peterv3
08 okt 2012 14:35
Mijn verhaaltje van gisteren:
L'Eroica 2012… De dag begint al in het pikkedonker om 4 uur: de wekker gaat. Vandaag is de grote dag. Joepie, ik mag weer afzien en wit stof happen in de Chiantistreek. Hmmm… toch maar even snoozen! Om 9 Over 4rol ik uit bed. Als ontbijt prop ik met lange tanden vier broodjes en een bak yoghurt met muesli naar binnen. 2 Espresso erbij, niet nodig want wakker was ik toch al, maar wel lekker. Alle spulletjes lagen al in de auto, dus iets na vijven tuf ik uitgezwaaid door mijn lief naar beneden vanuit Montaio richting Gaiole, een kilometer of 12 ten zuiden van ons huisje.
Daar is het al behoorlijk druk, de parkeerwachters dirigeren me naar een plaatsje een stukje bergop buiten het centrum. Het gaat beginnen! Fietsschoentjes aan, reservebanden, bananen etc. in de zakken van het koersshirt, lampjes aan en dalen richting het centrum voor de start van de 205km. Buiten is het aangenaam, anders dan vorig jaar. Zonder warme handschoenen, jasje of beenstukken kunnen starten is luxe! Tussen luid kwekkende Italianen schuifel ik met de fiets aan de hand naar de start. Eerst een handtekening met m'n startnummer 1159 op het grote vel, dan een stempel en de starttijd (5.40u), de obligate foto en eindelijk op weg, tussen en vooral langs andere vroege vogels op een keur aan oude fietsen met knipperende achterlichtjes.
Op naar Brolio, het eerste onverharde klimmetje naar het kasteel, met de gezellige olielampjes langs het pad. Heel sfeervol, maar duidelijk bergop dus hier begint al het laveren tussen de andere deelnemers door. Sommigen lopend, dankzij echt oude fietsen met enorme verzetten of een mindere conditie. Bergaf gaat ongeveer volgens hetzelfde patroon, ondanks dat ik rustig aan doe. Tenslotte heb ik vorig jaar dankzij overmoedig dalen een schuivertje gemaakt waardoor ik het grootste deel van de tocht met een 'heroïsch' verband om m'n arm reed. Het is nog donker bij het passeren van Siena, en de zon blijft voorlopig achter de wolken. Ik vind het niet erg, prima fietsweer zo.
Tussen de eerste stempelpost Radi (7.35u) en Montalcino krijgen de 'helden' de eerste pittige klimmetjes (rond 15%) op de strade bianche voor de kiezen. Dat gaat prima, de beentjes blijken goed. Ik passeer een held met zijn een-versnellings-Dürkopp aan de hand, ouderwets uitgedost met een mooie pofbroek aan en een alpino en stofbril op de kop, helemaal in stijl. Groot respect heb ik voor de mannen die L'Eroica volbrengen op echt vooroorlogs materieel. Het behoorlijk lange stuk onverhard wordt beloond met een bijna even lange mooi geasfalteerde afdaling richting 2e stempelpost bij Montalcino (9.38u), waar m'n snelheid meer dan 8x zo hoog ligt als bij het omhoogploeteren op de witte wegen. Lekker!
Op de onverharde delen zijn er eigenlijk 5 soorten oppervlak te onderscheiden; wasbord, stenen, grove kiezels, fijne, zanderige korrels en waar dat alles is weggesleten ook kleiige, hobbelige stukken steen. Eigenlijk wil je alleen op de fijne 'aangereden' stukken rijden, maar dat spoor ligt nergens op dezelfde plek op de weg. Dus dan weer links, dan weer rechts of in het midden moet je je weg zoeken om zo comfortabel en veilig mogelijk te fietsen. In de behoorlijk steile afdaling vanaf stempelpost Lucignano d'Asso (10.58u) is er helaas maar 1 soort: diepe wasbordkuilen. ik ga iets te hard of heb mijn gewicht te ver naar voren dus 'pats! pssssss'… een stootlek in mijn voorband. Behoedzaam, voor zover mogelijk, stuur ik naar de kant en begin met wisselen van m'n binnenband. Een Italiaan roept heel toepasselijk luid 'Mahadohonnaha!' als hij met grote ogen langs me omlaag komt stuiteren.
