De Tour winnen is maar voor heel weinig renners weggelegd en de meesten maken zich daar dan ook geen illusies over. Om toch in de buurt van de grote roem te komen, proberen ze dan maar een etappe te winnen.

De kans op winst is aanzienlijk groter, in deze Tour zijn 21 dagwinsten te vergeven. Vooral de zogenaamde tussenetappe, zoals die vandaag op het programma staat, is populair. Een tussenetappe is nooit vlak, maar komt ook niet in het hooggebergte. De sprinters hebben geen kans en de klassementsrenners vinden het niet de moeite waard. Zij sparen na twee weken fietsen hun benen liever voor de tijdrit van morgen.

Een grote kans dus dat er een kopgroep wegrijdt die het tot het einde toe volhoudt. Toch moeten de ploegen van de klassementsrenners uitkijken wie zij laten rijden. Vorig jaar reed in de etappe naar Montélimar een kopgroep weg en het peloton nam een rustdag en arriveerde collectief buiten de tijdslimiet. In de kopgroep zat ook de nieuwe gele truidrager, Oscar Pereiro. Iedereen dacht dat die hooguit een paar dagen in het geel zou rijden, maar niets bleek minder waar. Pereiro steeg boven zichzelf uit en bereikte zelfs het podium in Parijs. De grote ploegen zijn gewaarschuwd…