Het was een vreemde liaison, tussen een kleine Nederlandse profploeg en een al even bescheiden Italiaanse fietsenbouwer. Maar die samenwerking stond aan de basis van een hoop moois. Op deze Zullo Special reed Rob Kleinsman in 1987 de Giro d’Italia.

Fotografie: Remco Veurink

Wie aan oude Nederlandse wielerploegen denkt, komt op namen als Raleigh, Panasonic, Kwantum en Buckler. Daaronder zaten vaak nog kleine ploegen als Skala-Skil, Henk Wintermans Ploeg en Transvemij-Van Schilt. Doet die laatste een belletje rinkelen? Juist, Transvemij is de oude naam van TVM. Vanaf de oprichting in 1986 reed Transvemij-Van Schilt op fietsen van het Italiaanse merk Zullo. Zullo is afkomstig uit Castelnuova del Garda in het noorden van Italië, destijds het mekka van de fietsindustrie. Hoe kwam een bescheiden Nederlandse profploeg aan zo’n exotische fiets?

Dat had alles te maken met Cees van Schilt, eigenaar van een bouwmaterialengroothandel en co-sponsor van de zojuist opgeheven profploeg Nikon-Van Schilt-Elro Snacks-Colnago. Cees wilde voor zijn bedrijf vloertegels uit Italië importeren en bezocht daarvoor de bouwmaterialenbeurs in Bologna. Hij sprak alleen geen Italiaans. Iemand bracht hem in contact met de Nederlandse Elien de Bruijn, die in Italië woonde en als tolk meeging naar de beurs. Zo ontmoette Cees van Schilt ook haar partner, oud-wielrenner en framebouwer Tiziano Zullo. En die wilde hem best frames leveren voor een nieuw op te zetten profploeg. Als ploegleider benaderde hij Piet Bos, voorzitter van wielerclub RCS de ZuidWestHoek. Die haalde op zijn beurt z’n broer Ad, directeur van Transvemij, over om in te stappen als co-sponsor. Zo ontstond in 1986 het nieuwe Nederlandse profteam Transvermij-Van Schilt.

In 1987 reed de ploeg de Giro d’Italia. De shirts hadden speciaal voor de Giro extra Italiaanse sponsoren gekregen, waaronder goed zichtbaar de Hoonved-afwasmachines uit Venegono Superiore. De ploeg bestond uit Nederlanders en Belgen en één Zwitser. Een van hen was de oorspronkelijke berijder van deze Zullo Special: Rob Kleinsman (zie onder).

Het frame is alleen gepoetst, verder toont het zijn geschiedenis met gepaste trots

Zullo Special

Momenteel staat de fiets bij een verzamelaar in Ede. Van de originele fiets is alleen het frame teruggevonden, in België. In die tijd kwam het regelmatig voor dat er te weinig geld overbleef om mekaniekers te betalen. Aan het eind van het seizoen werd er dan ‘in natura’ afgerekend, of beter: in materiaal. Het frame is alleen gepoetst, verder toont het zijn geschiedenis met gepaste trots. De onderdelen zijn aan de hand van oude wielerkaartjes en wielerbladen bij elkaar gezocht.

Hoe wist de verzamelaar dat het de fiets van Rob Kleinsman was? Omdat hij op maat is gemaakt. Voor het seizoen reisde Tiziano Zullo naar Nederland om alle coureurs hoogstpersoonlijk op te meten. De oorspronkelijke tekeningen schijnt hij nog in zijn bezit te hebben.

Het totaalgewicht van deze Zullo is elf kilo. Het frame (met kaderplaatje van KBC Driedaagse De Panne) heeft standaard ronde SLX-buizen, lugs, een Cinelli-bracket en gebogen voorvork. Hij is deels gelakt en deels verchroomd en heeft Z-graveringen op de achterpat, de staande achtervork en de voorvorkkroon. De fiets heeft een 140 millimeter Cinelli-zadelpen, 172,5 millimeter cranks, 52/42 kettingbladen en een 6-speed 12-18 cassette. Van Schilt was een liefhebber en wilde de fiets graag honderd procent Italiaans afgemonteerd hebben.

