Italvega: dat klinkt Italiaans, maar niets is minder waar. Léon van Bon nam het stijlvolle aero raspaard mee naar Oostenrijk en Frankrijk voor wat pittig testwerk én zomers Alpenvermaak. Je leeft tenslotte maar één keer, toch?

Italvega Essere Vivo

De oooh’s en de aaah’s vliegen me om de oren. “Het moet wel een Italiaan zijn met die naam en Campa erop.” “Ik ken het merk niet…” zegt een andere Nederlander. Ik gebruik de lunch op een terrasje van fietshotel La Douce Montagne, in de buurt van de Alpe d’Huez. Deze Italvega valt duidelijk in de smaak van menigeen. Over een paar dagen is Alpe d’HuZes en dus het wemelt het hier van de Hollanders, die mij als oud-prof en/of als fietstester graag aanspreken en als het even kan een preview willen van het volgende testartikel. De Italvega Essere Vivo is inderdaad een heel mooie fiets, maar Italiaanse roots heeft hij niet. Hoewel…

Open mould

De Irakees Ben Lawee had een fietsenzaak in Californië, waar hij onder andere Bianchi en Raleigh importeerde. In het begin van de jaren ’70 richtte hij zijn eigen merk Italvega op. De frames werden gebouwd in het Italiaanse Padua en daarna naar Amerika getransporteerd. Eind jaren ‘70 stopte Lawee met Italvega en begon met Univega. Italvega heeft dus vanaf de jaren ‘70 tot 2017 niet bestaan, totdat de Nederlander Nicholas Hurenkamp uit Alphen aan den Rijn nieuw leven inblies. Hij was zijn titanium fiets een beetje beu en wilde iets nieuws en unieks. Hurenkamp heeft een achtergrond in de modewereld, dus het moest er gelikt uitzien en klasse uitstralen. Een merk waarbij fietsen en genieten hoog in het vaandel staan. Het logo werd opgepoetst en de oorspronkelijke groene kleur werd als basis genomen.

Ondertussen is deze Essere Vivo het derde type frame uit de Italvega-stal. Net als de andere twee is dit een open mould frame. Zo’n frame wordt zonder lak aangeboden en verschillende merken kunnen hier gebruik van maken. Ridley is bijvoorbeeld een fabrikant van zulke frames en die zie je dan ook regelmatig terug met een andere naam erop. Dit betekent natuurlijk wel dat je een hoogwaardig frame hebt en dus een prima fiets. Voor deze Essere Vivo heeft Italvega wel het alleenrecht in de Benelux weten te bemachtigen en komt hij dan ook niet bij Ridley vandaan. Net even iets meer exclusiviteit dan de meeste open moulds.

Italvega drapeert een prachtig sausje over het frame en maakt het een mooie fiets. Het lakwerk ziet er strak uit en ook het logo is mee gespoten, vakwerk van de bovenste plank. Overigens heb je een ruime keuze in kleuren, die allemaal uiterst secuur bij elkaar zijn gezocht.

Specificaties:
– Prijs: €3.199,- frame, vork, stuur, zadelpen
– Frame/voorvoork: carbon/carbon
– Gewicht: 1120/420 gram, 8,05 kilo compleet
– Groep: Campagnolo Record 12-speed, 52/36, 11/28, 160mm
– Wielen: Scope R5 Disc
– Banden: Vittoria Corsa Control 25mm
– Zadel en -pen: Fi’zi:k Arione/Italvega
– Stuur en -pen: Kru K-Class Super Compact cockpit
– Maten: XS t/m XL
– Torsiestijfheid: 99
– Bracketstijfheid: 50
Webadres: www.italvega.cc

Aero

Het is een echt aero frame, maar toch toegankelijk voor velen door de lengte van de balhoofdbuis. Deze is lang genoeg om toch een soort van comfortabele aero houding aan te nemen maar kort genoeg om er mooi en snel uit te laten zien. De vorm van de buizen is gebruikelijk voor aero frames, net als de lage inzet van de achtervork. Het oogt allemaal prima. De bijpassende ovalen zadelpen wordt netjes vastgezet door een klem die wordt weggewerkt met een rubberplaatje. De kabels lopen netjes binnendoor. Ook het aero stuur van Kru met geïntegreerde stuurpen oogt netjes. Aan veel details is gedacht. Het stuur is gedeeltelijk meegenomen in de kleur van het frame met een gouden V van ItalVega erop.

