Verdrietig nieuws: dinsdagochtend is Cor Vos overleden. De man die talloze wielerfoto’s maakte en sinds 1975 zijn eigen persbureau had, is 77 jaar oud geworden. Volgens het AD werd Vos dinsdag ziek en overleed hij niet veel later in het ziekenhuis.

Vos begon zelf als fotograaf en volgde onder meer jarenlang de Tour de France. In 1975 richtte hij zich eigen persbureau op. Dat bureau werd steeds groter en groter. Bijna alle bekende wielergerelateerde media wilde maar al te graag een samenwerking aangaan. Want waar er gekoerst werd, daar was Cor Vos. In de laatste jaren liet Vos het fotograferen van koersen over aan anderen en was hij zelf bezig met zijn archief uitpluizen. Een archief om ‘u’ tegen te zeggen. Ook Fiets magazine maakt al decennia lang met veel plezier gebruik van het fotoarchief van Cor en zijn vrouwe Carla Vos.

De redactie van Fiets wenst Carla en alle nabestaanden veel sterkte toe.

In 2023 maakten we een interview met Cor en Carla. Dit plaatsen we graag nog eens online, als eerbetoon aan Nederlands grootste wielerfotograaf.


Portret | Cor Vos

Een leven achter de lens

Met zijn fotopersbureau biedt fotograaf Cor Vos (75) al bijna vijftig jaar lang een venster op de koers, waar onder meer Fiets volop gebruik van maakt. Hoog tijd voor een portret, dachten we.

Tekst Elias de Bruijne / Foto’s Cor Vos

“Heb je die bij de Toys “R” Us gekocht?’ Cor Vos wijst plagerig naar de eenvoudige Nikon die ik in mijn handen heb. Ik kijk hem vragend aan. ”Dat zeiden we vroeger altijd over dat soort camera’s”, verduidelijkt hij: “Toys “R” Us is een speelgoedwinkel.” We hebben net uiterst gemoedelijk geluncht waarbij Cor en zijn vrouw Carla ruim de tijd hebben genomen om al mijn vragen te beantwoorden, maar nu we naar buiten lopen word ik toch lichtelijk zenuwachtig. Een foto maken van hét boegbeeld van de Nederlandse wielerfotografie: dan is de druk toch net wat groter dan wanneer je de camera van je telefoon aanzwengelt voor een kiekje van een fiets. ‘Klik’ doet het toestel, en zowaar, Cor en Carla – zelf vaste fotograaf van voetbalclub Sparta – staan er samen op. Tot mijn verrassing vraagt Carla of ik de foto’s wil doorsturen: “We hebben maar weinig foto’s van ons samen”, biecht ze op. Zo gaat dat blijkbaar bij fotografenechtparen.

‘Op de drukste dagen komen er duizend foto’s binnen. Het belangrijkste is de finishfoto: die moet binnen twee minuten online staan’

Hels karwei

Cor Vos (1948) is een begrip in de Nederlandse wielerwereld en dat is zacht uitgedrukt. “Als je niet bij Cor Vos op de website staat, dan ben je geen wielrenner geweest”, zei mede-Rotterdammer Wilfried de Jong ooit bij de opening van een Cor Vos-tentoonstelling. En ja, dat klopt wel ongeveer. De selfmade man uit Hoogvliet groeide uit tot een van de bekendste wielerfotografen ter wereld en vulde zijn website in de loop der jaren met vele duizenden foto’s. Anno 2023 covert Fotopersbureau Cor Vos bijna alle belangrijke koersen, soms wel vijf per dag. De maestro zelf zit niet meer op de motor, maar bekommert zich thuis in Rotterdam om de foto’s die zijn pakweg twintig freelancers hem vanuit alle hoeken van de wielerwereld toesturen. “Het lijkt misschien of ik een gespleten persoonlijkheid heb, want elke foto krijgt de credit ‘Cor Vos’, maar ik doe alleen nog de eindredactie. Ik haal de belangrijkste foto’s eruit, zet de namen van de renners erbij en doe wat correcties. Dat is soms een hels karwei, want op de drukste dagen komen er bijna duizend foto’s binnen. Het belangrijkst is de finishfoto: die moet binnen twee minuten online staan.”

Sjezen

Voordat hij fotograaf werd was Cor Vos wielrenner. Matig getalenteerd, naar eigen zeggen. “Dan demarreerden er honderdvijftig renners en bleef ik achter.” Dat koersbestaan was snel voorbij, want in 1968 kwam de jonge Cor hard ten val en liep hij zwaar hersenletsel op. Na een lange revalidatie mocht hij niet meer fietsen, maar omdat hij het wielrennen miste bedacht hij iets anders. “Ik kocht een Russisch fototoestel, een Zenit, en ben toen foto’s gaan maken van mijn vroegere collega’s. Ik had geen idee hoe dat moest, maar heb het mezelf aangeleerd.” De actiefoto’s verkocht hij voor 2,50 gulden en af en toe stuurde hij ook een kiekje naar de krant; zonder succes, tót het Rotterdamsch Dagblad een foto plaatste. Vos ging steeds meer fotograferen, zegde zijn baan in een fietsenwinkel op en sjeesde als freelancer van hot naar her. Zijn eerste Tour de France in 1972 was ook sjezen geblazen: met de auto naar de proloog, razendsnel terug naar Nederland om zijn foto’s bij de kranten te droppen, terug naar de Tour, na de eerste bergrit weer naar Nederland en zo verder. Eddy Merckx won, Joop Zoetemelk werd vijfde.

