Eerst even, wat is een bikepark? In Nederland zijn we het gewoon om routes te fietsen, of gewoon een rondje door het bos. In het buitenland, waar ze bergen hebben is het niet ongebruikelijk om helemaal niet omhoog te fietsen. De lift, of een uphill service in de vorm van een bus of jeep brengen je omhoog zodat je volledig fris aan de afdaling kan beginnen. Zo’n afdaling kan een ‘flowtrail’ zijn. Dit is eigenlijk erg goed te vergelijken met de moderne Nederlandse mountainbikeroutes. Weinig wortels, grote perfect gevormde kombochten en af en toe een klein sprongetje. Geen gevaarlijke features. Ideaal voor beginners.
In de meeste bikeparks zijn er ook technische trails te vinden. Meer natuurlijke singletracks waarbij worteltapijten of rock gardens elkaar opvolgen. Een houten obstakel of drop onderweg is daarbij geen bijzonderheid. De singletrails zijn vaak technisch lastig. De jump lines of downhill tracks zoals de meeste mensen een beeld van een bikepark voor ogen hebben, liggen bezaaid met grote sprongen. Vaak ‘gap-jumps’. Sprongen waarbij er alleen een afsprong en een eindje verderop een landing is, met daartussen een gat. Deze tracks zijn absoluut niet geschikt voor de beginner en kunnen beter worden gemeden. Maar, zoals gezegd, de meeste bikeparks hebben een mooie combinatie van van tracks. Voor beginners tot vergevorderden. Dat staat bovenaan netjes aangegeven, je hoeft dus niet bang te zijn dat je per ongeluk op een te moeilijke track terecht komt.

Waar moet ik naar toe?
Bikeparks vind je in landen met reliëf. Natuurlijk in de Alpenlanden, of de UK. Maar ook dichter bij huis in Aachen, het Hürtgenwald of Malmedy. De twee bekendste dicht bij onze landsgrens zijn Willingen en Winterberg. Op zo’n 3 uurtjes rijden met de auto ligt een skibult vol mooie tracks op je te wachten. Deze bikeparks zijn grotendeels ingesteld op beginners, maar hebben ook fraaie ‘advanced’ tracks waar bikers van elk niveau zich kunnen amuseren.
Springen leer je in het skillspark. Van klein, naar groot.
Hoe goed moet ik kunnen fietsen?
Het allerbelangrijkste tijdens een dagje bikepark is het gebruiken van je gezond verstand. Doe geen dingen die je normaal ook niet zou durven. Een integraalhelm en bodyprotector maken je geen betere mountainbiker. Ze helpen je enkel om minder verwondingen op te lopen. Gevaarlijk hoeft het allemaal niet te zijn, je kunt de moeilijkste hindernissen vaak ook omzeilen. Op een leuke flowtrail houd je je banden gewoon aan de grond en rol je soepel van bocht naar bocht. Hoe snel je dat doet bepaal je zelf. Bij de meeste bikeparks kan werkelijk iedereen een liftpas kopen of fiets huren. Minimum skills zijn niet nodig. Natuurlijk raden we aan om ervoor te zorgen dat je basisbeginselen als remmen, evenwicht en lichaamspositie op de fiets goed beheerst voordat je begint aan een dag bikepark.
Ooit al eens een drop genomen? Edwin nu wel. Spannend!
Wat heb ik allemaal nodig?
Buiten je gezond verstand en een medium conditie (ja mensen, van afdalen word je moe. Concentratie is belangrijk) is een fiets met voldoende veerweg en de nodige protectie een must. Een fiets met minstens 130 millimeter voor én achter zijn vaak nodig om prettig beneden te komen. Met een hardtail ben je overigens ook gewoon welkom in de meeste bikeparks.- Een endurofiets.
- En een echte downhill bike

Een fullface helm (rechts) biedt veel meer bescherming dan een race of mountainbikehelm. Overige protectoren zijn niet verplicht. Een rugprotector en kniebeschermers raden we als minimum aan. Overige beschermers zijn nogal persoonlijk. Ook al deze protectie is te huur. Een setje kniebeschermers aanschaffen is echter nooit weg. Deze kun je veel vaker gebruiken. We hebben er hier twee voor je getest. Als laatste het belangrijkste: De liftpas! Een dagje zonder moeite omhoog kost gemiddeld 30 a 35 euro. Heb je zelf een fiets en protectie dan kost een dag bikepark dus ongeveer net zo veel als een dagje pretpark. Eigenlijk is het dat ook. Een pretpark voor adrenalinejunks.
Raggen maar!
Heb je jezelf ingepakt en staat je bike klaar dan is het tijd om af te dalen. Eerst even met de lift omhoog. Braaf aansluiten in de rij, daarna je fiets ophangen en zitten maar. Begin met een makkelijke afdaling en bouw het langzaam op. Er is altijd wel iemand die beter kan biken in zo’n park.
Braaf wachten in de lift.

Fietsie ophangen.

En even chillen tot de volgende afdaling Laat je vooral niet afschrikken door al de rijders met rampage-ambities. Doe vooral je eigen ding en geniet van de afdaling. Een dagje bikepark blijkt dan vaak toch wel erg leuk!

Edwin gaat er voor!



