Moest toen denken aan alle termen die een "niet-wielrenner" niets zeggen, maar ons wel. Eigenlijk verwachtte ik dat ons forum hierover al een topic zou hebben, maar ik kan hem niet vinden. Dus......wie helpt met het maken van het ultieme wielerjargon overzicht.
Ik doe een klein aftrapje:
-Afloper= Langzaam leeglopende band.
-Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
-Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
-Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
-Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
-Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
-Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
etc.etc.
Wie volgt? Uiteraard mogen er meerdere woorden met dezelfde startletter in staan. Als de lijst klaar is wil ik hem ook op de website van fiets zetten.
