Du côté de Marseille
(De kant van Marseille op)
Gisteren, zaterdag, werd er niet aan de weg gewerkt en dus hoefde ik in Beaurecueil niet om te rijden. Zo kon ik rechtstreeks over de
Collet Rouge (281 m) naar Châteaunuf-le-Rge fietsen en vandaar verder richting Fuveau. Dat gaat over de D46, waarbij ik eerst onder de A8 door rijd en voor Fuveau over de A52 ga. In Fuveau moest ik even klimmen het dorpje in. Vlak voor het
Centre Village ga je linksaf richting Belcodène. Dat stond (natuurlijk) weer zo aangegeven, dat je het uit de richting waar ik vandaan kwam niet zag. Dus rijd ik even een tiental meters te ver het dorpje in. Na Fuveau ga ik voor de tweede keer over de A52, de autoweg richting Marseille. Belcodène ligt in een bosrijke omgeving, zodat ik door de bossen over een rustig weggetje richting het gehuchtje klim, genietend van de mooie natuur. Er is behalve wat schaduw, ook zon, waardoor het ondanks de frisse start toch snel aangenaam wordt op de fiets. De D46 komt na Belcodène uit op de D908, die vanaf Trets omhoog komt. Vlak voordat deze weg op de D96 uitkomt, passeer ik voor de derde keer de A52. Ik moet nu een klein stukje over de D96, want het vervolg van de D908 ligt een kilometer of zo verderop rechtsaf (vanuit mijn richting gezien). Op de D96 word ik welkom geheten in het
Pays d'Aubagne et de l'Étoile. Deze redelijk drukke weg is gelukkig voorzien van brede fietsstroken.
Welkom in het Pays d'Aubagne et de l'Étoile:
Ik moet nu een stukje klimmen richting de gehuchtjes Auberge-Neuve en Les Termes. Ook hier moet ik weer goed opletten om niet verkeerd te rijden, want de bewegwijzering is niet altijd even logisch

. Bij Les Termes begint de schitterende en lange afdaling naar Le Logis-Neuf (Allauch). Alles is hier aan elkaar 'geplakt', of behoort tot een bepaalde gemeente. Zo staat er aan het begin van deze 9,5 km lange afdaling al het plaatsnaambord 'Allauch', terwijl je daar nog lang niet bent. Het is een mooie brede weg met aan beide zijden fietsstroken. Je rijdt hier langs de bergketen van de
Chaîne de l'Étoile. Bovenin is het landschap open en zie je veel van de omgeving, doch hoe verder je daalt hoe nauwer de kloof wordt en hoe scherper de bochten. Het is een behoorlijk technische afdaling, zeker als je op de fietsstrook wilt blijven. Ik doe dat en rijd daardoor vlak langs de rotsen en wat er zo aan begroeiing omhoog komt. Er zijn op deze zaterdag ook weer veel fietsers onderweg. Het lijkt wel of half Marseille op de racefiets of VTT (mountainbike) zit! De Fransen die mij in de afdaling voorbij gaan, rijden gewoon op de weg. De fietsstrook is soms ook wel erg smal. Maar ja, ik ken de weg hier niet, dus doe ik 't maar wat voorzichtiger aan en ik probeer zo te voorkomen dat ik de automobilisten onnodig frustreer.
Op de D908 naar Marseille, kijkend in de andere richting (klimrichting):
Bij Le Logis-Neuf mis ik op een rotonde gelukkig niet de D4A richting Allauch. Het wordt steeds drukker op de wegen en zeker op de rotondes moet je ogen voor en achter hebben, want de meeste Franse geven geen richting aan als ze een rotonde verlaten, dus weet je nooit wat ze gaan doen. Bovendien rijden ze vaak zonder fatsoenlijk snelheid te verminderen de rotondes op, bang dat ze er niet 'voor hun beurt' op kunnen. Ik rijd nu in een omgeving waar de meeste woningen tegen een helling liggen en veel mensen hier een 'onbeschoft' fraai uitzicht moeten hebben.
Bij Allauch met de Chaîne de l'Étoile op de achtergrond:
Een paar kilometer voorbij Allauch, ik ben de afslag 'Marseille
Les Trois-Lucs' dan al voorbij, passeer ik op de D4A het plaatsnaambord 'MARSEILLE'. Hè, begint dat hier al? Als je op de kaart kijkt, rijd je daar helemaal niet in de bebouwde kom zo. Voor mij beginnen nu, naar zal blijken, ook de navigatieproblemen. Ik wil namelijk via de D44 naar Aubagne en vervolgens over de D2 naar Gémenos.
Maar omdat ik nu binnen de 'bebouwde kom'

