kopwerk

[iothecoolmoon]

Vaak ga ik met twee fietsen en dan rijden we de hele rit naast elkaar. Dat is uiteraard het leukst. Maar soms wil je wat meer tempo maken en dan lukt dat best als je elkaar aflost.

Als je dit met twee doet dan ligt de gemiddelde snelheid denk ik wel een 2km/u hoger.

Mijn vraag is: om de hoeveel meter (vlak terrein) los je elkaar af? Als je het te snel doet dan zakt je hartslag bijna niet als je in het wiel zit, als je het te traag doet, dan ga je te veel in het rood als je op kop rijdt.

[scottwilko]

Dus ligt de waarheid in het midden.
Is ook voor iedereen verschillend, de sterkere rijders rijden langer op kop.
Maar mijn idee is altijd, geniet van de rit. Gezelligheid gaat voor snelheid.

[bve]

Dat ligt aan de inspanning, ben je samen flink door aan het fietsen dan kan je best een volle minuut of langer op kop. In een maximale inspanning, een korte koppeltijdrit (20km) bijvoorbeeld rij je veel korter op kop, 30 seconden ongeveer. Korter op kop heeft weinig zin, voordat je in het wiel zit ben je 5 seconden verder.
De hartslag zakt niet veel, maar de druk op de spieren gaat er even af en dat helpt enorm.
Dé truc bij het kop over kop rijden is om beide het zelfde tempo te houden. Dit betekent dat de sterkste langer maar niét sneller op kop rijdt.

[MarkVeenstra]

Kopbeurten hangen ook af van de windrichting (en sterkte).
Er is niet 1 exact antwoord op jouw vraag, in aantal meters..., dat zou dan ook nog eens van je snelheid afhangen.

Volgens mij is het met volle bak wind tegen, en snelheid zo hoog mogelijk houden, het mooist om slechts 10 a 15 seconden op kop te zitten. Met een groepje is dit te doen. met een tweetal is dit natuurlijk nogal kort (dus iets lagere snelheid accepteren voor iets langere kopbeurt). Wind mee, zeker als het een goede wind mee is, kan je ook wel 40 tot 60 seconden op kop rijden voor je wisselt. En als duidelijk 1 van de 2 sterker is, dan ga je geen gelijke kopbeurten krijgen.

[Lcsmet]

Een beetje als een ploegentijdrit denk ik dan,alhoewel 2 man een kleine ploeg is

Een ploegentijdrit is inderdaad de moeite, maar vereist enige training. Onderstaande tips kun je trouwens ook gebruiken om het gemiddelde van je clubrit op te krikken! Ga in een verkeersluwe zone met lange rechte stukken trainen op de automatismen. Ideaal is dat iemand vanuit de volgwagen jullie in het oog houdt en misschien zelfs filmt. Zo kun je alle fouten eruit halen.

Tijdens die training(en) zoek je de juiste volgorde. Je merkt al snel dat je alle snelle mannen niet achter elkaar mag laten rijden. Het is beter om een sterke renner te laten volgen door een iets minder snelle die een kortere beurt voor zijn rekening neemt.

Dat is trouwens een van de belangrijkste lessen: het tempo vasthouden is het allerbelangrijkste. Daarom mag de tempobeul van de groep niet versnellen, maar moet hij gewoon een langere beurt doen. De 'zwakkeren' moeten er dan weer voor zorgen dat ze van de kop gaan, als ze het tempo niet meer kunnen volhouden.

Als de posities goed zitten en iedereen dicht genoeg op het wiel van zijn voorganger durft te rijden, kun je het bochtenwerk inoefenen. Wie als eerste de bocht ingaat, trekt de trein ook opnieuw in gang, waarna de volgende overneemt. Probeer ook in de bochten gegroepeerd te rijden, want elk gat moet opnieuw dichtgereden worden.

WAT MET DE WIND?

De wind speelt uiteraard een heel belangrijke rol bij de formatie van de ploeg. Hoe meer de wind van voren komt, hoe rechter de lijn die de ploeg vormt. Komt de wind van de zijkant, dan rij je natuurlijk schuin achter elkaar. Bij wind in de rechterzij rijdt de voorste renner aan de rechterkant van de weg, zodat iedereen achter hem uit de wind zit.

Rij je in het midden van de weg, dan kan het gebeuren dat er niet genoeg plaats is om de achterste renner(s) uit de wind te houden. Die moeten dan 'op het kantje' rijden en verliezen zo de energie die ze nodig hebben om zelf aan kop te sleuren. Gaat de voorste man van de kop, dan laat hij zich gewoon recht naar achteren uitzakken. Hij let erop dat hij op tijd weer kan aansluiten. De tweede renner neemt de leiderspositie over en schuift - nadat er plaats is gemaakt door zijn voorganger - op naar rechts.

