Pedala lezeres Astrid test het komende halfjaar een Sensa Emilia Comp, waar ze ook de Alpe d’HuZes mee gaat beklimmen. Deze week vertelt ze over haar training in Spanje, sportvoeding en de welbekende energiedip. 

Aan vliegen heb ik een echte hekel. Dan heb ik het niet over die kleine zwarte beestjes, maar over het je verplaatsen in een vliegtuig. Ik zet me er altijd maar overheen want anders kom je nergens, heb ik mezelf ingeprent. En zo hang ik al schrijvende met een beetje angstzweet in m’n handen nu ergens in de lucht tussen Alicante en Eindhoven. Op de terugweg van een paar heerlijke dagen zon, fietsen en relaxen. Even uitschakelen van een aantal maanden intensief werken en een mooi moment om in de bergen de fietsenbenen eens goed te testen. Een prima onderdeel voor één van de voorbereidingen op de Alpe d’HuZes! 

Helaas ging de Sensa Emilia comp niet mee. We hebben weliswaar van die handige fietsreistassen, maar geen hardcases en als ik af en toe die lompheid zie waarmee het luchthavenpersoneel met koffers smijt, dan acht ik de kans op beschadigingen wel erg groot. Om dat risico te mijden, hadden we ter plaatse fietsen gehuurd. Twee Merida Scultura 6000 werden stipt op het afgesproken tijdstip bij ons appartement afgeleverd en afgesteld op de vooraf opgegeven maten. De pedalen moesten we zelf meenemen, zodat er geen mismatch was met de klikpedalen van onze fietsschoenen. En het leek me ook een goed idee om m’n eigen zadel mee te nemen om zadelpijn te voorkomen. 

Benidorm en Calpe

Via internet hadden we een aantal gpx files geplukt en in de Garmin gezet voor prachtige routes in de omgeving van Benidorm en Calpe. Vanuit ons appartement in Villajoyosa konden we zo de prachtige Spaanse binnenlanden verkennen. Een heus walhalla voor racefietsers getuige ook de vele fietsers die we tegenkwamen, die ons inhaalden, maar ook die we (gelukkig) zelf ook af en toe konden inhalen. Effectief gezien hadden we vier volle fietsdagen die we mooi konden verdelen tussen 2 dagen lange routes fietsen en 2 lanterfantende uit-fietsdagen. Op  de eerste lange fietsdag eindigde de teller op 106 km en 2100 hoogtemeters en met de laatste had ik 150 km en 3000 hoogtemeters in de benen.

De gemiddelde hellingspercentages lagen hier zo rond de 5% over 10 km. De Alpe d’Huez klimt gemiddeld met 8% over 13 km, dat is wel weer andere koek!

Ik had me vooraf voorgenomen om mezelf niet in het rode te fietsen en iedere beklimming relaxed gedoseerd te nemen. Dat resulteerde in een minimale verzuring van de benen. Qua afstand is zes keer de Alpe d’Huez ook 143 km. Voor de rekenwonders onder ons: ja, 6x 13 km x 2 (naar boven en naar beneden) = 156 km, maar de laatste keer ga je niet meer naar beneden 😉 Dus het aantal kilometers blijf ik wel in het zadel, alleen nu het tempo nog. De gemiddelde hellingspercentages van de afgelopen dagen lagen zo rond de 5% over 10 km met uitschieters naar 10-11%. De Alpe d’Huez klimt gemiddeld met 8% over 13 km en dat is dan wel weer andere koek. Veel duurritten maken en wekelijks een interval training moet ik maar eens in gaan plannen en dan zou het misschien nog wat kunnen gaan worden. 

Een verschil met de Sensa is dat de Merida schijfremmen had. Dat was bij die steile afdalingen prettig remmen. Je hebt grotere remkracht en je hoeft niet zo hard te knijpen om goed te remmen. Verder was het verzet hetzelfde als bij de Sensa: 50-34 voor en 11-28 achter. Ik zit er over te denken om er toch een lichter verzet op te laten zetten om het mezelf straks in de Alpen wat makkelijker te maken. 