‘Als je eenmaal met de wielerbacil in aanraking bent gekomen, raak je die niet meer kwijt’

In 1975 werd het echt menens: Vos verwierf in de Tour een plekje op de motor en aan de finish. “Daarvoor moest je langs Tourdirecteur Felix Lévitan, maar ik sprak geen woord Frans. Nino Tomadesso, een journalist van De Limburger, deed een goed woordje voor me. Mijn grote smoes was dat de Nederlandse renners het zo goed deden, maar dat er geen enkele Nederlandse fotograaf was om dat vast te leggen. Lévitan ging akkoord en zo zat ik plots in koers, als eerste freelance fotograaf op de motor. Toen kon dat nog zo, tegenwoordig zijn die plaatsen allemaal bezet door de grote fotopersbureaus.”

Specialist in valpartijen

Het was het begin van een druk leven achter de lens, continu in koers en op zoek naar de beslissende momenten. De ultieme finishfoto, de beslissende demarrage, de fatale val. Specialist in valpartijen, noemt Vos zichzelf. “Als ik op de motor zat, hoorde ik bij wijze van spreken dat er een pedaal in een spaak kwam.” Na afloop moesten de foto’s zo snel mogelijk naar de klant – een rode draad in het leven van een persfotograaf. Zo ontspon zich een hectisch leven: van koers naar koers, altijd op zoek naar de juiste foto, altijd haast om die foto op tijd af te leveren.

Gelukkig hoefde Cor niet alles alleen te doen. Vlak na de oprichting van Persbureau Cor Vos in februari 1975 trouwde hij met Carla, die hij had ontmoet in de fietsenzaak waar hij eerder werkte. Ze draaide al snel volop mee: “Cor deed de foto’s, ik de administratie en een deel van het transport. De foto’s konden pas worden weggebracht als Cor thuis was en dan reed ik laat op de dag tot diep in de nacht nog naar de redacties in Brabant, Den Haag en Rotterdam.”

Bij wedstrijden ver van huis ging dat anders. Voor zijn eerste Tour op de motor deed Cor een fikse investering: hij liet een paardenwagen ombouwen tot mobiele donkere kamer, regelde een chauffeur en investeerde in een telefotozender – een apparaat waarmee je de ontwikkelde foto’s direct naar kranten kon versturen. Handig, maar het was ook keihard werken: “In de Tour was ik vaak pas na twaalven bij het hotel. De volgende dag stond de wekker op zes uur. Wat dat betreft is het tegenwoordig met de live-fotografie een stuk makkelijker: ‘klik’ en het staat meteen op de server. Kun je na de podiumceremonie direct naar het hotel.”

Evolutie

In de loop der jaren veranderde er veel. Van analoog naar digitaal, van telefoonlijnen naar internet – Fotobureau Vos moest doorschakelen en deed dat ook. Cor: “Ik heb altijd geprobeerd om mee te gaan in de evolutie van mijn vak en heb daar veel in geïnvesteerd. Mijn eerste digitale camera, die ik gebruikte bij het WK van 1995 in Colombia, had één megapixel. Kun je nagaan: tegenwoordig heeft een telefoon al snel dertien, veertien megapixels. Ook het zenden was toen nog heel moeilijk. Als er een helikopter overvloog kon je opnieuw beginnen, en dat gebeurde nogal vaak, want het WK was natuurlijk op een lokaal rondje.”

Anno 2023 gaan veel zaken door de voortschrijdende techniek een stuk makkelijker, maar niet álles is beter voor fotografen. “Je ziet nu vaak – vooral in België – dat kranten televisie-stills gebruiken of foto’s plaatsen die iemand met een iPhone heeft gemaakt. Daar kun je niet tegenop: voordat jij met de motor vijf kilometer verder bent, heeft een krant of tv-station die foto al. De resolutie van zo’n foto’s is prima en dat de compositie vaak matig is maakt niet uit. Ook bij het veldrijden werkt de techniek ons weleens tegen: als duizenden mensen op hetzelfde moment een filmpje van een renner maken en doorsturen, belast dat het 4G-netwerk zodanig dat je zelf je foto’s niet kunt doorsturen.”

