Soms hoef je niet ver te reizen om mooi te fietsen. Zelfs in je eigen trainingsgebied kun je soms nog verrast worden, kwam ik afgelopen zaterdag achter. Een verslagje van het Rotterdam Cycling Festival.

Eigenlijk was het de bedoeling om zaterdag een heuse ‘L’Étape du Tour’ te rijden ter promotie van een eventuele Tourstart in Rotterdam of Den Haag in 2024 of 2025, maar die wedstrijd ging niet door. Jammer, dan maar samen met 5.000 andere deelnemers meedoen aan een van de vele toertochten die onderdeel uitmaakten van het Rotterdam Cycling Festival op zaterdag 16 en zondag 17 juli.

Het evenement – want dat was het – vond plaats op de wielerbaan van RWC Ahoy, naast vliegveld Zestienhoven (door niet-Rotterdammers ook wel bekend als Rotterdam The Hague Airport, maar daar doen wij hier niet aan). Samen met twee vrienden had ik mij ingeschreven voor de 125 kilometer ‘Charity Ride’, de langste van zes toertochten. Er was ook een Peloton Ride (120 kilometer), twee andere Charity Rides (80 en 105 kilometer), een Ladies Ride en nog twee Family Rides (25 en 45 kilometer). Gewone fietsers, wielrenners, mountainbikers, e-bikers; iedereen kon dus wel een geschikte afstand uitpikken om aan deel te nemen.

Festivalterrein

Het was een flink druk toen we per fiets aankwamen bij het terrein. Het ophalen van de startnummers ging vlotjes en na het vastmaken van het stuurbord konden we om 9.30 uur op de baan vertrekken. We kregen direct een banaan uitgereikt voor de eerste kilometers, maar die stopte ik op zijn Bauke Mollema’s achterin mijn zak. Later op de dag hoorde ik Maarten Ducrot op de NOS vertellen dat je met een banaan in je achterzak geen koersen kunt winnen. Weer wat geleerd.

Het eerste stuk van de toertocht ging in noordwestelijke richting naar Moerkapelle. Het was veel draaien en keren en in het begin was het nog een beetje zoeken naar de ruimte. Dat het zaterdagochtend was en zonnig, hielp qua drukte ook niet echt mee. Uiteindelijk werd het wat rustiger op de breder wordende fietspaden en trokken we via Berkel en Rodenrijs terug naar het noorden van Rotterdam, vlakbij de start- en finishplek. Vervolgens gingen we tegen de wind in, in westelijke richting naar Den Haag. ‘Het zal daar wel gigantische druk zijn op de fietspaden’, dacht ik nog toen we richting de kust reden, maar het viel enorm mee. Na het tweede ‘SPAR oplaadpunt’ in Monster (met veel koek, drinken en Haribo-zakjes) reden we heerlijk langs de kust naar Hoek van Holland. Ook daar viel het qua drukte mee. Dat zal vandaag en morgen wel anders zijn, gok ik.

Met de wind in de rug reden we via Hoek van Holland naar Maassluis. Hoewel het natuurlijk absoluut geen wedstrijd is, zien veel mensen zo’n simpele tocht wel als een koers. Inhalen op plekken waar het niet kan, onnodige risico’s nemen, op kop sleuren… Niet voor niets heb ik – en dan overdrijf ik niet – wel minstens tien keer geschreeuw of getier gehoord van andere weggebruikers. Niet altijd terecht natuurlijk, maar het blijft een heikel punt. De weg is van iedereen tijdens zo’n openbare tocht, dat vergeten sommige mensen soms wel eens (en niet alleen wielrenners).

Het laatste deel van de route ging via Vlaardingen naar Rotterdam. Ik was blij dat ik weer op het festivalterrein was. Want ja: het was heel leuk en ik heb veel mooie (trainings)plekken ontdekt, maar goh: het was ook wel erg druk. In een groep rijden is fijn en lekker, maar daar waren de vaak smalle weggetjes niet echt voor geschikt. Het was veel draaien en keren. Daar ontkom je in dit gebied ook niet aan, maar lekker rijdt het natuurlijk niet echt.

Op het terrein was het tijd om lekker na te genieten. Met een patatje en een cola namen we plaats op een bankje om te luisteren naar een ABBA-coverband en te genieten van een tot dan toe niet al te spannende Touretappe. Plots kwamen Erik Breukink en Steven Rooks aangelopen om in het Tourcafé over de Franse ronde te ‘lullen’. Veel interesse vanuit het publiek was er ogenschijnlijk niet voor, maar het zegt wel iets over de grootte van het evenement dat zulke toppers van de partij zijn. Later op de avond waren er ook nog koersen op de wielerbaan, zoals een Dikke Mannen Race (100+ kilo) en amateurwedstrijdjes. Oud-profs als Michael Boogerd, Peter Van Petegem en Johan Museeuw kwamen ook nog in actie in een speciale wedstrijd. Kortom: voor het publiek was er genoeg te beleven.

Ik maakte dat allemaal niet meer mee. Na een rondje over het festivalterrein (met een paar geinige tentjes en veel eten en drinken) en Douwe Bob die half hangend uit een auto met een champagnefles in zijn hand een soort ereronde maakte vond ik het wel welletjes. Genoeg gezien voor vandaag, tijd om weer 20 kilometer naar huis te fietsen en de douche op te zoeken.

Het was een mooie fietsdag. 08.00 uur op de fiets gestapt, 16.30 uur er weer af en tussendoor veel nieuwe trainingspaden ontdekt. Ook de organisatie kan tevreden terugkijken op de dag: onder het motto ‘Samen touren tegen kanker’ werd er 273.036 euro ingezameld voor de projecten van de Erasmus MC Foundation. Kortom: alleen maar blije – en een beetje vermoeide – mensen.