Mathieu van der Poel kreeg het zondagmiddag niet cadeau in Bogense, maar mocht rond 16:14 uur toch zijn armen in de lucht steken. Na afloop vertelde de 24-jarige renner dat er een flinke last van zijn schouders is gevallen. “Ik had geen superdag, maar het was zeker goed genoeg”, blikt hij terug.

Veel zelfvertrouwen

Na de eerste versnelling van Van der Poel lukte het Wout van Aert nog om terug te keren, maar op een tweede versnelling na een klein foutje van de Belg was de veer gebroken. Van der Poel reed weg, bouwde zijn voorsprong uit en kon in de slotronde zijn wereldtitel uitgebreid vieren. “Ik had veel vertrouwen. Ik heb natuurlijk een ongelooflijk seizoen achter de rug, maar het blijft een WK. Er valt nu toch wel een last van mijn schouders.”

“Na zo’n seizoen startte ik uiteraard met veel zelfvertrouwen. Ik had aan Wout van Aert aanvankelijk een taaie klant. Ik moest mentaal ook sterk zijn nadat hij was teruggekomen”, vertelt Van der Poel. “Ik had geen superdag, maar het was zeker goed genoeg.”

‘Mathieu verdiende winnaar’

De onttroonde kampioen Van Aert toont zich een sportieve verliezer. “Mathieu is de verdiende winnaar, zeker na zo’n seizoen”, geeft de drievoudig wereldkampioen toe. “Ons tactisch plan was om zo lang mogelijk bij Mathieu te blijven, er voor te zorgen dat hij niet meteen wegreed. Eerst dichtte ik nog een gaatje. Dat kostte veel kracht. Ik keerde wel terug bij Mathieu, maar op de schuine kant maakte ik een foutje. Dat kwam ongetwijfeld door vermoeidheid, want anders rijd je daar wel zonder problemen op.”

“Ik probeerde het daarna nog wel, maar Mathieu was heel sterk. Hij ging echt fel tekeer en ik kwam er niet meer bij. Dat is zo’n beetje het verhaal van het hele seizoen. Zilver was het hoogst haalbare.”