marconi schreef:Wat timo zei vond ik heel scherp. De sport is mondiaal geworden. Vroeger waren het de Italianen, Belgen, Fransen, Nderlanders en Spanjaarden die wonnen. Toen reden de Britten, Amerikanen, Aussies etc nog niet echt mee. Over tien jaar gaan de Zuid Afrikane de sport domineren, kan ik je zo vertellen. Dus inderdaad het is niet zozeer dat de Nederlanders zoveel slechter zijn geworden. De concurrentie is groter. Waar vroeger de 190 renners verdeeld waren over de klassieke landen zijn de renners nu van de hele wereld, dat is een simpele rekensom.
Blijft mijn vraag: waarom presteren de Nederlandse renners de laatste 10-12 jaar niets meer in de TdF ? Zo'n klein wielerland is Nederland toch niet.
Je blijft maar hameren op die tien jaar en je verwijst daarbij meermalen naar de jaren zeventig en tachtig als jouw ijkpunt voor hoe succesvol het Nederlandse wielrennen ooit was en weer zou moeten zijn. Ik je wijs op het gegeven dat de Nederlanders het niet meer zo goed doen door de mondialisering van het wielrennen en opnieuw hamer je op die tien jaar (goed, waar je nu twaalf jaar van maakt). Waarom juist die periode?
In jouw ijkperiode werden de Touretappes en klassiekers jaar na jaar verdeeld tussen renners uit de klassieke landen Nederland, België, Frankrijk, Italië en Spanje, met hier en daar een incidentele Duitser, Portugees, Brit of Ier.
De mondialisering is voor mij ingezet toen de eerste Amerikanen, Australiërs en Colombianen naar Europa kwamen, met in hun kielzog een verdwaalde Mexicaan, en meteen een grote rol in de grote rondes gingen spelen met vooral Lemond, Hampsten, Parra en Herrera.
Vlak daarna viel de muur, snel daarop gevolgd door het uiteenvallen van het GOS. Het gevolg was een toestroom van Oost-Europeanen die in de jaren negentig ook meteen aan de poort rammelden met etappezeges en eindoverwinningen in grote rondes: Berzin, Tonkov, Oegroemov, Vinokoerov, Ivanov, Kirsipuu, Abdu, Tschmil, enz.
Waar in de jaren tachtig een paar verdwaalde Scandinaviërs nog een bezienswaardigheid waren (Skibby, Lilholt, Kvålsvoll, Lauritzen) ging men daar het wielrennen vanaf de jaren negentig ook serieuzer aanpakken: Riis, Holm, Sørensen, enz.
En dan zijn ook Zwitsers, Luxemburgers en recent de Britten weer serieuzer met wielrennen bezig.
Je zegt dat het de afgelopen tien jaar kommer en kwel was met het Nederlandse wielrennen? Ik herhaal dat het begin jaren negentig door de mondialisering minder werd. Wonnen “we” de afgelopen tien jaar maar drie grote klassiekers? In de tien jaar daarvoor wonnen we er ook maar drie (Maassen en Boogert de Gold Race, Van Bon de HEW) De afgelopen tien jaar wonnen we vijf Touretappes (Dekker in 2001, Kroon en Boogert in 2002, Knaven in 2003 en Weening in 2005), de tien jaar daarvoor 17 (en dan vooral dankzij slechts drie renners: Van Poppel, Blijlevens en Dekker) maar de tien jaar daarvoor waren het precies 50 etappes. Mondialisering, de concurrentie is veel groter. Gingen in 1989 nog 29 Nederlanders van start in de Tour, in 2009 waren dit er elf. Met de beste wil van de wereld kan het Nederlandse wielrennen niet meer voldoen aan de eisen die jij stelt...en dat komt niet door "onze" renners.