Gelukkig had je na Monte Carpegna even de tijd om een beetje te herstellen. De komende 50km zouden wat eenvoudiger moeten zijn en gelukkig was dat ook zo. Wat meer golvend terrein, weliswaar hier en daar even serieus omhoog maar meer neerwaartse meters. Door Gabriele was ik al gewaarschuwd voor het bijzonder lastige slot dus het was zaak om op krachten te komen. Dat probeerde iedereen zo'n beetje voor zich. Verspreid over het parcours kleine groepjes of eenzame fietsers. Soms nog geen 50 meter van elkaar maar van samenwerking was nauwelijks nog sprake. Wel was er ruimte om iets meer van de prachtige omgeving te genieten. Zelfs als het beste er echt wel af is blijft het geweldig om daar te mogen rijden.


Uiteindelijk kwam ik bij vier andere deelnemers en onderweg naar San Marino was er zoweer weer even sprake van een klein groepje.

Even na San Marino lag er weer een hele listige afdaling te wachten. In één van de haarspeldbochten lag een soort verzakking die je pas heel laat kon zien. Ik moest even heel stevig bijsturen om de bocht nog te maken en had denk ik niet veel meer dan 20cm over richting de vangrail. Even schrikken dus maar wel goed voor de adrenaline. Nog geen 500 meter verder in diezelfde afdaling kreeg ik een nieuwe impuls toen één of ander insect er in slaagde om zich achter m'n zonnebril te vliegen. Snel de bril af en ook dat probleem was getackled. Nog steeds verre van fris maar wel weer helemaal wakker.

Ondertussen zag ik in de verte Domenico weer rijden. Vooraf had Gabriele ingeschat dat wij wellicht samen zouden kunnen rijden en dat was kennelijk niet zo gek ingeschat. In het begin was Domenico iets sneller vertrokken en inmiddels ging het bij mij iets minder slecht. Maar vlak voor we elkaar zouden treffen bleek die aangekondigde finale te beginnen met de klim naar Torriana. Ruim 2 kilometer omhoog tegen ruim 12 procent gemiddeld. Alle kracht die ik had teruggevonden in de voorgaan de kilometers vloeide ineens weer uit de benen. Zigzaggend op de 34x27 omhoog, vloekend op het bordje dat kwa gemiddeld percentage net zoals eerder een hele andere klim had aangekondigd.
Boven kwam ik uiteindelijk samen met Domenico en we reden al zuchtend even samen op met twee andere italianen. Toen de volgende klim zich om de hoek liet zien was een collectief "oh no..." te horen want er lag weer een muur klaar. Volgens hetzelfde recept omhoog en krachteloos de afdaling in gesukkeld. Daar begon het na een paar kilometer te dagen dat we al even geen bordjes meer hadden gezien. Juist, we zitten verkeerd. Van een paar extra kilometers ben ik normaal niet vies maar onder deze omstandigheden zat ik er echt even niet op te wachten. Toch zat er niets anders op dan de afdaling van zojuist weer op te rijden. Omdat we niet precies wisten waar het mis was gegaan koste het de nodige tijd om weer op het parcours te geraken. Ik was blij met de pijl die we weer zagen hangen maar dat gevoel zakte al snel weg toen ik de bijbehorende strook sterrato zag. Weer steil omhoog en nu dus zelfs onverhard.

Er zat niets anders op dan je meter voor meter omhoog te werken. Ondertussen troost vinden in het feit dat werkelijk iedereen die je ziet het vreselijk slecht had. Boven een korte afdaling gevolgd door Monte Leone. En inderdaad, ook die was bijzonder lastig. Al had dat misschien ook wat te maken met de beklimmingen ervoor. Een wat langere maar zeer technische afdaling zorgde ervoor dat er ook bergaf nog even geen tijd voor ontspanning was. Overigens ging dit allemaal wel over bijzonder rustige wegen en stond er werkelijk overal een seingever klaar die waar nodig het verkeer voor je tegenhield. Dat was echt dik in orde.
Beneden was er weer geen tijd voor rust want muur nummer vijf uit de finale lag alweer klaar. Ditmaal naar Ardiano en opnieuw vertelde het bordje beneden niet de waarheid. Ik weet ook wel dat het niets uitmaakt maar als je het zo zwaar hebt wil je dat gewoon terugzien op de borden. Ik vroeg me ondertussen al een tijdje af of ik voortaan niet wat meer tijd in m'n nieuwe duikhobby moest gaan steken want die vakantie was een stuk meer ontspannen.

Veel foto's heb ik in het finalestuk niet meer gemaakt maar gelukkig stond de organisatie nog klaar, bijvoorbeeld op de allerlaatste en tevens onverharde klim naar Bertinoro.

Daar boven nog eenmaal een bidon vullen en ik wist dat het nu alleen nog maar vlak was met één vrij lange strook onverhard. Ik besloot deze tocht in stijl af te sluiten en schakelde naar het buitenblad op weg naar Forli. De wetenschap dat ik geen muur meer zou tegenkomen gaf me vleugels en zo vloog ik toch nog in een mooi tempo naar de wielerbaan. Nog altijd stonden er seingevers en in Forli werd zelfs een hele kruising platgegooid toen ik er solo aan kwam. Net buiten het centrum was daar eindelijk de verlossende bocht naar het velodrome.

Het binnenrijden was een ouderwets kippenvel moment. Ondersteund door de speaker die meteen de aankomst van nummer 116 begon aan te kondigen. Geen idee wat hij allemaal vertelde maar het klonk geweldig. De bel klonk en ik zette de laatste ronde in. Leeg maar toch ook wel heel tevreden rolde ik over de streep. Ik stuurde gelijk het gras in maar tijd om even bij te komen was er niet want ik had meteen een microfoon onder m'n neus en een enthousiaste speaker naast me. Een medaille om de nek en of ik even wat kon vertellen over het parcours. Veel meer dan multo duro en meravigliosa kon ik even niet bedenken maar het was zo wel een geweldig einde van een loodzware tocht. Binnen als nummer 68 in 11uur en 20 minuten maar onthaald als een winnaar.

De statistieken van m'n avontuur: 230km en iets meer dan 5500 hoogtemeters. Nog nooit zo afgezien op de fiets maar het was een geweldig avontuur.