De mechanische Campagnolo Record-groep met hydraulische schijfremmen ziet er piekfijn uit en geeft het geheel nog meer een Italiaans tintje. De schijven van Campa blijven toch een lust voor het oog. Elegant en verfijnd. De wielen van Scope maken het helemaal af. Een stel dikke wielen geven de fiets een extra punch. De stickers van de wielen zijn mee gespoten in het blauw van de fiets, maar daar zie je weinig tot niets van omdat het bijna zwart is. Die wielen zien er wel heerlijk uit, brede velgen met een mooie eigen naaf van Scope. De Vittoria Corsa’s met gele wangetjes geven de fiets nog een klassiek tintje. Dat doet het spuitwerk ook al en op deze manier wordt dat mooi versterkt.

Puntjes van kritiek

Het is een mooie fiets, dat is duidelijk. Toch heb ik een paar aanmerkingen. De gebruikte steekassen zijn nu niet bepaald chic en ik had het mooier gevonden als deze met een inbus zouden zijn. Dit is natuurlijk een kwestie van smaak en heeft meer met het uiterlijk te maken dan met gebruikersgemak. Toch vind ik de inbusversie beter op een aero fiets passen. Ook vind ik het jammer dat de steekas uitsteekt aan de kant waar het draad zit. Dat oogt niet zo gelikt als de rest. Nog een klein puntje van kritiek is de witte kleur bij de assen. Laat dit nu net de plek zijn die heel snel smerig wordt, helemaal met schijfremmen. Bovendien heb je daar eerder kans op beschadigingen. Zet je je fiets op de voorvork of je achterwiel gaat er niet gelijk goed in, dan heb je zo een kras te pakken en die valt dan gelijk op. De lak was overigens toch niet zo heel sterk, maar dat kwam door de korte tijd die er zat tussen het spuiten en de levering. Normaal zou dat beter moeten zijn omdat de lak dan uitgehard is.

Met de Italvega op pad
De laatste weken ben ik veel op pad geweest in Nederland, Oostenrijk en Frankrijk en steeds nam ik de Italvega mee op reis. In Nederland deed ik mijn gebruikelijke ritjes en een event, in Oostenrijk verkende ik de wegen rond Innsbruck en in Frankrijk was ik in de buurt van de Alpe d’Huez.

Een van mijn eerste tochtjes op de Italvega is een wielerevent met architecten. Een leuk bijeenkomst met een tiental oud-beroepsrenners en 120 architecten of relaties daarvan. Ook hier geniet de fiets veel belangstelling en wordt deze zeer gewaardeerd vanwege zijn uiterlijk. En architecten zouden toch kijk moeten hebben op stijlvolle dingen. Ook de oud-profs kijken met enige jaloezie naar mijn bolide.

De eerste meters op een nieuwe fiets geven vaak al een goede indruk. De fiets voelt strak en degelijk. Als ik aanzet voelt dat goed. Elke trap is raak en de fiets wil duidelijk vooruit. Het is geen comfort fiets, maar meer een racer. Hij is niet erg reactief maar wil vooral vooruit, iets wat je wel vaker tegenkomt bij aero fietsen.

In Oostenrijk was ik maar heel kort. Ik heb er één mooie rit gereden op de Italvega, wat vooral gericht was op genieten van de omgeving. De actiefoto’s komen dan ook hiervandaan.

Dalen als een kogel

Het is nu een paar dagen later en ik ben inmiddels aangekomen in de Alpen. Dat is niet bepaald de ideale habitat voor deze aero racer. Met zijn 8,3 kilo inclusief pedalen is het geen lichtgewicht en vind ik hem zelfs aan de zware kant voor een fiets in deze categorie. Nu ben ik zelf ook niet op mijn ideale gewicht, dus moet ik ook niet te kritisch zijn op mijn fiets. Vandaag staan de Col du Solude en de Alpe d’Huez via Villard Reculas op het menu. We starten in Huez dus duiken we gelijk naar beneden. Heerlijk. Het is druk dus dat betekent niet te gek doen. Ik rijd samen met Jelle, die iets meer met de rem erop rijdt. De afdaling is snel en voor je het weet rijd je 70 kilometer per uur. Om door de 21 haarspelden heen te komen moet je dus regelmatig flink in de remmen.