Is de groep groot genoeg - handig voor grotere wielerclubs die samen op stap zijn, maar moeilijk voor een ploegentijdrit met maar vijf man - dan kun je een 'dubbele waaier' vormen. Dan vorm je twee rijen. De ene rij rijdt aan de kant van de wind, en bestaat uit renners die zich laten uitzakken, terwijl in de andere rij renners met beschutting naar voren rijden om daar tempo te maken. Wie van de kop af gaat, mag zich niet bruusk laten uitzakken, maar moet in het wiel van de nieuwe kopman blijven. Zo ontstaat een gesloten ketting die de 'verse' mannen uit de wind houdt. Deze techniek is moeilijker dan een enkele waaier en eist dat de mensen die meedraaien ongeveer even sterk zijn. Het is ook moeilijk toepasbaar op smalle of bochtige wegen.

EN NU VOOR ECHT

Neem je deel aan een (recreatieve) wedstrijd, maak dan genoeg tijd hebt om te verkennen. Zo kom je te weten waar de moeilijkste punten in het parcours zitten, hoe de wind waait, en waar je energie moet sparen of net voluit kunt gaan. Dan moet je niet te vroeg renners achterlaten, want die heb je misschien nodig om nog even op een volgend recht stuk mee tempo te maken. Het is niet de tijd van de eerste renner die telt, maar wel die van de vierde of vijfde (afhankelijk van het reglement voor een bepaalde wedstrijd).

Voor je start, spreek je nog eens duidelijk af hoe de taken worden verdeeld en wat er gebeurt bij bepaalde situaties. Veel mogelijkheden om bij te sturen tijdens een tijdrit zijn er niet, dus afspraken vooraf zijn cruciaal. Daarna is het zaak om je goed te verzorgen, voldoende te drinken, nog snel iets te eten ...

Na de tijdrit kun je het best een korte evaluatie houden: waar liep het fout? Waar kunnen we bijsturen voor de volgende keer?

Bron: Ploegentijdrit voor dummies

[amclassic-fan]

Het is ook afhankelijk van het type fietsers, 2 tijdrijders zullen veel langere beurten maken, dan 2 sprinters.

Nadeel van korte beurten is dat er tijdens het wisselen steeds 2 personen in de wind rijden en dat gebeurd veel meer met korte beurten.

Persoonlijk zou ik op z'n minst een minuut op kop rijden, vaak is echter het parcours ook danig van invloed. Net voor een bocht wisselen is niet handig, dan kan je beter even door rijden tot na de bocht. In koers is het natuurlijk weer een ander verhaal. Vorig jaar met m'n zotte kop gedemarreerd in een etappe met de wind op kop de 1e 50 km en 1 iemand mee gekregen. Hij accepteerde het dat ik de stroken die opliepen op kop reed en hij de stroken naar beneden, dan ben ik dus dik in het voordeel. Uiteindelijk werden we overigens op 3 km van de finish terug gehaald door de overblijfselen van het peloton, helaas pindakaas.

[TKMP]

de sterkste doet langere beurten.

[Nee_Nee]

Je mag niet in het rood rijden als je op kop rijdt. Je moet altijd iets overhouden, want je moet nog naar achteren en daar weer aanhaken. Dat is altijd het zwaarste moment: uitzakken naar achteren en dan weer aanzetten.

Er is geen vuistregel hoe lang een beurt op kop moet of mag duren. Dat bepaal je onderling aan de hand van goesting, weer, wind, kracht en krachtsverschil en ook type training. 30 sec op kop en dan wisselen levert een andere training op kop dan (extreem voorbeeld) 30 minuten op kop en dan een half uur uitrusten.

[amclassic-fan]

Als je een rondje IJsselmeer doet zou ik inderdaad niet op kop in 't rood gaan rijden, maar op een rondje tot pak 'm beet 2 uur?

[iothecoolmoon]

bedankt voor de tips!

Ik ga dit es uitproberen. Vaak rijden we ook in een grotere groep, maar dat vind ik makkelijker.
Ik vind het vooral moeilijk om met 2, of 3, een efficiënte overname te doen.

[Nee_Nee]

bedankt voor de tips!

Ik ga dit eens uitproberen. Vaak rijden we ook in een grotere groep, maar dat vind ik makkelijker.
Ik vind het vooral moeilijk om met 2, of 3, een efficiënte overname te doen.

dat is een kwestie van veel oefenen. De essentie is het juiste moment kiezen van 'oversteken' naar de lijn die naar voren gaat. Direct als het achterwiel van je voorganger volledig zichtbaar is oversteken, kort op het wiel rijden en direct aanzetten. Dat klinkt makkelijk, maar er komt wel wat bij kijken: aandacht, moed/durf, conditie, kracht, coördinatie.
Veel oefenen!

[DeletedUser01]

Op deze website staat ook heul veul!