Vandaag vervolgt het Tourpeloton zijn weg door de Pyreneeën. In de wetenswaardigheid uit de Tourbijlage van Fiets 7 iets over de aanpassingen die aan de fietsen worden gedaan om beter de hellingen op en af te komen.11e ETAPPE 13 JULI 206,5 KM
De klimfietsen
De grootste veranderingen aan de fiets als de profs de bergen intrekken betreffen de versnellingsbak. Normaal rijden de mannen met de voorbladen 53/39 of 53/42 en achter met 11-21 veelal verdeeld over 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 en 21. Doordat de cassettes tegenwoordig uit vaste combinaties bestaan zijn, kan er maar weinig gemixt worden. Dat hoeft ook niet omdat Campagnolo zeven verschillende tandwielcombinaties levert bij de Record-groep en Shimano zes bij de Dura-Ace-groep. Als de weg stijgt, monteren de mannen veelal een 12-25-cassette (Campa en Shimano). Gaat het lang steil omhoog dan is er de of 13-26 (Campa) of 12-27 (Shimano). Beide 10-speed freewheels zijn met de standaard korte-slagachterderailleur (Shimano) of medium-slagachterderailleur (Campagnolo) te schakelen. Gewone fietsers zouden hier echter al lang naar een triple of compact crankstel grijpen. Over compact gesproken: nu Shimano een Hollowtech II-crankstel in compact-versie van 50/34 levert die compatibel is met de standaard bracketlagers, zijn deze compact crankstellen zeker in de vrachtwagen van de profploegen te vinden. Maar het is onwaarschijnlijk dat de profs deze gebruiken.
Verder worden de remblokken van de fietsen voor elke bergrit vervangen. Trucje: regent het, dan wordt bij Shimano-remmen de ontgrendeling op de rem opengehaald. Goed kijken en je ziet het zelf op tv; het hendeltje staat duidelijk omhoog. De remblokken slijten namelijk nogal snel in de regen, en als de slag opraakt, kun je snel de ontgrendeling dichtdoen, waardoor je weer meer remkracht hebt.