Wat is eigenlijk het verschil tussen fixie en singlespeed?
Singlespeed is een fiets met, inderdaad, één versnelling. Geen derailleurs dus, één tandwiel voor en één achter. Een singlespeed heeft in de regel een vrijloop, een mechanisme dat ervoor zorgt dat je al rijdend je benen stil kunt houden of zelfs achteruit kunt trappen. Zo’n singlespeed heeft dus gewone handremmen nodig. Ermee rijden is niet moeilijk, na even wennen zelfs gewoon leuk en als je al die klikjes en hendels ontwend bent heel relaxed. Als je niet kúnt schakelen, blijkt het vaak helemaal niet nodig! Trainen op de weg wordt als vanzelf intensief. Wind mee betekent immers een hoog beentempo, tegenwind is automatisch krachttraining. Mountainbiken is een uitdaging, snelheid houden wordt verheven tot kunst.

Fixie rijden is veel extremer. Een fixie is een bijzondere singlespeed. Je hebt ook een vast verzet, maar zonder vrijloop. Een doortrapper, net als je eerste kinderfietsje, of een baanfiets. Je kunt niet zomaar je benen stil houden, niet als je moe bent en ook niet in een bocht. Een fixie rijd je op straat. Mountainbiken met een vast verzet hebben we uitgeprobeerd en willen we niemand aanraden. Met een fixie rijden kost oefening, bochten moet je perfect inschatten en zelfs uitklikken om even een voet aan de grond te zetten is een hele toer! Doordat het achterwiel je benen volgt kan je ook remmen met je benen. Dat is echt moeilijk, vereist veel oefening en je remweg is op zijn best even lang als met een ouderwetse terugtraprem. Gelukkig staat er nergens dat je op je fixie geen handrem mág monteren. Het kan best al ben je meteen minder cool…

Je fiets ombouwen tot singlespeed is niet zo moeilijk. Het kan met een racefiets maar ook een fixed mountainbike rijdt heel leuk. Bovendien is het vaak de goedkoopste manier om je versleten fiets een nieuw leven te geven. Niet alleen de antieke sportfietsen die je bij Pristine tegenkomt zijn geschikt, iedere fiets kun je ombouwen. Sterker nog, met een modern apparaat ben je waarschijnlijk veel sneller klaar!

Voorbladen
We beginnen bij het crankstel, daar moet één tandwiel op. Meestal is de plek van het middenblad het handigst, voor- en achtertandwiel moeten zo goed mogelijk in één lijn staan. Bladbouten kan je afvijlen of je koopt kortere. Het handigst is het setje spacers dat Rohloff (www.rohloff.de) bij iedere versnellingsnaaf cadeau doet. Het beste zijn speciale singlespeed tandwielen. Die hebben hoge tanden zonder schakelhulpen en zijn dikker dan een 9-, 10-, of 11-speed voorblad. Daardoor zal de ketting minder snel van het blad lopen en gaat het blad ook nog langer mee. Een gewoon tandwiel kán ook, belangrijk is dat het mooi rond is. Dat klinkt raar, maar veel tandwielen zijn een fractie ovaal of staan iets uit het midden. Iets dat je niet merkt in combinatie met een derailleur maar voor een singlespeed gebruik je het best een perfect rond blad.

Het aantal tanden is altijd punt van discussie bij singlespeeds. Een goed uitgangspunt is je oude midden- of binnenblad; 32 tanden op een MTB en 39 op een wegfiets. Uiteraard beïnvloed je het verzet ook met het achtertandwiel. 15 tot 18 tanden zijn normaal en uitproberen loont. Ook antieke stalen bladen doen het goed! Zonder indexschakeling konden de tanden lekker hoog zijn, en met een brede 5-speed ketting was er ruimte genoeg voor dikke tanden. Koop je een nieuw voorblad, kies dan voor een oneven aantal tanden. De brede schakel van een ketting slijt minder dan het smalle deel dus een oneven aantal tanden slijt gelijkmatiger. Simpel maar doeltreffend, uitgedacht door Idworx (http://www.idworx-bikes.de/nl/informationen/parts-2011.php).