De juiste voeding 

Nu bracht het trainen in de Spaanse  bergen me ook dé uitgelezen mogelijkheid om de adviezen over “blijven eten” uit te proberen. Als in m’n vorige blog geschreven, ben ik daar nog wel mee aan het hannesen. Zo kan ik bijvoorbeeld lekker trainen – dat kan lang zijn, maar ook kort – fit & fris onder de douche uit komen en dan na een uur compleet een inzinking krijgen die dan vervolgens een aantal uren kan duren.

Ik zit bij een netwerkclub Twentse Dames Waaier genaamd onder leiding van ex prof veldrijder Maarten Nijland (oprichter en eigenaar van BikeChallenge) en triatlete Simone Hakenberg en bracht dit onderwerp ter sprake. Beiden als geen ander kenners en bij uitstek de aangewezen personen om advies te vragen. Duidelijk was dat je je energiedip voor moet blijven en daar hoef je eigenlijk geen ingewikkelde dingen voor te eten. Sterker nog: beter van niet en zeker niet te extreem experimenteren, want daar is je lijf niet tegen bestand, waardoor het het averechtste effect zal geven. 

Duidelijk was dat je je energiedip vóór moet blijven en daar hoef je eigenlijk geen ingewikkelde dingen voor te eten

De ochtend van de langste rit begon ik met 2 boterhammen met banaan. Vlak voordat ik op de fiets stapte, nam ik een long energy (drinkgel) die voldoende energie zou geven voor ca 1,5 uur. De fout die de meesten maken is dat je na je ontbijt niets meer neemt en dan pas na een uur of 1,5 uur fietsen weer wat eet. Zo hol je achter de feiten aan en blijf je op 85% van je energiebehoefte zitten. Nu vond ik persoonlijk – achteraf – dat hele pakje long energy te veel, want ik begon met een te volle maag òf ik had een half pakje moeten nemen òf ik had een boterham minder moeten nemen. De rest van de dag nam ik ieder uur iets te eten: halve energiereep (een hele vond ik te zwaar), een kleine banaan of een mueslireep en de hele dag door goed drinken: sportdrank afgewisseld met gewoon water.

We hadden één langere pauze ingelast tijdens de lunch waarbij mijn voorkeur uitging naar wat vaster voedsel. Ik kon het niet laten om toch te gaan voor een bocadillo tortilla con espinacas (broodje Spaanse omelet met spinazie), tja, je bent per slot van rekening ook nog eens op vakantie. Daarna heb je natuurlijk uren geen trek meer, maar toch legde ik mezelf op om ieder uur wat te blijven eten met als resultaat dat ik na 8 uur op de fiets te hebben gezeten niet als een wrak me ervan af liet storten.

Na de tocht eet ik kwark met honing en noten – een goede combi van eiwitten en koolhydraten voor een beter herstel

Het advies van Simone had ik ter harte genomen om meteen na de tocht kwark met honing en noten te eten – een goede combi van eiwitten en koolhydraten voor een beter herstel en ik moet zeggen dat mijn bekende inzinking uitbleef. Dit ga ik voor de komende ritten herhalen en dan hoop ik dat dit geen toevalstreffer was, maar de gouden formule om mijn energie op niveau te houden tijdens en na een trainingsrit!

Rugpijn

Had ik dan nergens last van? Tuurlijk wel! Ik had tijdens de lange klimmen last van m’n rug. Zodra ik dan weer even in de pedalen stond, was het weer weg. Dit herken ik wel van vorige ritten met lange beklimmingen erin, maar zodra ik naast de fiets sta, ben ik het alweer vergeten. Bolle of holle rug trekken, minder aan m’n pedalen trekken of duwen of ligt het toch aan de afstelling van de fiets. Dat moet ik de komende tijd maar eens ontdekken.

Ondertussen vraag ik de alleraardigste stewardess van RyanAir om een kopje groene thee. Ze verontschuldigt zich en geeft aan dat ze alleen zwarte thee hebben. Geen probleem, maar even later komt ze terug met een zakje groene thee die ze persoonlijk had meegenomen. Super, toch? De landing wordt ingezet en ik heb de vlucht weer overleefd.

Wordt vervolgd!