Aan het einde van het mountainbike-seizoen pakt BMC groots uit en komt met een compleet nieuwe generatie Fourstroke fietsen. Niet één fiets, maar voor nu drie verschillende platformen. Mooi spul, we hebben ze direct getest!

Het mountainbike-seizoen zit er voor de toppers zo goed als op. Enkel wat exotische wedstrijdjes hier en daar én natuurlijk de jaarlijkse afsluiter bij Roc d’Azur. De klassieker rondom Frejus in het zuiden van Frankrijk is het perfecte evenement om de zomer nog een beetje extra te rekken voordat we belanden in een periode van winterjassen en overschoenen. Niet voor niets dat we deze week daar samen zijn gekomen om met de nieuwe Fourstroke fietsen te rijden.

Vier nieuwe BMC’s

Wie een beetje heeft opgelet heeft hem natuurlijk al gespot. De renners van het BMC team fietsten tijdens de wereldkampioenschappen in Les Gets al rond op deze nieuwe fiets. Een model waarvan iedereen al wist dat hij ging komen. Dat er echter niet één maar drie (en later vier) verschillende fietsen zouden komen stond nog niet in de sterren geschreven.

BMC heeft de laatste jaren het aanbod mountainbikes flink laten slinken. Enkel de cross-country fietsen bleven over. In het grovere segment kwam er Scor, het nevenmerk dat trail en enduro moet coveren. Twee modellen én twee e-bike fietsen zijn daarvan beschikbaar. Door deze nieuwe weg in te slaan focust BMC enkel nog op het snelste van het snelste. Fietsen gericht op performance. De vorige generatie kon best nog wat jaartjes mee. Het was tijdens de introductie toentertijd een zeer moderne fiets met vooruitstrevende geometrie, geïntegreerde dropperpost en uitgekiende kinematica. De huidige hardtail, de Twostroke is nog prima bij de tijd en gaat daarom ook aankomend seizoen nog ongewijzigd mee.

Wat is er nieuw?

Eerst even uiteenzetten hoe BMC het graag ziet. Voor nu komen er drie modellen in verschillende uitvoeringen onder de naam Fourstroke. De Fourstroke 01, het paradepaardje met racegenen die we terugzien in de World Cup. De Fourstroke (zonder toevoeging) is afgeleid van de 01 maar dan zonder de vernieuwde exclusieve techniek. Als laatste is er de Fourstroke LT. Een ‘beefed up’-versie van de 01, met grovere afmontage en twee centimeter meer veerweg.

BMC Fourstroke 01

Goed. De benamingen bij de Zwitsers blijven altijd een beetje onhandig. Zo reden wij met de Fourstroke 01 Two. Het instappertje uit de 01 line-up. De fiets ziet er op papier niet direct heel anders uit dan zijn voorganger en dat heeft een reden. Zo is de fiets niet drastisch langer en luier geworden, zoals dat bij de meeste concurrenten gebeurt. Vooral omdat de geometrie gewoon prima is, zoals deze al was. Verder blijft de geïntegreerde RAD dropperpost en ook de hoeveelheid drop is niet toegenomen. Dit bedraagt 80 millimeter in alle maten. De fiets is niet extreem veel lichter. Wat is er dan wel bijzonder? Autodrop!

Ja, autodrop. Niet de snoepjes. Nee, de knop onder het stuur. Druk je de remote van de dropperpost in, dan zakt het zadel automatisch naar beneden. Waar je voorheen altijd op het zadel moest blijven zitten om het zadel te laten zakken – en daarmee in theorie een ‘squat’ doet – hoef je nu enkel nog op de knop te drukken. En dat is nieuw en uniek voor het moment.

Autodrop

Goed, hoe werkt dat dan? En waarom willen we dit? Laat ik voorop stellen dat dit zeer race-specifieke techniek is. Zowel in werking als gebruik. Maar ook zeker de doelgroep. Fiets je lekker op zondagochtend of ben je een fanatieke toerfietser met Strava-ambities dan heeft Autodrop nauwelijks een functie. Rijd je binnen de linten met nummer en transponder dan ga je hiervan smullen. Autodrop heeft voornamelijk als functie om de rijder fitter te houden. Door niet meer te hoeven squatten bespaar je flink wat energie. Het aantal keer dat je in een wedstrijd het zadel laat zakken loopt namelijk al snel op tot pakweg 50 keer of meer. Afhankelijk van het parcours natuurlijk. Dit betekent dus 50 squats minder in een uur. Ook kun je langer doortrappen. Gratis winst!