van Marseille rijd, staan er op de wegwijzers alleen de cursief aangegeven 'wijken' en zijn de weg-nummers in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik rijd wel op de weg richting Aubagne, maar dat staat met witte letters op een groen bord en brengt mij dus naar de drukke D4, die later wel in de D2 overgaat. Dat wil ik niet. Als ik bij een rotonde intuïtief aanvoel dat ik verkeerd zit, stop ik maar eens. Bij die rotonde is een groot leegstaand winkel- of kantoorpand met een soort voorplein. Daar heb ik alle ruimte. Ik zie dat ik
La Valentine binnenrijd. Gelukkig zie ik ook dat ik, als ik een stukje terug fiets, ik richting
Les Camoins kan. En dat staat op mijn kaartje gewoon als een gehuchtje ingetekend en het ligt aan de D44, de weg die ik zoek.
Maar het is ontzettend druk op de rotonde. Moeilijk om mij daar tussen het verkeer te mengen. Ik besluit via het zebrapad naar de overzijde te lopen en daar weer op te stappen. Na op de knop van het voetgangerslicht gedrukt te hebben, wacht ik keurig tot het licht op groen springt. Uit de richting
Les Camoins staan een 6 à 7 auto's netjes te wachten en aan de 'overzijde' vanaf de rotonde ook een aantal. Ik steek over en als ik bijna aan de overkant ben, scheurt er een idioot langs de rij wachtende auto's. De mafkees schiet vlak achter mij langs en zigzagt op het zebrapad tussen de wachtende auto's door

. Zo kun je dus ook het ziekenhuis ingereden worden, om van erger maar niet te spreken.
Hoofdschuddend klik ik in de pedalen en fiets ik een stukje terug naar de gezochte weg. Daar moet ik eerst nog langs wat huizen, maar dan ben ik weer 'buiten' en verschijnt er ook weer een bord met het gezochte weg-nummer

