Vervolg van deel 1…
Dezelfde Bunschoter nam me weer mee naar de Veluwe, ditmaal reden we echter niet over de asfaltwegen waaraan ik gewend was geraakt, deze keer werd ik zonder pardon het bos in gestuurd. Dit leek niets voor mij; het stof kwam op me af, mijn ketting zat onder het zand en al mijn onderdelen leken gedurdende de rit van me af te denderen. Hier was ik toch zeker niet voor gemaakt?!


Maar hoe gek het ook klinkt, ik kwam voldaan thuis en ik zodra ik thuis was schoongemaakt zag ik alweer uit naar de volgende bosrit. Veel bosrijke jaren later werd ik wederom geconfronteerd met technologische innovatie: een Pro-Flex Beast was dit keer mijn opvolger. Hij was een stuk zwaarder dan ik en echt alles op deze fiets was groter. Bovendien zag ik dat hij uitgerust was met voor- en achtervering, een uitslover. Tja, het was moeilijk daarmee te concurreren. En toegegeven, blubber en mul zand waren niet mijn specialiteiten. Mijn banden kwamen beter uit de verf op harde bospaden. Gelukkig voor mij had de Bunschoter in 1980 een zoontje gekregen die nu zo’n 20 jaar was en net als zijn vader kon hij alleraardigst fietsen. Met hem kon ik die ellendige Pro-Flex gemakkelijk bijhouden. Helemaal leuk werd het toen mijn pedalen verruild werden door hele kleintjes die aan de schoenen van mijn berijder vast klikten. Dankzij mijn lage gewicht sprong mijn berijder zo over boomstammen die mountainbike paden dwarsboomden, dat had ik die ellendige Pro-Flex nog nooit zien doen! Ik zag er misschien wat raar uit tussen al die mountainbikes maar ik stond mijn mannetje! Wellicht zijn er pessimisten onder de lezers die denken dat ik opschep, en dat ik rustig door de bossen toerde, maar gedurende de fietstochten heb ik nog nooit een mountainbike gezien die mijn berijder te slim af was!

Later verhuisde ik naar Eindhoven, een nieuwe terrein voor mij maar ook hier in Brabant leerde ik het snel kennen, van de Woenselse Heide tot Aquabest, waar ik had het naar mijn zin had. Bovendien werd ik in Eindhoven perfect onder handen genomen door de wielerzaak Bikelife. Alles werd opnieuw ingevet, mijn naven werden schoongemaakt, mijn remmen gecentreerd, mijn tandwielen vervangen en ik kreeg een nieuwe ketting. Ik had me in tijden niet zo goed gevoeld! Ik weet trouwens nog een leuk verhaal over een ketting. Regelmatig ging ik met een maatje het bos in. Hij was ook wat “ongewoon”, opgebouwd uit verschillende afgedankte mountainbikes. Dankzij de brute kracht van zijn berijder sjeesde die altijd met een noodgang de bossen door. De brute kracht werd hem echter een keertje fataal, heuvel op in een te zware versnelling, en de brute kracht brak de ketting doormidden. We hebben samen gelachen, helemaal toen ik samen met mijn berijder de mountainbike naar huis duwde!

Helaas kwam ook aan de avonturen in Eindhoven een eind. Tijdens één van de fietstochten in Eindhoven hoorde ik mijn berijder vertellen over een meisje die hij ontmoet had. Hij sprak dan vaak over hele subjectieve dingen waar ik als techneut maar weinig van begreep. De dame in kwestie kwam uit Florida, the sunshine state,
en mijn berijder dacht erover om daar naartoe te verhuizen. Mijn ketting leek plotsling ongeolied rond te draaien en ik voelde al mijn kabels verslappen. Amerika…zou het dan echt voorbij zijn? Een tijd reed ik rond met onzekerheid en stond ik wekenlang zo hard te peinzen dat het water in mijn bidon er overstuur van raakte. Op een regenachtige zaterdag was het zover, er stopte een auto met aanhangwagen voor de deur. Alle spullen werden uit het appartement gehaald en sommige spullen gingen naar de stort. Ik werd gelukkig meegenomen naar Nijkerk, naar het huis van de Bunschoter. Vanaf de muur waar ik zo vaak gehangen had in mijn jongere jaren, kon ik de Pro-Flex weer zien staan, de Alan had inmiddels plaatsgemaakt voor een ultralicht exemplaar van carbon.
Voldaan hing ik aan de muur, terugdenkend de gebroken ketting van mijn maatje, de valpartij met de Buschoter tijdens een van zijn wielerwedstrijden en het avontuur met Nidi in de Alpen. Ondanks de voorgenomen emigratie wilde de Nijkerker me echter niet opgeven. Zag ik het echt goed, was hij me nu aan het opmeten om een kartonnen doos voor me te maken. Zou hij me echt willen meenemen naar Florida? Mijn stuurpen werd losgehamerd, mijn wielen werden verwijderd en mijn derailleur werd naar binnen geklapt. Ik had mijn berijder horen vertellen over de maximale maat om het vliegtuig in te mogen en ik deed zo goed mogelijk mijn best om mezelf zo klein mogelijk te maken. In bovenstaande foto zie ik er wat raar uit misschien, maar ik
paste precies in de zelfgemaakte doos!

Aangekomen op Schiphol werd ik op een grote kar gezet. Ruw werd ik het vliegtuig in geplaatst en ik voelde de binnenkant van de doos hard tegen mijn wielen drukken. De doos begaf het later onder het gewicht van de andere koffers, ondanks de versteviging die was aangebracht maar gelukkig viel het allemaal mee. In Detroit
aangekomen hoorde ik de stem van mijn berijder, hij moet mijn wielen hebben kunnen zien door de twee gaatjes die ik had gemaakt in de doos. Ik dacht dat ik nu eindelijk uit mijn benarde positie gehaald zou worden endat hij me nu weer in elkaar ging zetten. Maar dat bleek ijdele hoop, ik werd weer op een transportband gezet, op
weg naar het volgende vliegtuig. Een paar uur later kwam ik dan aan in Florida, de vochtige en warme lucht voelde ik door de inmiddels verfromfraaide doos naar binnen komen. Gelukkig hoorde ik werderom de bekende stem van mijn berijder en een uur later werd ik uit eindelijk uit de doos bevrijd. De garage hier was kleiner dan die in Nijkerk maar hij voldeed prima. Ik voelde de enthousiasme van mijn berijder toen hij me weer in elkaar begon te zetten! De eerste meters in Florida waren wat onwennig. Mijn derailleur leek niet meer gemakkelijk mijn tandwielen te vinden, mijn remmen leken slapper en mijn achterband kriebelde af en toe in mijn achterbrug. Na wat minutieus afstelwerk voel ik me echter weer zoals een jonge zwarte hengst, op zoek naar avontuur in Florida!

Groet,
RIH – Frame Nr. 8259
Tampa, FL