Dat BMC met deze techniek ging komen was al een flinke tijd een soort publiekelijk geheim. De vraag was echter: hoe dan? Een zadel zakt namelijk niet zomaar in. BMC maakt gebruik van luchtdruk. Een flinke tank in de onderbuis van het frame wordt op druk gebracht. De lucht uit deze tank wordt gebruikt om het zadel te laten zakken. Druk je op de knop dan stroomt er lucht door een leiding de zadelpen in. De druk loopt snel op tot 4 bar en dat is voldoende om de tegendruk van de spiraalveer te overwinnen. Zodoende zakt het zadel netjes in. Druk je weer op de knop dan ontsnapt de lucht en wint de spiraalveer waardoor het zadel terug omhoog springt. Nu zit er niet oneindig lucht in je frame. Die tank moet dus op druk worden gebracht. Doormiddel van een hoge druk fietspomp (niet meegeleverd) kan de tank tot 14 bar worden opgepompt. Dit is voldoende om het zadel +/- 100 keer te laten zakken. Na het oliën van je ketting en oppompen van de banden moet je nu in de koersvoorbereiding dus ook het oppompen van je frame meenemen! (Kom maar door met de grappen in de commentsectie!)

Om te voelen hoe goed dit systeem zich in de praktijk houdt rijden we rondjes op het Frans olympisch trainingscomplex direct aan de kust in Frejus. Deze vijf kilometer lange lus is een replica van de olympische parcoursen uit Rio en Tokyo. Dat betekent oneindig veel rockgardens, drops, jumps en kombochten. Zelfs de jump van Mathieu is aanwezig. Zonder plankje welteverstaan. Alles wat je op een modern World Cup-parcours tegenkomt dus. Perfect voor deze fiets.


Ik moet even wennen. Wennen aan de fiets zelf, maar ook aan de autodrop. Fietsen met een dropper ben ik gewend. Sterker nog, zonder rijden voelt tegenwoordig als een opgave. Even m’n kont laten zakken is dan ook een vanzelfsprekendheid geworden. Het kost even tijd voordat ik al staand het zadel laat zakken. Eenmaal gewend snap ik wel waarom BMC dit systeem ontwikkeld heeft. Zeker in wedstrijdverband. Het werkt simpelweg zeer goed en ook snel. De bediening is eenvoudig en er kan nauwelijks iets fout gaan. Mocht je nu vergeten die tank op te pompen dan werkt het systeem ook gewoon door ouderwets door je knieën te buigen.

Buiten autodrop is er natuurlijk nog meer. De fiets zelf rijdt zoals ik dat van BMC gewend bent. Strak, ietwat stug en zeer direct. Een echte racebak. Hoe trager je rijdt, hoe slechter de fiets zich gedraagt. Gas geven dus. Ik begin mijn draai te vinden op het parcours en dat rendeert. BMC houdt vast aan een veersysteem met dubbele link. Waar de meeste merken kiezen voor een eenvoudiger concept met flexstay’s om gewicht te besparen gaan de Zwitsers all-in. De langere geometrie en het luie balhoofd maken van de fiets een goede daler en daar draagt deze keuze qua veerconcept zeker aan bij. Bergop zijn er wel wat puntjes. Zo heeft BMC het toch al lage bracket nog verder laten zakken. Dit levert meer dan geregeld een aanvaring tussen pedaal en de ondergrond op. De zitbuis had van mij ook best nog een tikkie rechter gemogen. Net als dat ik graag wat bredere velgen had gezien op deze fiets. De toename qua gewicht was het besluit voor de 25 millimeter breedte kregen we als antwoord op de vraag waarom. De luxere modellen hebben wél brede velgen.

