Cannondale laat nog steeds ieder aluminium frame met de hand vervaardigen in Bedford, Pensylvania. We namen half mei een kijkje en hadden vooral oog voor de productie, ontwikkeling en de historie van de racefietsen.


Tekst & foto’s Menno Grootjans

Het 6000 en 7000- aluminium wordt bij drie Amerikaanse fabrikanten betrokken.
De buizen die worden aangeleverd worden dagelijks digitaal gecheckt of ze wel aan de gestelde maten voldoen. Er werken 500 mensen in de fabriek. Iedereen is belangrijk bij Cannondale, maar de 50 lassers worden toch beschouwd als het bedrijfskapitaal… Een aluminium frame staat of valt –of in dit geval: breekt- bij een goede las. De lassers doen in min of meer afgesloten cabines hun werk. Na het lassen van de framebuizen worden deze lassen weggeborsteld, dus niet geschuurd. Na dit borstelen krijgt het frame een eerste hittebehandeling. Na deze eerste hittebehandeling is het frame nog zacht, dus kan het nog gericht worden. Hierna gaat het frame nog eens in de oven en wordt het als het ware afgebakken. Daarna wordt het frame gereinigd, gespoten en voorzien van decals. Elk frame kost ongeveer een uur om te maken. De lassers worden continu gecheckt. Ieder frame krijgt een code van de lasser. Iedere dag worden er frames getest. Mochten er frames van een bepaalde lasser vaker breken tijdens testen dan moet er minstens even een hartig woordje met deze persoon gesproken worden.

Er is uiteraard ook een ontwikkel en test-afdeling.
Het construeren van een nieuwe fiets begint met een analyse via de computer: middels FEA-testen (Finite Element Analysis). Materiaal wordt toegevoegd of verwijderd, 3 D animaties worden ontworpen en de hoeken en geometrie worden berekend. Zodra er een ‘virtueel’ prototype is, wordt er een proefmodel gebouwd. Dat wordt onderworpen aan veertien stijfheidstesten en aan ESAL-materiaalmoeheids- en destructietesten. Maar er wordt ook gewoon mee gefietst. Vaak is het zo dat twee rijders met twee verschillende frames die identiek zijn afgemonteerd op pad gaan en dat er onderweg gewisseld wordt. Zo worden alle technische data gekoppeld aan het broodnodige rijgevoel; wat bij een fiets zeker net zo belangrijk is! Nieuw is de Composiet-afdeling. Daar worden de framebuizen van de Six 13 en de System Six geproduceerd. Foto’s van deze afdeling zijn er niet; het was tijdens ons bezoek strikt verboden om daar een camera te hanteren.

CAAD
Cannondale is groot geworden door haar aluminium race frames. Voordat de frames met de toevoeging ‘Cannondale advanced aluminum design’ verschenen waren er ‘way back in the eighties & nineties’ de 3.0 en 2.8 frames: 6061 aluminium, gelast, met een staande achtervork die niet helemaal bovenop het eind van de liggende achtervork werd gelast en een naar achteren uitstekende achterpat. De 2.8 was de lichte versie met ‘power pyramid’ onderbuis, oftewel, bij het balhoofd smalle diameter en dikke wand en bij trapas sterk oversized diameter. 1 inch balhoofd. De Caad 1 is niet gebruikt in de racefietsen, de Caad 2 –eind 1995- heeft een verwisselbare achterpat, rechte onderbuis maar nu liggende achtervork verbinding met staande achtervork op de achterpat, dus sterker. De Caad 3 is hetzelfde frame als de Caad 2 maar met Power Pyramid onderbuis, dus sterker en lichter. De Caad 4: voorkant hetzelfde als de Caad 3, maar met oversized en butted liggende achtervork en belangrijkste verschil, het “hourglass” (zandloper) model staande achtervork. Dit geeft meer comfort dan de rechte van de voorgaande modellen. Van de Caad 4 is tijdens het jaar 1999 de balhoofdbuis van 1 inch draad veranderd in 1 1/8 ‘Ahead’.

De Caad 5: eerste ‘System Integrated’ balhoofdbuis.
Samen met Campagnolo ontwikkeld frame: niet lichter maar heel belangrijk, het totale systeem wel, vooral nu je gebruik kunt gaan maken van vol carbon vorken (op de foto: de auteur op een CAAD 5). De Caad 6 was het eerste frame met ‘System Integrated’crankset. Voor velen te stijf en oncomfortabel, derhalve ook slechts zo’n anderhalf jaar geproduceerd. De Caad 7: radicale verandering. Door gebruik te maken van een andere aluminium, door Alcoa exclusief voor Cannondale ontwikkelde Optimo legering. Frame werd een stuk lichter dan de Caad 6 en comfortabeler. Enige concessies moeten doen aan stijfheid dus ten gunste van comfort en gewicht. De Caad 8 is iets stijver dan de Caad 7 door aan bovenbuis iets meer materiaal toe te voegen en zitbuis taps laten toelopen van boven naar onder. Zelfde principe als de Power Pyramid onderbuis van de Caad 3 t/m Caad 6. Dus meer stijfheid genereren tegen minder gewicht. Binnenkort komt er ook nog de Caad 9.

Six 13 & Synapse & SystemSix
Twee jaar terug begaf Cannondale zich ook op het spoor van composiet raceframes met de Six 13. De Amerikanen zagen dat de concurrentie niet stil zat en zich massaal op carbon stortte. En daardoor verloor aluminium langzaam terrein ten opzichte van composiet en tevens kwam er een stortvloed aan betaalbare ‘Cannondale look-a-likes’ vanuit het Verre Oosten… In 2005 werd de Synapse geïntroduceerd: een compleet carbon frame, de eerste die niet in de USA gemaakt is. Maar wel compleet daar is ontwikkeld. Dit is duidelijk te zien aan de invloeden van de Scalpel in de liggende achterbrug en de System Integrated balhoofd en trapas. De Synapse is een meer ‘laid back’ racer, bedoeld voor rijders die graag ‘gran fondo’s’en ‘cyclo’s’rijden en minder wedstrijd georiënteerd zijn. Om die laatste groep te bedienen is er nu de SystemSix: de ‘six’ duidt op de zes aandachtspunten bij het ontwerpen van deze racefiets: gewicht, efficiëntie, positie, de maatvoering, comfort en het rijgevoel. Voor een test: zie FIETS nummer 6 van 2006.