De Campa-schijven remmen goed. Wel heb ik het gevoel dat de fiets iets naar links trekt wanneer ik bij hoge snelheid stevig in de remmen knijp. Ook het strakke gevoel dat ik op het vlakke heb, is toch een heel stuk minder wanneer ik naar beneden duik. Door de schijfremmen kun je ook wat later remmen en komen er natuurlijk meer krachten op het frame en de wielen te staan. Zonder op te willen scheppen, ik daal een stuk rapper dan de gemiddelde wielrenner. “Je daalt als een kogel”, aldus Jelle. We draaien de eerste klim op. We blijven samen tot de laatste tunnel omdat deze niet verlicht zijn en dus erg donker. Best eng hoor. Het lampje van Jelle was niet helemaal top dus was het af en toe op de gok waar we naartoe moesten, maar wat een vette klim is dit. Ik ken de Alpen vooral van de Tour de France en dan blijf je meestal op de grote wegen. Dit weggetje is heel andere koek. Het is smal en naast je ligt de vallei. De afgrond is steil en best eng zo af en toe, maar vooral super mooi. ‘Life is all about the ride’ staat er op de liggende achtervork. Ik vind dat nogal een statement, maar op dit moment snap ik hem wel heel goed. Net als “Essere Vivo”, wat moeilijk te vertalen is, maar zoiets betekent als to be alive of Leef (André Hazes Jr. schiet even door mijn hoofd.)

Aanlopende schijfrem

Ik ben blij dat ik hier ben en in mijn drukke agenda een gaatje heb gemaakt om hier te rijden. Bergop bolt de fiets perfect. Wanneer ik bijna boven ben, begint de schijfrem lichtjes aan te lopen. Zomaar uit het niets, zo lijkt het. Als ik op de pedalen ga staan verdwijnt het weer. Dit zal later op de dag nog een paar keer gebeuren. Geen ramp, maar als je aan het afzien bent kan het wel irritant zijn. Ik nader de top waar Jelle al geruime tijd op me wacht. Er volgt een paar kilometer slechte weg en een gravelpad naar de volgende top. Veel klimmen is het niet want je blijft een beetje op dezelfde hoogte. Ook hier is de sensatie van een diep ravijn direct naast de weg te voelen. We beginnen aan de afdaling. Het is een technische afzink en ik gooi me door de bochten. Natuurlijk uiterst verantwoord en rekening houdend met eventueel ander verkeer. Genieten doe ik ook. Het is erg rustig op deze weg. Het gevoel dat de fiets naar links trekt als ik hard rem is nog steeds aanwezig. Af en toe heb ik ook moeite om de bocht te houden en breekt de fiets iets uit, maar over het algemeen krijgt de Italvega een mooie voldoende voor zijn daalcapaciteiten.

We rijden naar het terras van La Douce Montagne. Langs de rivier over het fietspad cruisen we met gemak 35 kilometer per uur. Windje in de rug en heel lichtjes naar beneden. De Italvega voelt zich hier duidelijk op zijn gemak. Ik stuur gemakkelijk door de bochtjes en voel me zeker. Even aanzetten en gas geven. Lekker hoor. Ik hang mijn fiets op en wanneer ik aan het eten ben drommen er steeds mensen rond de vermeende Italiaan. Ik hoor alleen maar positieve geluiden.

Geen dertien in een dozijn

Na de lunch rijden we nog een klim op. Ik zeg tegen Jelle dat hij maar door moet rijden want het verschil is veel te groot. Een half uur later rijd ik nog steeds alleen en ik zit kapot. Ik ben blij met niemand om me heen. Even rust. Ik denk terug aan de ontmoeting met Nicholas, de oprichter van Italvega. Het merk moet klasse, kameraadschap en genieten uitstralen. Ja ja, ik rij alleen en zit kapot, zeg ik in mezelf. Ik moet lachen: Essere Vivo, maar ik leef wel.

De Italvega heeft duidelijk de looks. Of het jouw smaak is moet je natuurlijk zelf bepalen. Nicholas heeft oog voor smaak en stijl en dat komt terug in deze fietsen. Knap wanneer je bedenkt dat het een klein merk is. De fiets zoals die getest is, kost 6799 euro. Natuurlijk zit er high end spul op dat zorgt voor het flinke prijskaartje, maar dan heb je wel een opvallende fiets die heerlijk rijdt. Geen dertien in een dozijn, al blijft het een open mould. Ik ben heel benieuwd waar dit merk naartoe gaat en hoe zij zich gaan ontwikkelen. Met deze Essere Vivo is in ieder geval een goede weg ingeslagen.

Onze cijfers:
Imago: 6,5
Kwaliteit: 8,0
Prijs/kwaliteit: 7,0
Meetwaarden: 7,8
Praktijk: 8,2
– Totaal: 7,7