Moet je direct naar de winkel rennen om zo’n Fourstroke 01 te bestellen? Als je al in het bezit bent van de huidige Fourstroke zou ik toch even pas op de plaats maken. Hoewel autodrop echt een toevoeging is en precies doet wat het belooft, voelt de fiets verder niet enorm anders dan zijn voorganger. Heb je nog geen BMC gehad en zoek je een echte raceraket dan is dit zeker een optie. Dat de dropperpost slechts 80 millimeter kan zakken vind ik persoonlijk een nadeel. Bij de kleinere framematen kan dit prima. Voor iemand met maat XL en een riante zadelhoogte zoals ik, voelt het als een stap terug. Meer verstelbaarheid vraagt echter om meer luchtdruk en daardoor minder verstellingen voordat je weer moet pompen. Dat het frame en dus ook de tank groter kan zijn bij maar XL gaat niet op. BMC maakt de tank maar in één maat helaas. Deze zit trouwens vast gelamineerd in het frame en is volledig van carbon.

Laatste nieuwtje. De Fourstroke heeft niet plaats voor één maar twee bidonhouders. Gewoon boven elkaar geplaatst. Marathonproof!

Zo’n 01 koop je in één van de drie uitvoeringen of als frameset. De beschikbaarheid varieert van ‘is het al bijna kerst’ tot ‘mijn seizoen zit er alweer op’. De leveringsproblematiek in de fietsbranche houdt in die zin dus nog even aan.

Fourstroke

De 01 zit met de autodrop vol ingewikkelde techniek en dat komt met een prijs. Om die prijs wat te drukken is er ook een normale Fourstroke beschikbaar. Ook 100 millimeter veerweg, ook 1x specifiek, dezelfde geometrie. Ook raceready, maar wel met een ronde zitbuis. Hierdoor past iedere normale dropperpost en krijg je ook de mogelijkheid om meer verstelbaarheid te kiezen. Wel moet je zelf door de knietjes om het zadel te laten zakken. De Fourstroke komt in drie uitvoeringen beschikbaar.

Fourstroke LT

Gebaseerd op dezelfde frameset, maar met compleet andere afmontage en bedoeld voor een andere doelgroep is er de Fourstroke LT. De carbon delen van de fiets zijn gelijk, echter de aluminium links zijn aangepast. Zo behoudt het frame dezelfde maat demper en krijgt de LT toch 120 millimeter veerweg tot zijn beschikking. Misschien is het je trouwens opgevallen dat alle Fourstrokes een aluminium demperbevestiging hebben. Deze zit vastgeschroefd op het frame en is dus uitwisselbaar. Iets zegt ons dat we binnenkort nieuws van Rockshox en Fox kunnen verwachten.

De LT is vooral bedoeld voor de meer avontuurlijke rijders. Maar wel mensen die van vaart en een vlotte rit houden. Coureurs die avontuurlijke marathons rijden. Of fanatieke toeristen waarbij techniek bovenaan het wensenlijstje staat. We kunnen kort zijn. De LT is écht een andere fiets dan de 01. Niet alleen heeft hij meer veerweg. Er zijn dikkere vorkpoten, stevigere wielen en banden. Een riserbar en een grotere schijf achter. Dit maakt de fiets qua gevoel een stuk stabieler. Vooral de brede velgen en banden helpen hierbij. Net als de oversized vorkpoten van de Fox 34 die in onze Fourstroke LT LTD zit.

Ook met de LT rijden we rondjes aan de zuidelijke kust. Niet op een olympisch parcours maar in het Esterel gebergte. Vol losse stenen, ruige afdalingen en mooie uitzichten. Van dat laatste gaat de fiets niet per se beter fietsen maar toch. De vering is dusdanig effectief dat we de lockout zelden gebruiken. Ook op de weg voegt het amper nog iets toe. Knap werk! Dit geldt ook voor de Fourstroke 01 trouwens.

Bergop klimt de 11.5 kilo zware fiets nauwelijks anders dan de 01. Eenmaal boven duiken we een afdaling in en dan wordt het leuk. Dit is veel meer mijn ding. De fiets heeft ‘maar’ 120 millimeter veerweg. Echter de combinatie van geometrie, veereigenschappen en gekozen onderdelen geven mij het gevoel veel harder te gaan dan dat je in eerste instantie zou verwachten. Een mini trailfiets. Al met al is de LT eigenlijk vooral de fiets voor de ‘normale man’. Voor de niet wedstrijdrijder. Je kunt er hard mee rijden, je kunt er verschrikkelijk goed mee dalen en hebt nauwelijks nadelen van de kleine kilo meer.

Ook de LT komt in drie uitvoeringen beschikbaar. Allemaal pas volgend seizoen of zelfs nog later. Kun je mooi nog even sparen.