. Door een mooie omgeving fietsend bereik ik Aubagne. Hier is het ook weer ontzettend druk. Nadat ik onder de A501 door ben en op het spoorwegviaduct sta, moet ik mijn weg door Aubagne zien te vinden. Richting centrum is markt, niet doen dus. Voor de route via de buitenwijk staat geen volgende plaats aangegeven. Ik pak 't kaartje er maar weer bij.
Voux êtes perdu? (Bent u verdwaald?), klinkt het uit de mond van een passerende Fransman. Ik antwoord ontkennend, bedank hem en zie op het kaartje dat ik prima 'buitenom' kan gaan. Dat klopt ook en al snel heb ik de weg naar Gémenos te pakken. Op deze D2 heb ik een mooi zicht op het
Massif de la Sainte Baume, mijn volgende doel. Gémenos ken ik, daar ben ik zo door en aan de voet van de klim naar de
Col de l'Espigoulier pauzeer ik in de schaduw nog even om wat te eten en te drinken en dan begint voor mij dus de ongeveer 11 km lange klim naar de col.
Deze klim, die ik jaren gleden ook al eens gedaan heb, herinnerde ik mij als een niet al te lastige klim. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Met maximaal 7,6 procent heb je het wel gehad, doch meestal is het stijgingspercentage op deze goed lopende klim veel lager. Het is echter wel een prachtige klim om te doen en je fietst door een schitterend landschap. Het landschap is erg open, dus heb je weinig schaduw en daardoor was het gisteren bij tijden behoorlijk warm tijdens de klim. Rustig ben ik met 34x26 naar boven gereden. Iets voor de helft haal ik twee druk babbelende Fransen in. De een rijdt op een
Decathlon racefiets, zijn maat op een
b'Twin (dus ook Decathlon) fitness-bike. Ze doen het erg rustig aan. Ik klim in mijn eigen tempo verder... Er is kennelijk de een of andere tocht geweest of aanstaande, want op 10 km van de top hangt een bord dat die afstand aangeeft. Op 5 km van de top wordt dit zelfs voor elke kilometer herhaald. Ook hangen er waarschuwingsbordjes om de automobilisten er op te attenderen dat er in beide richtingen fietsers verwacht kunnen worden.
De D2 slingert zich vanaf Gémenos omhoog in het Massif de la Sainte Baume:
Ik hoor de beide Franse fietsers weer en als ik omkijk zie ik ze naderen. Even later gaan ze mij voorbij. Ik klim in mijn eigen tempo verder... Het gaat vlot en ik geniet volop van de prachtige omgeving. En zo loop ik bijna onopgemerkt weer op de Fransen in. Ze rijden nu een meter of zo voor mij. Op ongeveer een kilometer voor de col ga ik hen weer voorbij. Er volgt nu een bijna vlak gedeelte. Ik schakel naar het buitenblad en 'race' naar de streep. Dat is het leuke van deze col, je kunt er met hoge snelheid arriveren. Vlak voor de streep kijk ik nog wel even achterom of de Fransman op de racefiets misschien niet in mijn wiel zit en ik dus nog even echt zou moeten sprinten. Maar ze zijn beide niet meegekomen. Het uitzicht op de col is opnieuw magnifiek, want het is helder weer.
Daar is hij weer
: de Planet X op de Col de l'Espigoulier (728 m):
Nadat ik de foto op de col gemaakt heb, fiets ik even een paar honderd meter terug om van de omgeving te genieten en voor wat extra foto's.
De omgeving van de Col de l'Espigoulier, gezien vanaf de D2 enige honderden meters voor je op de col arriveert:
Daarna fiets ik terug naar de col en verder richting Plan-d'Aups-Sainte-Baume. De
Mont Ventoux is ook weer goed te zien. Na 3 km dalen gaat het de volgende 3 km een beetje op-en-af naar Plan-d'Aups. Het is hier boven duidelijk frisser dan beneden in het dal, maar niet onaangenaam hoor.
Plan-d'Aups-la-Sainte-Baume (circa 690 m)
:
Net voorbij het dorpje ga ik linksaf de D480 op richting St-Zacharie. Dit is een vrij smalle, goed geasfalteerde en erg rustige weg door het
Forêt Domaniale de la Ste-Baume. In een van mijn vorige verslagen beschreef ik de klim al. Je kunt hier vlot dalen, door ook weer een schitterende omgeving. Her en der staan wat auto's van wandelaars geparkeerd. Ook loopt er een jager langs de weg. Het jachtseizoen is hier het vorige weekeinde weer begonnen. Zelfs vanmorgen, toen het hier regende (inmiddels schijnt de zon al weer

), hoorde je ze 'knallen'...
Op de D480 van Plan-d'Aups naar St-Zacharie:
(M'n fiets staat in de schaduw tegen de boom links
)
Hé, daar komen de beide Franse fietsers van de
l'Espigoulier omhoog. Ze groeten. Waarschijnlijk hebben ze een rondje via Auriol gereden. Vlak voor St-Zacharie moet ik nog even over een steile
côte, maar daarna ben ik snel in het stadje. Als laatste 'grote' hindernis wacht mij nu nog de
Pas de la Couelle (531 m). Dat gaat echter vlot en deze keer helemaal met 34x23. In de afdaling, vlak voor het gehucht Kirbon, kom je langs een 'geitenboerderij'. Je kunt er allerlei soorten geitenkaas kopen en scholen kunnen er met hun leerlingen terecht om zo 't een en ander op te steken. Toen ik er onlangs passeerde, was er geen geit te bekennen, doch nu liep de complete 'veestapel' buiten.
De geiten van La Pastorale du Regagnas:
En maar weer verder. In Trets neem ik natuurlijk weer het fietspad langs de D6. Hier heb ik de wind min of meer tegen, dus moet ik nog even 'onder in de beugel' richting Châteauneuf-le-Rge. Vlak voor dit dorpje gaat het weer wat omhoog en ga ik naar het binnenblad. Bij Châteauneuf kan ik meteen de D7N oversteken, want het is er (heel) even rustig. In de volle zon klim ik vervolgens naar de
Collet Rouge en daarna gaat het in volle vaart terug naar Beaurecueil. 't Was een mooie tocht, met hier en daar wel wat 'gepuzzel' en helaas ook weer
een paar gevaarlijke situaties. Met een dikke
112 km op het tellertje stap ik af en doe m'n vrouw mijn verhaal...