De eerste Zullo’s van Transvermij-Van Schilt hebben dan ook Gipiemme-delen, Ambrosio-velgen, Gommitalia-tubes en een San Marco Rolls-zadel. Oké, eerlijk is eerlijk, de Spidel-buiscommandeurs zijn Frans. De kabels lopen vanaf de remhendels nog pontificaal omhoog, waar anderen al met ‘aero-hendels’ reden. Ook qua pedalen waren er destijds grote verschillen. Kleinsman reed zoals je ziet nog met voethaken, anderen hadden al Look-klikpedalen.

Zullo zou de ploeg tot en met 1992 van frames voorzien. Cees van Schilt overleed in 1994 totaal onverwacht na een kort ziekbed en zijn bouwmaterialen groothandel raakte in zwaar weer. Maar met zijn wielerkindje ging het voor de wind: Transvemij-Van Schilt heette inmiddels TVM-Bison Kit en boekte dat jaar onder leiding van ploegleider Cees Priem de eerste zege in de Tour de France: de Deen Bo Hamburger won de achtste etappe. Op een Gazelle.

De man, zijn frame

Tiziano Zullo begon in 1976 onder zijn eigen naam frames te maken, vooral in opdracht van andere merken. De liaison met de profs van Transvemij-Van Schilt heeft hem veel extra werk gebracht. Coureurs als Phil Anderson, Dimitri Konychev en Jesper Skibby reden met stalen Zullo-frames: eerst in het blauw (’86) daarna rood-geel (’87) en later ‘geel met sliertjes’. Alle frames voor de profs werden op maat gemaakt.

Columbus was destijds dé buizenfabrikant: de SL-, SLX-, Max- en MS-buizen werden eerst gesoldeerd, later TIG gelast. Zullo’s uit de jaren 90 duiken af en toe op en gaan van de hand voor een paar honderd euro tot max 750 euro. AVR-wielersport was lang importeur van Zullo, nu is het merk nog leverbaar via Fidder Sport. Hoewel Zullo het tegenwoordig wat rustiger aan doet. Hij levert vooral veel aan Japan. Japan? Jazeker, die contacten dateren nog uit de TVM-tijd. In 1990 was Zullo een van de eerste fietsen in het profpeloton met een 8-speed Shimano Dura-Ace 7400-groep met STI-hendels.

zullo-bike.com/nederland

‘Op avontuur naar Bari’

De fiets op deze pagina’s was ooit van Rob Kleinsman. Wie was hij? Rob is van 1962 en was tot en met 1986 amateur bij de Amstel-ploeg. In 1987 tekende hij een profcontract bij Transvemij-Van Schilt. Hij zou prof blijven tot 1990, reed één keer de Tour (in 1989) en twee keer de Giro (in 1987 en 1989). “Die eerste Giro was één groot avontuur”, vertelt hij. “We mikten op een dagzege, maar dat is helaas niet gelukt. We koersten vooral vanaf de tweede rij. Al ben ik nog wel op avontuur geweest in de etappe naar Bari.”

De Giro van ’87 werd gewonnen door Stephen Roche, voor Robert Millar en Erik Breukink. Beste man van Transvemij-Van Schilt op de 63e plaats was Jean Habets, nu eigenaar van Cycles Jean Habets in Schin op Geul. Rob zelfs werd 95e, op 2 uur en 40 minuten van de winnaar. Vijf van de negen renners uit de ploeg zouden de Giro uit rijden. Twee jaar later, met Phil Anderson en Jesper Skibby in de gelederen, was de ploeg een stuk sterker. “Toen wonnen we twee etappes. Dat was mooi. Door rugproblemen moest ik stoppen. Ik ben kort beroepsrenner geweest maar het was een hele mooie tijd.” Na zijn carrière is Rob “zestien keer op vakantie geweest in Italië. Een prachtig land.” Na werkzaam te zijn geweest bij Veltec en Ridley heeft hij nu een bedrijf in custom wielerkleding

kleinsmancc.nl