Het is 03:15h als ik, helemaal vooraan en als allereerste van een enorme trein deelnemers, achter twee motoren de Alpe d’Huez afdaal richting Bourg d’Oisans. En het is 19:51h als ik, precies een kwartier voor binnenkomst van de bezemwagen, na 172 km en over 6500 hoogtemeters over de finishlijn rijd van de Alpe d’HuZes. De zesde en laatste keer op deze 6de Juni van 2019. Het is gelukt. Maar wat een dag. Wat een week.

Lang traject
Trainen voor de Alpe d’HuZes was een lang traject: Vanaf oktober hebben mijn vriendin Anna en ik in de sportschool gezwoegd, buiten gefietst zelfs in de sneeuw, op Zwift getraind en op onze calorie-inname gelet. Daarnaast hebben we van alles uit de kast gehaald om geld op te halen voor kankeronderzoek: 5000 euro voor een team van 2, dat bleek ook nog een spannende opgave. Maar uiteindelijk was die dag er toch: Dat we incheckten bij het appartementje vlak bij wat ze noemen ‘bocht 0’ van de Alpe d’Huez, boven in het skidorp. Onbedoeld op een strategische plek, want de afdaal-route bleek langs onze voordeur te gaan, waardoor we dankzij onze mannen steeds zeer efficiënt konden eten, omkleden, bidons vullen en doorgaan.

Tegen het advies van mijn coach in, besluit ik om de klim één keer te verkennen

Verkenning
We arriveren op maandag laat in de middag. Tegen het advies van mijn coach in (ik moet strikt rust houden) besluit ik om de klim één keer te verkennen. Het is prachtig weer en ik fiets op een lage hartslag de Alpe d‘Huez een keer op. Nu al is de sfeer van Alpe d’HuZes overall te bespeuren: mensen wandelen al vast in hun tenues de berg op, fietsen of moedigen aan, er worden vrolijke muziekjes gedraaid en de zon schijnt. Ik ben rustig. Wie had gedacht dat ik zo maar eventjes de Alpe op kon fietsen zonder stres, pijn of vermoeidheid. We gaan lunchen bij La Douce Montagne in Allemont en ik slaap die nacht prachtig.

In het dorp begint het event zich te ontplooien: ik had de schaal van grote behoorlijk onderschat. Wat een gigantische onderneming! Alleen al logistiek gezien ben ik diep onder de indruk wat er hier op poten wordt gezet. Sinds duidelijk is dat Anna en ik ter plekke zijn, stromen ook de donaties binnen. De woensdag gaat voorbij, en s’avonds maken we een voedingsplan: hoeveel koolhydraten moeten er binnen? Wat gaat er in de bidons en wat eten we bij de pauzes? De heren zijn behulpzaam en maken aantekeningen. Ik leg mijn kleding klaar en ga slapen met een onbestemd gevoel. Nu gebeurt het dus echt. De wekker staat op 02:45h.

Op en af
Eén ding moet ik meteen bekennen: ik heb het onderschat. Op en af, en af en toe door de pijn heen bijten, door trappen, dan is het zo voorbij, dacht ik. Ik had verwacht dat het een psychisch gevecht zou worden, maar ik had geen flauw benul hoe zoiets voelt. De zin die ik het vaakst tegen mezelf heb gezegd deze dag is: gewoon blijven trappen. Dat was vaak genoeg moeilijk, niet vanzelfsprekend. Maar ik had het beloofd. Aan al die kankerpatiënten die niet kunnen kiezen om uit te klikken en af te stappen tijdens hun ziekte. Aan al mijn donateurs. En aan mezelf, door er al die uren in te steken. Dus deed ik het maar.

