Interval training
Volgens mij gaat het meer om een hardlooptraining ipv. een fietstraining. Dus bijvoorbeeld ipv. 3 keer per week fietsen, 2 keer per week fietsen en 1 keer hardlopen. Het staat natuurlijk buiten kijf dat je met regelmatig hardlopen een beter conditie opbouwt dan met op de bank hangen 
Zoals gezegd, is het ‘gewoon’ mogelijk om fietstraining volledig te vervangen door hardlooptraining, indien het je doel is om Luik-Bastenaken-Luik uit te rijden. Of het ook verstandig is, is uiteraard een ander verhaal.
Hoe dan ook, voor mij voegt regelmatig hardlopen (zo'n 3x per week, ook als intervaltraining) in ieder geval het nodige toe aan mijn fietsconditie.
Hoe dan ook, voor mij voegt regelmatig hardlopen (zo'n 3x per week, ook als intervaltraining) in ieder geval het nodige toe aan mijn fietsconditie.
- Coulthard1984
- Forum-lid
- Berichten: 15
- Lid geworden op: 03 jan 2014 13:56
Hardlopen en wielrennen hebben cardiovasculair veel overeenkomsten.
Maar ook veel verschillen.
Vooral in de uithouding en in het kracht gebruik zitten wel wat verschillen.
Daarnaast worden wel aardig de zelfde spieren gebruikt, maar wel met een andere belasting; bij hardlopen ontstaan bijv. minuscule spierscheurtjes door de constante impact. Het herstel van beide sporten is daarom anders.
CLUKS
coordinatie:
Bij wielrennen eenvoudiger dan bij hardlopen. Maar in beide gevallen niet heel veeleisend. Wel zijn het relatief verschillende bewegingen; spieren worden ander gebruikt. Wielrennen is in die zin überhaupt een unieke beweging.
leningheid:
Wordt bij hardlopen meer vereist: Meer volledige strekking van spieren, met name in de kuiten en achillespezen. Daarnaast is er meer stabiliteit gevraagd.
Uithouding:
Beide erg belangrijk en veeleisend. Wielrennen langer vol te houden vanwege weinig belasting op spieren. Bij hardlopen ontstaan minuscule scheurtjes in spieren. Daarnaast is hardlopen een veel constantere inspanning, zelfs bij intervallen. Wielrennen daarentegen heeft een veel breder bereik in de uithouding.
Kracht:
Bij wielrennen speelt het af en toe een grote rol; piekbelastingen, vooral bij demarrages, sprints en bergop rijden. Maar bij hardlopen een grotere constante factor; immers draagt 1 been elke keer het lichaam, en moet het vooruit stuwen.
Snelheid (spier snelheid):
In beide gevallen is spiersnelheid belangrijk. Opvallend genoeg ligt de trap- en loopfrequentie aardig bij elkaar: van wielrennen iets hoger. Bij de toppers: hardlopen: +/-90, wielrennen +/-100.
Maar ook veel verschillen.
Vooral in de uithouding en in het kracht gebruik zitten wel wat verschillen.
Daarnaast worden wel aardig de zelfde spieren gebruikt, maar wel met een andere belasting; bij hardlopen ontstaan bijv. minuscule spierscheurtjes door de constante impact. Het herstel van beide sporten is daarom anders.
CLUKS
coordinatie:
Bij wielrennen eenvoudiger dan bij hardlopen. Maar in beide gevallen niet heel veeleisend. Wel zijn het relatief verschillende bewegingen; spieren worden ander gebruikt. Wielrennen is in die zin überhaupt een unieke beweging.
leningheid:
Wordt bij hardlopen meer vereist: Meer volledige strekking van spieren, met name in de kuiten en achillespezen. Daarnaast is er meer stabiliteit gevraagd.
Uithouding:
Beide erg belangrijk en veeleisend. Wielrennen langer vol te houden vanwege weinig belasting op spieren. Bij hardlopen ontstaan minuscule scheurtjes in spieren. Daarnaast is hardlopen een veel constantere inspanning, zelfs bij intervallen. Wielrennen daarentegen heeft een veel breder bereik in de uithouding.
Kracht:
Bij wielrennen speelt het af en toe een grote rol; piekbelastingen, vooral bij demarrages, sprints en bergop rijden. Maar bij hardlopen een grotere constante factor; immers draagt 1 been elke keer het lichaam, en moet het vooruit stuwen.
Snelheid (spier snelheid):
In beide gevallen is spiersnelheid belangrijk. Opvallend genoeg ligt de trap- en loopfrequentie aardig bij elkaar: van wielrennen iets hoger. Bij de toppers: hardlopen: +/-90, wielrennen +/-100.