Nieuw oud archief

Aan stoppen denk het echtpaar nog lang niet, integendeel. De website loopt niet alleen verder vol met nieuwe maar ook met oude foto’s, vertelt Cor. “Dat zit zo: in de jaren tachtig hadden we een winkelpand met een donkere kamer en al onze negatieven. Toen belde de buurman dat hij water onder de deur door zag lopen. Wat bleek: de bovenbuurvrouw was vanwege bevroren leidingen bij haar moeder gaan bivakkeren en die leidingen waren gesprongen, dus alles liep zo naar beneden. De negatieven die in plastic zaten hebben we kunnen redden, maar ze zaten niet meer op de juiste volgorde. In de coronatijd ben ik ermee begonnen ze alsnog in te scannen. Ik denk dat we er nog wel 60.000 te gaan hebben.”

Krijgen ze in huize Vos nooit genoeg van wielrennen?

Cor: “Ik kijk alle wedstrijden op tv, maar dat is puur zakelijk: dan noteer ik de rugnummers, voor bij de foto’s. Ik zou niet weten of ik anders ook zou kijken, want ik kijk dus altijd beroepshalve. Maar ik wil de zaak ook nog helemaal niet wegdoen.”

Hangen er in huize Vos eigenlijk wielerfoto’s aan de muur?

Cor: “Nee, helemaal niks.”

Carla: “We hebben een cartoon van jou achterop de motor, gemaakt door Nesten.”

Cor: “Maar absoluut geen wielerfoto’s, ik moet er niet aan denken. Ik zie al genoeg wielrenners. Aan de andere kant: als je eenmaal met die bacil in aanraking bent gekomen, dan raak je die niet meer kwijt.”

Bijzondere foto’s

Of Cor Vos favoriete foto’s heeft? Nee, eigenlijk niet. “Ik denk er niet aan. Ik roep weleens: de mooiste foto moet ik nog maken. En de tweede dooddoener: ik heb liever een mooie foto die net wat minder is, maar die veel geld oplevert.”

Toch passeren er al pratend verschillende specifieke fotomomenten. Dit is een selectie (in willekeurige volgorde).

1. Gerrie Knetemann, Nürburgring, WK 1978

“Er zijn heel wat mooie maar ook trieste momenten. Dat De Kneet wereldkampioen werd, dat was een goede vriend van ons. En Fabio Casartelli, daar reden we achter. Daar heb ik van veraf foto’s van gemaakt, met de telelens. Of ik getwijfeld heb? Nee, want als je ’m niet hebt, dan zegt de krant: waarom heb je ’m niet? Degene die publiceert is verantwoordelijk voor de publicatie.” Carla: “Ik weet nog dat het AD – dat de foto op de voorpagina zette – dat toen heel moeilijk heeft gevonden. Zij hebben later nog uitgelegd wat de overweging was : dat de actualiteit het won van de privacy.”

2. Jan Raas, Amstel Gold Race 1980

Cor: “Op de Keutenberg werd Raas gesneden door een motard. En schelden naar die man en duwen… Dat was een serie van vijf foto’s, ik geloof dat die serie op maandag bijna vijftig keer gepubliceerd is.”

3. Joop Zoetemelk, Tour de France 1980

Cor: “Mooie momenten heb ik zeker meegemaakt. Zoetemelk die de Tour de France wint – een zwart-witfoto van het moment dat Knetemann de hand van Zoetemelk pakt en omhoog duwt op de Champs-Élysées.” Carla: “Joop was zo ingetogen – die had dat zelf nooit gedaan.”

4. Laurent Fignon, Tour de France 1988

Cor: “Indrukwekkende renners? Laurent Fignon. Die was ooit boos op ons omdat we in de weg reden en gooide toen een bidon naar me. Daar heb ik een foto van, dat je die bidon op me af ziet vliegen.”

5. Cor & Carla Vos, Utsunomiya, WK wielrennen 1990

Cor: ”We zijn samen naar Utsunomiya geweest, kregen we nog ruzie ook. Ik had een auto gehuurd, maar alle borden waren natuurlijk in het Japans. Daar kwamen we niet uit, dus toen hebben we de auto maar teruggebracht.” Carla: “Het was daar zo bloedheet, 39 graden. Daar hebben we nog leuke foto’s van. Met dat hoedje op…”

6. Greg LeMond, Tour de France 1992

“Ik heb ooit drie uur achter LeMond aangereden – het gerucht ging dat hij zou afstappen. Dat was natuurlijk dé foto. We kwamen bij LeMond, vervolgens nog een fotograaf, en nog eentje, en nog een – maar na twee uur werden het er weer minder, want die fotografen hoorden allerlei andere gebeurtenissen over de radio. Op een gegeven moment stapte LeMond inderdaad af en had ik de foto. L’Equipe was er ook, maar dat was geen concurrent, zij leverden niet aan persbureaus. Als Reuters, AP of AFP – de drie grote bureaus – de foto hadden was dat vervelender.”

7. Djamolidine Abdoesjaparov, Tour de France 1994

Cor: “Ik ben nooit bang geweest op de motor, ook niet als cameraman – dat ben ik ook nog geweest – met een camera van vijftien kilo op mijn schouder.” Carla: “We hebben nog een foto van jou dat je in de afdaling naast Abdoesjaparov reed, dat ging aan 100 kilometer per uur.”