Vandaag rijden de Tourrenners de langste etappe van de 2006-editie. Maar hoe hebben de snelheidsgemiddeldes zich ontwikkeld? Een weetje uit de Tourbijlage van Fiets nr. 7.13e ETAPPE 15 JULI 230 KM
Lange dag
De veertiende etappe is met 230 km de langste rit van deze 93e editie van de Tour de France. Een goede gelegenheid om eens te kijken naar de ontwikkeling van de gemiddelde snelheid in de Tour. De laatste jaren is deze snelheid steeds hoger komen te liggen. Lance Armstrong haalde in de Tour van 2005 het hoogste gemiddelde totnutoe: 41,564 km/u. Dit is een groot verschil met de langzaamste Tour ooit gereden, deze werd in 1914 gewonnen door Philippe Thys met 24,056 km/u. Een aantal factoren ligt ten grondslag aan deze ontwikkeling. Als eerste is natuurlijk het materiaal verbeterd, fietsen zijn lichter en betrouwbaarder geworden. Ook helpt het dat renners hun lekke banden niet meer zelf hoeven te plakken, maar meteen een nieuw wiel krijgen. Daarnaast is de kennis van training met sprongen vooruitgegaan. Gingen renners vroeger gewoon een stuk fietsen, nu rijden de meeste op zorgvuldig uitgedokterde schema’s. De Tourorganisatie helpt ook een handje mee, zaten de renners vroeger geregeld langer dan zeven uur op de fiets, nu is dat gereduceerd tot vijf uur. Renners vliegen er steeds vaker vanaf het begin in, ook de rechtstreekse televisie-uitzendingen helpen hierbij. Iedere renner wil, omwille van de publiciteit, graag op televisie komen. Alles bij elkaar al heel wat oorzaken die het gemiddelde doen stijgen.