij wel íets op: het roemrijke Acqua & Sapone, met hun felrode tenues, reed in het verleden op fietsen van dit merk. Vandaag de dag is Bottecchia nog steeds actief als fietsenleverancier in de wielersport, zij het bij ploegen van een lager niveau.
Bottecchia’s ontstaan, in 1926, valt trouwens terug te voeren op het allerhoogste niveau: de Ronde van Frankrijk. Twee jaar eerder, in 1924, won Ottavio Bottecchia namelijk als eerste Italiaan de Tour de France. Hij reed zelfs van de eerste tot de laatste etappe in het geel. Het jaar erop won hij de Tour opnieuw. Het succes was voor fietsenmaker Teodoro Carnielli, tevens voorzitter van de wielervereniging van Vittorio Veneto, aanleiding om fietsen te ontwerpen onder de naam Bottecchia. Ottavio zelf pikte daarbij van de verkoop van ieder exemplaar een graantje mee.


Visuele boost
Het merk is in de afgelopen decennia meermaals van eigenaar gewisseld en verhuisd, maar inmiddels in rustiger vaarwater terechtgekomen. Het is nu al heel wat jaren gevestigd in Piove di Sacco, niet ver van de stad Padua. Hier worden de racefietsen, gravel- en mountainbikes ontworpen, gelakt en geassembleerd voordat ze hun weg vinden naar hun eigenaar. De productie van de frames vindt, zoals bij meer merken, plaats in het Verre Oosten.
De Emme 5 wordt gepresenteerd als een allrounder die aerodynamischer en lichter is dan zijn voorganger, de Emme 4. Deze modelreeks gaat al heel wat jaren mee en is de belangrijkste racefiets in het assortiment (dat verder bestaat uit onder meer een klimfiets, aeroracer en tijdritfiets). Volgens Bottecchia is het frame van de Emme lichter geworden, 8 procent om precies te zijn, zonder in te leveren op stijfheid. Dit is mede mogelijk dankzij de nieuwe achtervork, die uit één stuk is vervaardigd, en het monocoqueframe zonder verlijming of verbindingspunten. Hierdoor ontstaat volgens de Italianen de ‘optimale verdeling’ van de T1000- en T1100-carbonvezels in het gehele frame.

De aerodynamische winst is, behalve aan de aangepaste onderbuis, balhoofd, voorvork en zadelpen, ook te danken aan de volledig geïntegreerde cockpit, die de fiets bovendien visueel een boost geeft ten opzichte van zijn voorganger.
Italiaanse flair met dikke sloffen
De fiets straalt Italiaanse flair uit. De glanzende, opvallende lak draagt de naam marmor verde bianco, oftewel ‘groen-wit marmer’. Het groen met de marmerachtige tekening springt in het oog en vormt een prachtig contrast met het overwegend witte gedeelte van de fiets, dat dan weer subtiel wordt onderbroken door een gouden accent. De decals van Bottecchia, Emme 5 en het adelaarlogo zijn vrij bescheiden op het frame aangebracht. Dat het lakwerk en ontwerp nog in Italië worden verzorgd, is duidelijk te zien in dit smaakvolle en verfijnde geheel.
De afmontage is grotendeels zoals je mag verwachten bij een fiets die 6.749 euro kost. Mijn testmodel is uitgerust met de elektronische Shimano Ultegra Di2-groep, 12-speed, met een 52 voor en een 34 achter. De matzwarte, geïntegreerde carbon cockpit van het huismerk OИE RR heeft een breedte van 42 centimeter en een subtiele flare. Ook de D-vormige carbon zadelpen is van eigen merk. Bovenop zit een kort maar breed uitlopend Selle San Marco zadel, de Shortfit Wide Open.