Bij Pieve a Salti (11.37u), een luxe Agriturismo, ben ik mooi op tijd voor de Ribolita (Italiaanse bonensoep) als lunch en ga ik er even bij zitten. Je moet eten, en veel ook, om al die verbrande calorieën te compenseren, maar dat gaat bij mij altijd met wat tegenzin omdat ik zelden trek heb. De soep gaat gelukkig makkelijk naar binnen. Ik pak nog een glaasje vruchtensap - de Chianti laat ik staan - en klim weer op m'n oude Gazelle. Nu volgt een vrij saai stuk, door wat buitenwijken en over drukkere asfaltwegen. Maar al gauw is er weer een lang stuk 'sterrata', waar ik volgens Strava zelfs een 'King Of the Mountain' scoor. Benieuwd hoe lang die zal staan, want ik ga zeker niet voluit. Ik weet namelijk wat me hierna te wachten staat…
Asciano (12.48u) is de stempelpost en Ristoro vlak voor de gemeenste klim van de dag: de 'drietrapsraket' Monte Sante Marie, een flinke, geheel onverharde berg met gruwelijke stukken tot 18%. Na wat kleine hapjes en met een volle bidon begin ik optimistisch en vlotjes aan de klim. Zwoegend op m'n 39x28 verzetje passeer ik de andere fietsers en lopers. De laatsten eigenen zich ook in grote meerderheid - lastig en mijns inziens ook een beetje onterecht - het goede spoor toe. Af en toe 'Scuzi!' roepen helpt soms, dus ik slip wel hier en daar door met het achterwiel maar hoef nergens af te stappen. Op naar de volgende post, weer een saai stuk asfalt met gelukkig wel een snelle afdaling die verkoeling brengt en waar je heerlijk in de bochten kunt hangen.
Castelnuovo Berardenga (14.02u) heeft nu de stempelpost net buiten het dorp ingericht, bij een sporthal(?) dus jammer genoeg niet op het mooie plein zoals vorig jaar. Dat had toch een stuk meer Eroica-sfeer. De kramp schiet bij het afstappen in m'n linker hamstring en ik krijg alleen met grote moeite mijn voet uit de toeclip. Au! Een vriendelijke lange man helpt me even en trekt mijn tenen omhoog om dat gevoel te verdrijven. Met tegenzin werk ik nog een klein bakje Ribolita naar binnen, en pak een stukje brood met Coppa di Parma. Hoe lekker ook, die ham, gedroogd fruit, gebak, noten, Pan Forte, zelfs dat heerlijke Toscaanse eten gaat me op zo'n dag tegenstaan. Ik sms Odette dat er nog dik 40km resten voor Gaiole, als het goed is vangt ze me straks op bij de finish.
Net buiten Castelnuovo rijd ik de renner die me hielp met mijn kramp achterop, ik herinner me dat ik hem eerder voorbijreed op de Monte Sante Marie, waar hij ook pittig omhoogging. Ik vraag hem in het Engels of we samen op zullen rijden, dat is prima dus dalen we afwisselend in elkaars wiel rap zwierend door de bochten richting de volgende witte weg. Hij heet Martin, komt uit Oostenrijk en vindt deze tocht, die hij voor het eerst doet, 'anstrengender' dan de Ötztaler radmarathon, wat toch ook geen kattenpis is naar ik heb begrepen. We zijn aan elkaar gewaagd en praten en rijden samen het laatste stuk, gezellig en prettig afleidend van de vermoeidheid die nu toch wel voelbaar wordt! De laatste lange stukken strade bianche in de bossen liggen er ook niet echt lekker bij dus dat hakt er ondertussen wel in.
Er is (dit jaar wel) een mobiele controle in Vagliagli (15.24u), dan rest nog een stuk sterrata en de nu toch echt zwaar aanvoelende klim naar Radda. Na dit mooie dorpje volgt een korte afdaling en dan gaat het (nondjeu) weer omhoog. Eindelijk slaan we rechtsaf naar het kasteel bij Vertine, over het allerlaatste stuk kiezels. Daar rijd ik voor de tweede keer lek; een afloper die zich pas manifesteert in de eerste serieuze bocht van de afdaling. Oeps! Het is nog maar anderhalve kilometer omlaag naar de finish, dus ik heb geen zin meer om de band te wisselen. Heel voorzichtig rijd ik dus omlaag, voor de bebouwde kom van Gaiole is-ie echt helemaal plat maar het kan me niet meer schelen, ook omdat ik even later in de verte een lachende en trotse Odette zie, die me kust en een koude Moretti voor me haalt. Na het wachten in de lange rij en de obligate finishfoto drukt de controleur om 16.35u de laatste stempel op m'n kaart. Weer gehaald, voldaan, maar bijna net zo leeg als m'n voorband. Volgend jaar weer? Ik denk het wel!