Houd je van bergen en eindeloze, onverharde paden? Het Oostenrijkse Tannheimer Tal is dan een optimale gravelbestemming. In het noorden de glooiende heuvels van de Voor-Alpen, in het zuiden de mooiste passen van de noordelijke Alpen. Mark en Sebastiaan genoten er volop, fotograaf Arjan legde het vast.

Als je niet weet dat het bestaat is de kans groot dat je er zomaar voorbij rijdt, zo goed ligt het Tiroolse Tannheimer Tal verstopt achter de Duitse grens. Een snelweg gaat er niet naartoe, we rijden via lokale wegen het dal in. Als we tamelijk laat in de avond in het plaatsje Tannheim arriveren, checken we in het speciale wielerhotel in dat de hoofdredacteur voor ons gereserveerd heeft, zetten onze fietsen in de berging en schuiven dan aan de hotelbar aan om het stof van de lange autorit weg te spoelen.

Hoteleigenaren Hans en Anneliese Haider zitten zelf ook aan de gastenkant van de bar, samen met een paar bevriende stellen. Het was gisteren Hemelvaart en op de Brückentag erna zijn veel mensen vrij. Dat brengt het gesprek al snel op de verschillen tussen de feestdagen in Oostenrijk en Nederland. “Sinterklaas, dat is echt iets typisch Nederlands”, stel ik, waarop de hele bar me meewarig aankijkt. “Nikolaus hebben wij hier ook, hoor”, legt Hans de reactie uit, “Nikolaus en Krampus.” Er gaat een lampje branden. Krampus, dat is die doodenge duivelsfiguur die ooit mijn kinderen tijdens een wintersportvakantie de stuipen of het lijf joeg.

Tannheimertal Tal

In één moeite door stapt Hans van de gehoornde Krampus over op onze Zwarte Pieten. Nooit gedacht dat die discussie hier in Tirol gevolgd werd. Blijkbaar wel en de hele groep heeft nog een uitgesproken mening ook: Zwarte Piet moet blijven, het is echt belachelijk dat die eeuwenoude traditie ter discussie staat. Tsja, in dit wespennest ga ik m’n hoofd niet stoppen, zeker niet in een taal die niet de mijne is, en dus verleg ik het onderwerp. “Königstag, die hebben jullie zéker niet…”

Jonge klassieker

Als we twee grote glazen later aftaaien – een klein biertje bestellen kan hier niet, de goedgevulde barman noemt dat geringschattend Kinderbier – belooft Hans morgenochtend bij het Frühstück even langs te komen om een gravelroute samen te stellen. Echter, als we aan het buitengewoon rijk gedekte ontbijt zitten, schuift niet Hans aan, maar zijn zoon Florian. “Mijn vader is een echte wielrenner, die snapt dat offroad­rijden niet. Daarom doe ik het mountainbiken hier. En omdat veel gravelroutes deels mountainbikeroutes zijn, heb ik ook het gravelen op me genomen. Voor ons is het nog ontdekken of dat werkt. In ieder geval zien we dat steeds meer gasten een gravelbike meenemen.”

Hoewel gravelen in Tirol een relatief nieuw fenomeen is, schijnt de route die ons wordt geadviseerd al een echte classic te zijn. Althans, zo karakteriseert Florian de Engetal-Vilstalronde. “Met name het tweede stuk door het Natuurpark Vilstal is echt super”, vindt onze enthousiaste gastheer. Klinkt goed! Snel de gpx in de Garmin laden, vers water in de bidons, reepjes in de frametas en rollen maar.

Tannheimertal Tal

Florians route begint mooi, via smalle asfaltweggetjes en gravelpaden door glooiend, geelgespikkeld grasland. Dan, bij het plaatsje Grän, geeft de Garmin aan dat we naar het noorden moeten afbuigen, het Tannheimer Tal uit en het Engetal in. En plotseling rijden we over een smal fietspad pal langs een drukke provinciale weg. Hmm, dat was niet de bedoeling… Gelukkig worden we niet lang nadat we de Oostenrijks­-Duitse grens zijn overgestoken het bos ingestuurd en volgen we de loop van de Steinbacher Achen in de richting van de plaats Pfronten. Echt superlekker, zeker als de onverharde bosweg overgaat in een smal gravelpad, met een snelle opeenvolging van bochten en glooiingen. Dit is absoluut het gravelbike­equivalent van de flowtrails die mountainbikers zo in vervoering brengen. Woeha!

Graveldorado

Bij Pfronten buigen we linksaf en zetten koers naar het westen, het Vilstal in. Op de plek waar het asfalt stopt en het gravel begint, parkeren we onze fietsen op een leuk terras. Tijd voor Kaffee und Kuchen! Na een boost van cafeïne met koolhydraten is het altijd lekker fietsen. En al helemaal in het Vilstal. Florian heeft absoluut niet overdreven, dit dal is qua landschap echt next level. Bergkloven, meanderende riviertjes, weidse vergezichten, hier en daar boerderijen. Als je mij vraagt een landschap voor gravelbikers te ontwerpen, dan zou het er zo uitzien.

Aan het eind van het Vilstal, we zijn de grens dan alweer over, klimmen we via een kleine pas het Tannheimer Tal weer in en rollen we over de vlakke dalbodem naar Tannheim. Omdat we nog niet gegeten hebben, scoren we bij de plaatselijke supermarkt wat vers belegde broodjes, die we aan de achterkant van de plaatselijke Mariakapel lekker opsmikkelen.

Tannheimertal Tal

Als we later in het hotel Florian bedanken voor zijn geslaagde routetip, pakt Mark meteen even door. “Uhh… Florian, heb je ook iets met meer hoogtemeters? Ik heb morgen wel zin in een stevig potje klimmen!”

Pijn is fijn

De route die we van Florian krijgen loopt bijna geheel over gravel en omvat een kleine 900 hoogtemeters. Op zich goed te doen, denk je dan. Maar neem ook even mee dat de stijging vaker wel dan niet boven de 10 procent zit. En dat 15 procent ook geen uitzondering is. Lang verhaal kort: Mark krijgt niet alleen waarom hij gevraagd heeft, maar nog veel meer ook. En zo nu en dan te veel. En zo gebeurt het dat Mark in een uitzonderlijk steile sectie bijna volledig stilvalt, terwijl Sebastiaan schijnbaar moeiteloos verder klimt.

Tsja, drukke baan, in de winter toch te weinig kilometers gemaakt en bovendien aan de verkeerde kant van de vijftig, dan krijg je dat. Probeer dan maar eens bij een rijder als Sebastiaan in het wiel te blijven, die de helft jonger is en minstens twintig kilo minder hoeft mee te sjouwen. Iedere bergfietser weet: dát scheelt nogal, qua klimmen.

Tannheimertal Tal

Maar onder het motto ‘pijn is fijn’ komen we allemaal boven, bij de op iets meer dan 1.700 meter gelegen Gräner Ödenalpe. Tijd voor de beloning: een fraai uitzicht, een kop koffie en een bord pasta. Oeps! Als we het pad tussen de tweeduizenders Litnisschrofen en Krinnenspitze volgen en aan de andere kant van de bergkam een klein stukje afdalen naar de berghut, blijkt-ie dicht. We zijn te vroeg, de hut gaat pas met Pasen weer open. Nou ja, het uitzicht is wél open en dat is – zeker in combinatie met de meegenomen koeken – ook wat waard.

Hé gasten, welke route zullen we morgen gaan rijden?

Informatielinkjes:
https://www.tannheimertal.com/de
https://www.gravel.tirol/

Tannheimertal Tal