Black Spire (www.blackspire.com) staat bekend om zijn perfect ronde bladen en maakt ze in verschillende diktes. De dunste singlespeed tandwielen zijn downhill voorbladen, daar past een supersmalle 10-speed ketting op. Dikker is duurzamer, maar dan moet je ketting wel passen!

Ketting
De meeste singlespeed bladen zijn er in twee uitvoeringen, voor 3/32” en voor 1/8” kettingen.

3/32” kennen we als 8-speed, goed verkrijgbaar en heel goedkoop. Een echte baan- of BMX ketting is dikker, 1/8”. Daar past een dikker tandwiel in, dat is goed voor de duurzaamheid. Bovendien zijn 1/8” kettingen te combineren met een half-link. Zo’n halve schakel zorgt ervoor dat je je ketting met een klein stukje kunt inkorten, en wat daar het voordeel van is lees je verderop.

Wil je weinig uitgeven aan je singlespeed project, dan koop je voor 6 of 7 euro een simpele 3/32” ketting. Voor bovenmatige slijtage hoef je op een wegfiets niet bang te zijn, bouw je een MTB om dan kun je beter iets meer uitgeven voor een steviger ketting.

KMC maakt singlespeed kettingen van hoge kwaliteit. KMC (www.kmcchain.eu) maakt diverse SS categorieën. Speciaal is de X1 ketting, 3/32” en toch heel slijt- en rekvast. Heftige, 1/8” kettingen vind je bij de Track- en BMX-modellen. Speciaal is de HL710, een ketting uit alleen maar halve schakels. Zo is de slijtage perfect verdeeld, ook bij even aantallen tanden.

Fixie achtertandwiel
Tot zover zijn singlespeed en fixie gelijk, het grote verschil zit in het achterwiel. Een fixie heeft altijd een geschroefd tandwiel, en als je geen handrem gebruikt zet je dat tandwiel vast met een borgring. Fixed tandwielen zijn er in 1/8” en 3/32” dikte. De schroefdraad is redelijk standaard, hij werd vroeger gebruikt om het pignon op het achterwiel te schroeven. Alle moderne en veel oude naven hebben die 1,375”x24 draad. Een standaard baannaaf is te smal voor een gewoon frame, het hoort in een baanframe. Uiteraard kun je er een langere as in zetten, al zal je dan het wiel uit het midden moeten spaken voor een goede rechte kettinglijn. Heb je een klassiek Shimano LX, XT, 105 of Ultegra achterwiel, dan kun je de cassettebody met vrijloop vervangen door een Surly Fixxer (www.surlybikes.com). Daarop past dan weer een geschroefd tandwiel. Surly heeft ook prachtige tandwielen in 1/8” en 3/32” breedte, maar voor een paar euro haal je een simpel stalen exemplaar bij de fietsenmaker om de hoek.

Singlespeed achtertandwiel
Op zo’n naaf-met-schroefdraad kun je ook een freewheel schroeven om een singlespeed te maken. Dat is een soort pignon met één tandwiel. Ook hier moet je vaak in de weer met de as en de spaaknippels om alles netjes uitgelijnd te krijgen. Let wel op, echte baannaven zijn niet geschikt voor een vrijloop. Je kunt er wel een freewheel op monteren, maar de schroefdraad is eigenlijk te kort en zou kunnen afbreken. Freewheels zijn er in alle kwaliteiten, van extra sterk voor BMX gebruik tot heel goedkoop voor kinderfietsen. Voor zover wij weten zijn freewheels altijd 3/32” dik en past er vaak ook een 9-speed ketting op.

Een modern achterwiel met cassettebody laat zich veel makkelijker omtoveren. Een stapel cassettespacers met ergens daartussen een krans is genoeg om uit te zoeken welk verzet je wilt. Degelijker en duurzamer is een singlespeed tandwiel hoge 3/32” tanden. DMR(www.dmrbikes.com) heeft zelfs een complete kit te koop, bestaande uit een aantal spacers, een lockring en een singlespeedtandwiel. Die schuif je op de plek van de cassette en met de spacers zet je het tandwiel perfect in lijn met het voorblad. Makkelijker kan niet!

