Alvast een voorproefje van Fiets 4!


Het Bos is terug in Parijs-Roubaix
Het Bos van Wallers-Arenberg keert na een jaar afwezigheid terug in Parijs-Roubaix. De vettige kleilaag is van de kasseien geschraapt, een strook van 200 meter met de allerslechtste kasseien is vernieuwd en ook de grootste gaten in de overige 2200 meter zijn gedicht. Het is er nu veilig, belooft organisatie ASO. Zondag 9 april is het zover.
Dat de kasseien in het Bos van Wallers er zo slecht bij liggen, heeft alles te maken met de ligging in het bos, en de nabije mijn van Wallers die tot in de jaren tachtig is geëxploiteerd.
François Doulcier van Les Amis de Paris-Roubaix, een organisatie die zich inzet voor het behoud van de kasseiwegen in Noord-Frankrijk en nauw is betrokken bij het opknappen van kasseistroken, legt uit: “Onder de kasseien lopen oude mijngangen. Onder invloed van regenval lekt aarde de gangen in. Beetje bij beetje verzakken hierdoor de kasseien. Dat wordt verergerd doordat de afwatering slecht is. De sloten naast de kasseien zijn jarenlang niet onderhouden, zodat het water zich makkelijk ophoopte. Daardoor ontstond op het laagste punt van de strook, zo’n 700 meter na het begin van de kasseien, een erbarmelijke, zeer gevaarlijke situatie.” Op dat punt is 200 meter kasseien vervangen. De sloten zijn uitgebaggerd.

Doulcier: “Wat ook niet meehelpt zijn de bomen, die de kasseien afschermen van het zonlicht. Het duurt lang voordat het water is verdampt. De bomen groeien ook nog eens extra snel omdat de omgeving erg vochtig is, ook weer door de mijnbouw. Daarom zijn er in januari bomen gekapt. De kasseien zijn schoongeschraapt.”
Pikant detail is dat de organisatie nu een punt maakt van de veiligheid van de renners. Van 1974 tot en met 1982 ging de weg al eens dicht omdat het regionale bestuur de weg te gevaarlijk vond. Doulcier: “Maar nieuwe bestuurders vonden dat hij in 1983 weer open kon. Niet dat er iets aan de weg was veranderd. Die was nog net zo slecht.”
Meer weten: zie het artikel in Fiets 4-2006. En www.letour.fr. (Pieter Evelein)


De fietsen in Parijs-Roubaix

In Parijs-Roubaix rijden de renners op fietsen die speciaal voor die koers zijn gemaakt. De wielbasis is 1 tot 1,5 cm langer: de voorvork is meer gebogen en staat zo’n 5 millimeter meer naar voren voor meer comfort, voor- en achtervork moeten bovendien meer ruimte bieden aan de banden. “De Special Pavé van Vittoria, een tube die alleen voor profploegen worden gemaakt”, vertelt Ruud van Deursen, hoofd mechaniciens bij Rabo. De banden zijn breder (25 of 28 mm, in plaats van 21) en hoger dan anders. Er zit ook een kevlar-laag in tegen het lekrijden. De banden hebben bij voorkeur een aantal jaren in een koele, donkere ruimte gehangen of gelegen om het rubber te laten ‘besterven’, zodat het nog sterker wordt. De mechaniciens pompen de banden liefst op tot 7 bar. Van Deursen: “Bij minder wordt de kans op lekrijden groter, zeker op puntige stenen zoals in het Bos.”
De versnellingen zijn aangepast. Vooraan een groter binnenblad (44, 45 of 46), zodat je op hellende stroken of in de modder beter uit de voeten kunt. Achter zit een pignon 11-23, maar de derailleur wordt geblokkeerd voor het grootste kransje, zodat de ketting niet in het achterwiel kan slaan.
Op het stuur gaat dubbel stuurlint, soms met gelkussentjes ertussen. Dat scheelt blaren.
De schade aan de fietsen valt volgens Van Deursen erg mee. “De laatste vijf jaar hebben we minder dan tien lekker banden gehad. Zo af en toe gaat een wiel kapot, meestal omdat iemand anders tegen je aan rijdt.”
(Pieter Evelein)