Waar Jan Derksen was, was Arie van Vliet. De twee sprinters waren in de jaren veertig en vijftig heersers op de sprint. Concurrenten en vrienden.

Van Vliet overleed in 2001 op 85-jarige leeftijd na een lang ziekbed.

Derksen trad een jaar eerder terug als grote regelaar van het zesdaagsecircuit, waarin hij 32 jaar de betalingen voor de renners verzorgde.

Oude stempel

Van Zürich tot Dortmund en Gent. Als op de laatste dag betaald moest worden was Derksen present.

Met de oude, onafscheidelijke leren tas en de ‘enveloppen’. Contant, niks overmaken, zo ging dat in de zesdaagsewereld.

Derksen was van de oude stempel. Van de tijd dat het baanwielrennen in Nederland meer aanzien genoot dan het fietsen op de weg.

Titels

”De sport is doodgezwegen door de media”, klaagde hij eind jaren negentig. Hij was blij dat enkele jaren later de zesdaagse terugkeerde in Nederland.

Derksen veroverde drie keer de wereldtitel: één keer bij de amateurs, twee keer bij de profs. Hij streed zeventien keer met Van Vliet om de Nederlandse titel.

Derksen won zeven keer en was in totaal goed voor dertien nationale titels.

Dood in de ogen gekeken

Al veel eerder keek hij de dood in de ogen.

Kort na het behalen van zijn eerste nationale sprinttitel bij de profs in 1943 liep hij een blindedarm- en buikvliesontsteking op. De artsen zagen hem 21 kilo afvallen en wisten niet wat te doen.

Zo hoorde Derksen aan zijn bed zeggen dat zijn einde was gekomen en namen collega’s al afscheid van hem. Maar Derksen herstelde wonderbaarlijk snel en keerde terug op de fiets.

Oude niveau

Toch bereikte hij pas in 1946 weer zijn oude niveau. De wielerwereld ondervond dat in Zürich, waar hij zijn eerste wereldtitel bij de profs veroverde.

Zijn laatste wereldtitel dateert van 1957, behaald in Luik tegen vriend en aartsrivaal Van Vliet. Samen waren ze nog net geen tachtig jaar. Derksen ging door tot zijn 44e en werd daarna baancoach.

Wielrennen en zaken doen

In die functie leidde hij onder anderen Tiemen Groen (achtervolging) en Leijn Loevesijn (sprint) naar de wereldtitel.

Vanuit zijn huis in het Amsterdamse Buitenveldert regelde hij vanaf 1968 de contracten voor baanrenners uit de hele wereld. Wielrennen en zaken doen, het liep bij Derksen vloeiend in elkaar over.

© ANP