Met de derde pittige bergrit in de Alpen in het vooruitzicht vertelt Bram Tankink over zijn knechtenrol in dit soort etappes.17e ETAPPE 20 JULI 200,5 KM
Knechten
Op het programma van de 18e etappe staat een pittige bergrit, met vier cols van de eerste, tweede en derde categorie, en als klapstuk de Col de Joux-Plane (buitencategorie). Voor de kopmannen een uitgelezen mogelijkheid om hun positie in het algemeen klassement te verbeteren of te versterken. Voordat de beklimmingen zich aandienen, houden de kopmannen zich graag rustig, hierbij geholpen door hun knechten. Fiets vroeg aan Bram Tankink (QuickStep) hoe je een kopman fris onderaan de klim afzet en zelf ook overleeft. Tankink: “Ik probeer zoveel mogelijk in de buurt van mijn kopman te blijven, maar ik rij niet continu naast hem. Vlak voor de klim ga ik op kop rijden om tempo te maken, na een paar kilometer hou ik het voor gezien en zoek ik een bus op. Als zo’n bus gevormd is, wordt meestal ‘grupetto’ geroepen. In de bus probeer je elkaar te helpen en samen op tijd binnen te komen. Meestal lukt dat wel, maar als de bus achterligt op de tijdslimiet wordt wel meer doorgereden. De renners die er dan afmoeten hebben pech, maar gelukkig zijn dat er meestal niet veel, een stuk of twee, drie.”