Mijlpalen is voor ieder iets heel persoonlijks, vind ik.
Ik bemerk bij mezelf dat ik behoefte heb aan uitdaging. Elke week hetzelfde rondje of elk jaar dezelfde tochten gaat snel vervelen.
Ik ben pas de laatste jaren, vanaf 2003, weer fanatiek gaan fietsen.
Na 2003 5 x de Amstel Gold Race, 5 x Luik-Bastenaken-Luik heb ik dat soort klassiekers wel gezien. Leuk om te doen, maar vind ik te massaal.
In 2008 voor het eerst de toerversie van Parijs-Roubaix gedaan. In 2014 hoop ik voor de vierde keer deze te doen. Dat vind ik persoonlijk een van de mooiste uitdagingen op de fiets. Net als de profs vijftig kilometer over kasseien dokkeren vind ik de ultieme strijd van de fietser tegen de elementen en de omstandigheden. Bovendien heb ik binnen mijn club dan de meeste deelnames.
Vorig jaar heb ik mijn debuut gemaakt tussen de ultrafietsers (randonneurs) en daar mijn eerste brevet van 400 kilometer (non stop) in de avond en nacht op de fiets gedaan. En ook vorig jaar een (nieuwe) eerste editie van een tocht langs alle Nederlandse hoofdsteden (Dutch Capitals Tour) van 1425 kilometer in ruim 90 uur gefietst met drie overnachtingsplaatsen onderweg.
Klimmen in de bergen trekt mij nog niet zo erg, maar de Mont Ventoux wil ik wel graag een keer doen.
Ik beschouw deze ervaringen nogmaals niet als mijlpalen, maar uitdagingen.
Uitdagingen zijn leuk als je jezelf de tijd geeft om deze te realiseren. Het gaat niet om kwantiteit, maar kwaliteit van het fietsen. Om iets te realiseren moet je wel trainen, maar ook zorgen dat je lichaam dit kan doen. Tijd nemen om te herstellen en je lichaam te laten wennen aan je inspanningen is belangrijker dan zoveel mogelijk kilometers maken en kans lopen overtraind te raken.