Velon is het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het verzamelen van data tijdens de grote koersen. Via een transponder onder het zadel worden live-gegevens als snelheid en hartslag verstuurd en vervolgens krijgen wij, de kijkers, die op ons scherm voorgeschoteld. Je hebt het vast wel eens gezien tijdens uitzendingen van de Tour de France. Ze maken ook die mooie filmpjes door onboard camera’s op de fietsen te zetten.

Met de verzamelde data kunnen ze hele leuke dingen doen. Zo vergeleken ze vd week hoe de profs het tijdens de 16e etappe van de Giro d’Italia hebben gedaan in vergelijking met amateurs. Die etappe ging over 222 kilometer en deed 3 grote cols aan, de Mortirolo, de Stelvio en de Umbrailpass. Velon had tijdens die rit trackers op Quintana, Landa en Kruijswijk. Ze vergelijken de klimtijden van deze toppers met de tijden van amateurs die tussen de 65 en 75 kilo wegen. Quintana weegt trouwens maar rond de 58 kilo….om zijn wattages een beetje in het juiste perspectief te plaatsen.

De Mortirolo & Umbrailpass

Het peloton beklom de Mortirolo vanaf de kant van Monno, 12,3 kilometer en gemiddeld 7,8%. Met een maximum van 16% in de laatste 3 kilometer. Landa en Kruijswijk zaten in de ontsnapping, terwijl Quintana in het peloton omhoog ging. Uit de data blijkt dat zelfs de sterkste amateurs niet in het peloton zouden kunnen blijven, ze verliezen 7 minuten in alleen deze klim! Vergeleken met de aanvallers is het verschil zelfs 9 minuten.

Een gemiddelde amateur doet er bijna 2x zo lang over om de top te bereiken als de profs. En dat terwijl die mannen er al 15 etappes op hadden zitten en diezelfde dag nog wat klimwerk voor de boeg hadden.

De Umbrailpas is 12,4 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 9%.  Dit was die dag de laatste klim en Quintana begon daar met aanvallen. Kruijswijk en Landa gingen hier juist iets langzamer. Je ziet in de illustratie hieronder dat Quintana zelfs na 180 kilometer en al twee zware klimmen in de benen maar liefst 8 minuten sneller de Umbrailpas oprijdt dan een hele goede (en frisse) amateur zou kunnen. Gemiddelde amateur zijn opnieuw maar half zo snel als de toppers.

Uit de data blijkt dat Quintana de magische 1500 hoogtemeters per uur zelfs is gepasseerd. Hij klom 1589 meter in 60 minuten, een uitzonderlijke prestatie….zelfs voor hem. Kruijswijk brak op deze klim, maar zou een goede amateur nog steeds 5 minuten klop gegeven hebben.

Andere verschillen tussen profs en amateurs

Niet alleen in klimcapaciteiten is het verschil tussen profs en amateurs immens. De Velondata laat ook goed zien dat profs zelfs wanneer ze erg vermoeid zijn nog steeds uitzonderlijke vermogens uit de benen weten te persen. Je ziet dat Kruijswijk alsnog 4 minuten lang 370 Watt weet te produceren, wow!


Wil je de profielen van de cols in een handige app op je smartphone? Kijk dan eens naar onze Klim App. Voor een klein bedrag heb je alle relevante informatie over de mooiste bergen in Europa altijd bij de hand.


Conclusie

Profs zijn zelfs wanneer ze al lang niet meer fris zijn nog steeds ontzettend veel sneller dan zelfs de beste amateurs. Zelfs de niet-klimmers die achterin de bus rijden zouden goede amateur-klimmers nog steeds moeiteloos lossen. Velon keek hier alleen nog maar naar de data van de 2 klimmen, als je de hele etappe zou bekijken, dan zou een gemiddelde amateur hier twee keer zo lang over doen als de profs deden. Respect!

Bron: www.velon.cc