Het achterwiel
Zoals gezegd moet een fixie achterwiel schroefdraad hebben, al zijn veel Shimano-cassettenaven makkelijk om te bouwen met een Surly Fixxer (http://surlybikes.com/parts/fixxer). Voor een singlespeed met vrijloop kun je elk achterwiel gebruiken. Wel heb je een extra strakke snelspanner nodig (Shimano maakt erg goede!) om het achterwiel op zijn plek te houden. Lukt dat niet en schuift je wiel naar voren dan zul je de as moeten vervangen voor een langer exemplaar dat je kunt vastzetten met ouderwetse moeren. BMX- en baannaven hebben standaard een lange as met moeren.

Ketting spannen
Het grote issue bij iedere ombouwoperatie: hoe span ik de ketting? Bij een derailleurfiets wordt de ketting onder spanning gehouden door de achterderailleur en die verwijder je als eerste. Bovendien moet de ketting juist strakker staan om aflopen te voorkomen. Doordat de ketting niet op zijn plaats wordt gehouden door de derailleurs valt hij immers zó naast het tandwiel.

Oudere, stalen frames hebben vaak nog semihorizontale patten. Door het wiel naar achter te schuiven in deze lange schuine patten zet je de ketting strak. Meestal is de sleuf vrij kort zodat je de ketting precies op maat moet maken. (Semi)horizontale padden werken zowel voor singlespeed als voor fixies. Controleer na het spannen altijd of de remblokken nog goed staan! Helemaal mooi is een frame met naar achter geopende baanpatten. Daar passen vaak kettingspanners op wat het spannen en vervolgens recht zetten van het wiel makkelijker maakt.

Moderne frames hebben verticale dropouts, daarin kan je het wiel niet verschuiven. Voor een SS is  een kettingspanner die je op het derailleuroog monteert de eenvoudigste oplossing. Zo’n kettingspanner heb je met en zonder veer. Mét veer zoals die van Rohloff (http://www.rohloff.de/de/produkte/speedhub/kettenspanner/index.html) of de Surly Singleator (http://surlybikes.com/parts/singleator) is zelfstellend, da’s makkelijk, maar de ketting kan zodanig klapperen dat de ketting afloopt, zeker voor mountainbikes onaanvaardbaar. Een vaste kettingspanner zoals de DMR Simple Tension Seeker (www.dmrbikes.com) moet je af en toe bijstellen, maar zo blijft de ketting veel beter liggen.

Een fixie met zo’n losse kettingspanner is levensgevaarlijk omdat bij remmen alle kracht op de spanner komt te staan en die is daar niet op berekend!

Veel mooiere oplossingen zijn het Trickstuff Excentriker trapaslager en de White Industries ENO- naaf.

Het Excentriker (http://www.trickstuff.de/de/products/exzentriker_KL.php) werkt alleen in combinatie met HollowtechII-crankstellen, externe lagers voor een 24 millimeter as. Bovendien past het alleen in frames met een ouderwets draadbracket. Door de excentrische lagers te verdraaien verplaats je het crankstel maximaal 6 millimeter. In combinatie met een halve link is dat precies genoeg om de ketting te spannen. Zo zet je een excentrisch bracket in een gewone fiets en hoef je niet na elke spanbeurt je remmen bij te stellen.

De ENO (http://www.whiteind.com/rearhubs/singlespeedhubs.html) naaf is zo mogelijk nog bijzonderder. De as zit niet midden in de lagers, door hem te verdraaien, verplaats je de naaf en span je de ketting. Zolang je velgremmen gebruikt, is dit niet problematisch, de combinatie met een schijfrem is dat wel.

Bovenstaande is verre van volledig. Sterker nog, bij je eerste singlespeed project zul je zeker op problemen stuiten. Zie het als een uitdaging. Rijden op een singlespeed is niet makkelijk en het opbouwen hoeft dat ook niet te zijn. Heb je vragen dan kun je terecht op het Fiets forum (https://www.fiets.nl/forum/viewforum.php?f=20).

CODE:120532