De zin die ik het vaakst tegen mezelf heb gezegd deze dag is: gewoon blijven trappen

‘We dansen de zon op’
Ik heb een winterjack en beenstukken, een buff en winterhandschoenen aan. De afdaling in het donker is spannend: je ziet niet veel en 14 km is lang. Beneden in het dal moeten we even wachten tot we kunnen starten. Dan gaan we. In het donker. Ik heb het koud en trap lekker door. Wandelaars met verlichtte rugzakken, fietsers met verlichting en in iedere bocht de kaarsen voor zieke mensen of overleden dierbaren creëren een bijzondere sfeer. De bochten vliegen voorbij. Het wordt langzaam licht en ik moet denken aan het liedje van Diggy Dex: ‘…en we dansen de zon op, zodat het leven door kan gaan’. Boven is het mistig en ijskoud. Ik schiet over de finish en richting ons huisje, waar ik een boord pap krijg en een snauw dat ik niet genoeg drink. Snel weer naar beneden. Beneden is er bouillon en ik zeg beleefd nee tegen een meisje die me in een deken wil hullen. Ik wil door.

Totaal kapot
De tweede beklimming verloopt prima, ik trap nog steeds een aardig tempo en geniet van de sfeer. In elke bocht staan vrijwilligers die ons aanmoedigen en deelnemers geven elkaar complimenten. De befaamde bocht zeven begint te ontwaken met lekkere Nederlandse kroegmuziek, je krijgt stroopwafels, pannenkoeken en fruit. De derde beklimming wordt zwaar. Ik voel in elke bocht de pijn. Ik besef ineens dat dit nog maar de helft is. Ik ben moe en kapot.

Ik begin te rekenen en besef dat de tijd mijn vijand wordt in deze. De laatste startmogelijkheid is om 18:00h. Je mag finishen tot 20:00h. Boven druppelt de regen door de mist en mijn voeten zijn bevroren. Ik kom over de finish en ben total loss. Als ik afstap heb ik pijn. Ik wil zo graag slapen. Mijn vriendje föhnt mijn schoenen. Ik eet. Ik daal toch weer af. De vierde klim doe ik extreem rustig. Ik stop even om mijn winterkleding uit te doen als de zon begint te schijnen. Ik pak snoepjes aan van de meneer die tussen bocht 5 en vier keihard een nummer draait met de tekst ‘helemaal naar de klote’. Als ik boven kom voel ik me beter.

“Ik weet niet of ik nog een keer ga”
Alhoewel ik me beter voel, klim ik zeer langzaam. Dat merk ik ook aan de opmerkingen om me heen. “Lekker meid, in je eigen tempo” en “Wil je een Hermannetje?” (dat is Alped’HuZestaal voor een duwtje in de rug). Ik leg me er al rustig bij neer dat ik het maar 5 keer ga doen. Ook prima denk ik, je hebt alles gegeven. Na de vijfde beklimming kom ik boven om 17:23h.  Ik fiets langs mijn vriend die foto’s neemt in bocht 1: “Ik weet niet of ik nog een keer ga” roep ik, en even laten stuur ik een appje “zet alles maar buiten, ik daal meteen af”. Ik weet ineens dat ik het kan redden. Nu of nooit.

Ik leg me er al rustig bij neer dat ik het maar 5 keer ga doen. Ook prima denk ik, je hebt alles gegeven

De bezemwagen vier bochten voor
Ik daal, ik schiet door de start en hup, ik zit weer op de klim. Trappen. Nog één keer. Ik mag er 2 uur over doen. “Daar komt er nog een” roept een vrijwilliger in bocht 21. Veel van de helpers zijn al weg. Minder muziek, minder feest. Echt een laatste idioot die het nog af moet maken, denk ik bij mezelf. In de volgende bocht staat een man met een grijze baard. “We gaan het gewoon halen meid, gewoon halen!”. Ik hoop het zo. In bocht 8 komt een motor langs me rijden: “Gaat het? De bezemwagen zit 4 bochten achter je, maar je kan het redden hoor.” Ik denk: “Ok, als de bezemwagen me nu inhaalt heb ik de zesde klim tot bocht 8 gered”. Even verderop denk ik: “Ach, en als ze me komen halen, dan heb ik alles gegeven. Dan stuur ik een appje naar boven dat ik in de bezemwagen zit, dikke pech.”

Bocht zeven komt voorbij- hier hebben ze nog eten! Ik ben misselijk, maar prop het er toch in. Tussen bocht 5 en 4 is de man met de snoepjes en de boembox weg. Maar in bocht 4 staat een heuze vrijwilligers-haag die allemaal ‘Hermannetjes’ geven. