Gisteren stond de tweede rustdag op het programma.

Toch is de term ‘rustdag’ niet helemaal op zijn plaats. Bijna alle renners zitten toch nog een paar uurtjes op de fiets. Hoewel het aantrekkelijk lijkt een dag niet te fietsen, doen de renners dat toch niet. Van een dag niet fietsen krijgen ze, naar eigen zeggen, de volgende dag stijve benen. Slechts enkelen hebben hier lak aan en laten de fiets wel een dagje staan. Toch is een rustdag anders
dan een normale racedag, vertelt Jacob Bergsma van de Rabobank-ploeg. “Het is een van de weinige dagen in de Tour dat de renners wat langer in bed kunnen blijven. Pas aan het eind van de ochtend wordt de fiets weer tevoorschijn gehaald. Niet iedereen gaat de weg op, sommigen gaan liever op de rollen rijden.

Na het losrijden wordt er geluncht en daarna is het tijd voor interviews.” Vaak wordt gedacht dat de rustdag wordt gebruikt om vrouw en kinderen, andere familieleden of vrienden te ontmoeten. Toch is dit niet waar. Bergsma: “Tijdens de gehele Tour bezoeken familie en vrienden de renners ’s avonds in het hotel, dit gebeurt niet alleen op de rustdag.”