Is de toekomst van de racer elektrisch? Trappen mogen we nog steeds, maar we vinden we steeds meer electronica bij de moderne racefiets. En dan hebben we het hier over de Di2 groep van Shimano, de Dura-Ace versie. Ondertussen toch al weer zo’n drie jaar op de markt. Tijdens introducties hebben we met een Di2 groep kunnen rijden -zie de foto van de Leopard-Trek fiets-, we hebben een aantal testfietsen met Di2 gehad en we hebben zelf ook de beschikking over een Di2 groep. Waarmee we ondertussen 10.000 kilometer hebben afgelegd.

Even terug in de tijd. In FIETS 8 van 2010 stond al een doorgetest van de Shimano Dura-Ace Di2 groep. En ondertussen hebben we al het een en ander op onze site geplaatst. Waaronder deze bijdrage van 19 mei 2010.
‘We kregen en krijgen regelmatig mailtjes van Shimano waarin gewag wordt gemaakt van ‘alweer een overwinning met Dura-Ace Di2′. Leuk natuurlijk en we geloven het ook wel. Maar wat heeft een normale fietser nu eigenlijk aan dit systeem? Om dat uit te zoeken rijden we regelmatig met een (test)fiets met dit systeem. En we hebben eind 2009 een groep kunnen monteren voor een lange duur test. Op een Giant TCR Advanced SL. Collega Bram van der Leij – zie de actiefoto hiernaast!- heeft de Giant onder zich en trapt de kilometers er mee weg. Hij meldde, zo’n vijf maanden later, het volgende:
‘Het grote voordeel is en blijft het nauwkeurige schakelen met een lichte druk op de knop. Ik heb echt het gevoel dat dit veiliger is dan ‘vroeger’. Dat wil zeggen: ik kijk eigenlijk nooit meer ‘naar beneden’ of dat de ketting ook werkelijk op het juiste kransje is gesprongen. Dat is gewoon zo, daar twijfel ik niet meer aan. Punt. Nadeel. Nou ja, luxe probleem: (overigens niet te serieus bedoelt, ik moet nog zoeken). Na RUIM 3.000 kilometer is de accu bij standje 2 aangekomen (knipperend groen lampje). Nog voldoende om veel kilometers te blijven rijden; alleen moet ik met schaamrood op de kaken toegeven dat ik nu al niet meer weet waar ik dat oplaadstationnetje heb gelaten in mijn overvolle schuur… Tja, als je zo weinig moet opladen… Pluspunt dus!
De lichte bediening houdt voor mij in dat ik zelfs met mijn één vinger kan schakelen als het nodig is, en de rest van mijn hand dus stevig om het stuur kan houden. Ook schakelen naar het grote blad, of een groter tandje, heeft niet meer zo’n grote uitwijking van mijn hand nodig. Ik voel me daar echt beter bij, zeker bij bijvoorbeeld een ritje als de Steven Rooks Classic over slechte wegen door de Voerstreek. Ook staand schakelen voelt beter, de secuurheid van het systeem geeft geen angst om op mijn bovenbuis te landen (door een overslaande ketting), maar ook weer: met ’4 vingers’ om mijn stuur en één op de schakelknop heb ik voldoende grip om mijn fiets in bedwang te houden.
Nadeel van elektrisch schakelen is dan toch de installatie: want als je een fiets koopt zonder te bedenken over de toekomst loop je dus tegen de problemen van een 2e bidonhouder aan. Ik heb ‘m erop gezet, en zo gaat het op zich wel in de ritjes die ik rijd. Ik ben alleen benieuwd hoe deze bidon blijft zitten in de 260 kilometer van Parijs Roubaix. Uberhaupt ben ik benieuwd hoe de onderdelengroep zich houdt tijdens die martelgang, maar ik ga er van uit dat hij dit probleemloos doorstaat. De profs rijden er ook al een tijdje mee, toch?’


En nu? 10.000 kilometer verder  ‘Ik heb er nog eens naar gekeken: helemaal geen vuiltje aan de lucht. Geen ‘aanslag’ op de hendels zelfs, waar anders nog wel eens slijtage plekken ontstonden.

Geen krasjes op derailleurs, nog altijd feilloze werking: èn nog nooit aan ook maar één schroefje gedraaid om die werking bij te stellen (zelfs met drie/vier verschillende sets wielen geen aanpassingen nodig gehad). Net voor de laatste vakantie voor de 3e keer opgeladen, en wederom zo gepiept. Als ik op een andere fiets stap, hunker ik snel naar de smalle, ranke DI2-hendels die voor mij echt lekkerder in de hand liggen. (nog nooit mee gevallen, zal allicht helpen om de werking feilloos te houden). Draadjes hangen er nog prima bij, maarrrrrrr als ik dan toch iets mag noemen: ga voor een geïntegreerd model.

Bij mij zijn de elektrakabeltjes langs de buis geplakt en dat is toch iets minder mooi dan geen kabeltjes. Ze zitten er echter nog prima en zonder beschadigingen. Één opmerking: de plakkertjes laten los’.

Conclusie: de Di2 heeft zich bewezen. Niet meer, niet minder. Bij ons, bij de profs, op de weg en in de cyclocross. Geen problemen, alles werkt wanneer het moet. Het hele ‘spul’ is niet goedkoop, maar zeker de moeite waard als je een topfiets wilt ( bouwen). Wat we ook al schreven: Di2 komt eigenlijk alleen tot zijn recht als je een frame gebruikt met binnendoor lopende kabels. Anders ‘hangt’ er maar van alles bij… Nadeel is dat 10-speed Dura-Ace Di2 niet compatible is met de nieuwe Ultegra Di2: de stekkers en kabels zijn anders, dunner ( n.b. we schrijven 10-speed Dura-Ace Di2 omdat aan het einde van het jaar Dura-Ace zeer waarschijnlijk transformeert van 10- naar 11-speed). Je kunt wel zaken als crankstel, remmen, ketting en cassettes uitwisselen. De Giant van Bram was ook afgemonteerd met deels Ultegra. Wil je anno 2011 een betaalbare ‘elektrische racer’, koop dan een fiets met Ultegra Di2. Die zijn er vanaf zo’n 2400 euro. Een losse Dura-Ace Di2 groep kost tussen de 1900 en 2500 euro… Een complete racer met Dura-Ace Di2 kost al snel 4000 euro. Binnenkort op deze site: de montage van een Ultegra Di2 groep. www.shimano.com