De wielen zijn de ITM Volata’s, met een hoogte van 55 millimeter en carbon spaken. Helaas komt deze wielset tegen een meerprijs van 700 euro. Standaard wordt de testfiets geleverd met de ITM Fuga 40 of de Ursus TC37, beide carbon. Dat is best jammer, want de Volata-wielen geven de fiets die lekkere ‘dikke sloffen-look’ en hebben een keurig gewicht van nog geen 1400 gram. Hoewel ik de standaard wielset niet heb kunnen beoordelen, kan ik nog wel iets zeggen over de banden: ik vind het jammer dat er gekozen is voor Vittoria Rubino Pro’s. Die zijn duurzaam en lekbestendig, maar qua rolweerstand had ik op deze fiets toch echt liever de duurdere Corsa Pro van hetzelfde merk gezien. Er is een maximale bandbreedte van 32 millimeter mogelijk.
Alles bij elkaar genomen is de afmontage passend gezien de prijs van de fiets. Ga je voor de uitvoering met Shimano 105 Di2, dan bespaar je zo’n 1.000 euro.
Gewoon goed
Veel kilometers maken in de zomer is geen straf. De zon staat hoog aan de strakblauwe hemel en ik heb een mooie route uitgestippeld, waarop ik de Emme 5 onder diverse omstandigheden kan testen. Ik rijd trouwens op een framemaat 51; veel Italiaanse merken hanteren een eigen maatvoering die overeenkomt met een meer gebruikelijke framemaat tussen 54 en 56. Het is daarom verstandig je goed te laten informeren en adviseren over welke maat het beste bij jou past, vooral als het gaat om de stack en reach van deze fiets. Al geldt dat laatste natuurlijk bij de aankoop van iedere fiets.
De eerste 30 kilometer moet ik nog even wennen aan mijn positie op deze racer. Ik zit wat hoger door de spacers onder de cockpit. Jammer, maar wel begrijpelijk dat de voorvork niet is afgezaagd, met het oog op de toekomstige verkoop van deze fiets. Met wat tegenwind trap ik flink door tussen Dronten en Elburg; de Emme 5 voelt hierbij erg toegankelijk aan. Toch kan ik het echte karakter van deze Italiaan nu nog niet plaatsen. Wel staat vast dat het stuurgedrag prima is: niet messcherp, maar gewoon goed. Voorspelbaar en met vertrouwen neem ik de bochten.
Klim van formaat
De cockpit is ergonomisch goed ontworpen – zowel in de beugels, met de handen bovenop, als rondom de shifters voelt het prettig aan. Wel zou ik zelf kiezen voor een 40 centimeter breed stuur, in plaats van de 42 op deze testfiets.
Nadat ik ’t Harde achter me heb gelaten, volgt de enige ‘klim van formaat’: De Knobbel. De licht oplopende kilometers nodigen uit om uit het zadel te komen en flink te duwen en trekken aan het stuur, van links naar rechts. Deze proef doorstaat de Emme 5 moeiteloos. De voorkant voelt wendbaar en stabiel, en de fiets is ter hoogte van de trapas stijf genoeg om kracht te blijven leveren en de snelheid bergop vast te houden. Het is echter geen pure klimmer, want op het gewicht valt nog winst te behalen: mijn testfiets tikte op de weegschaal 7,8 kilogram aan. In de afdaling laat ik de fiets lekker lopen op hoge snelheid; de Emme 5 voelt zo stabiel aan dat je er met vertrouwen mee kunt afdalen in de Dolomieten, of een ander gebergte naar keuze.

‘Toegankelijke allroundracer met prachtig lakwerk’
Op de glooiende weg richting Hattem wil ik testen hoe de fiets reageert bij korte sprintjes. Na een aantal pogingen kom ik tot de conclusie dat de Emme 5 voldoende stijf is, maar dat het echte vinnige gevoel, zeg: het raketgevoel, wat ontbreekt. Of dat nu ligt aan het frame, of aan de wielset in combinatie met de relatief stugge banden – ik kan de vinger niet helemaal op de zere plek leggen. Maar wanneer de snelheid er eenmaal in zit, helemaal met de wind in de rug, houdt de Emme 5 moeiteloos snelheden boven de 45 kilometer per uur vast.
Met de handen in de beugels lukt het mij zelfs om een korte ‘tijdrit’ te rijden met meer dan 50 kilometer per uur. Hierbij merk ik dat de hoge wielen en de aerodynamische eigenschappen van deze fiets niet voor niets zijn. Overigens scoren die wielen, dankzij het velgprofiel, een dikke voldoende als het aankomt op zijwind.
Welk hokje?
Als ik weer tot bedaren ben gekomen, rijd ik de laatste 30 kilometer ontspannen met de handen losjes op het stuur. Kan ik deze Emme 5 nu in een hokje plaatsen? Het comfort van deze racer is in ieder geval prima. De achterkant en de zadelpen filteren oneffenheden voldoende weg, al merk je flinke klappen of diepe gaten natuurlijk nog steeds. Wie meer comfort wil, kan spelen met de bandendruk of overwegen een andere wielset te monteren. Daarmee wordt duidelijk dat dit echt geen enduranceracer is. Het label ‘allrounder’ past uiteindelijk toch het best bij de Emme 5.
De fiets is voldoende stijf en wendbaar, klimt gestaag, daalt met vertrouwen en is prima inzetbaar voor koersen en granfondo’s. De toegankelijke geometrie zorgt voor een minder diepe zit dan bij andere, puurdere aeroracers. De Emme 5 heeft alles in zich om een allemansvriend te zijn zonder scherpe randjes. Een allrounder die zijn mannetje staat en met andere banden waarschijnlijk nog beter tot zijn recht komt.

En ja, het uiterlijk telt ook. Het opvallende lakwerk en de markante achterzijde van het frame geven deze Italiaan voldoende karakter om zich te onderscheiden tussen de vele racefietsen op de Hollandse strade. Het prijskaartje van 6.749 euro ligt aardig in lijn met dat van vergelijkbare modellen. Met deze fiets haal je een veelzijdige racer in huis die je niet op elke straathoek tegenkomt. Nu misschien nog wat onbekend, maar beslist niet onbemind.
Specificaties Bottecchia Emme 5
Prijs: € 6.749,-
Frame en voorvork: carbon/carbon
Gewicht: 7,8 kg (excl. pedalen)
Groep: Shimano Ultegra Di2, 12-speed, 52/36, 11-30
Wielen: ITM Carbon Fuga 55 (tegen meerprijs)
Banden: Vittoria Rubino Pro, 28 mm
Zadel en -pen: Selle San Marco Shortfit Wide Open / Emme 5 Carbon
Stuur en -pen: OИE RR Full Carbon Cockpit
Maten: 44, 47, 51, 54, 57
Lees verder op de site van Bottecchia.


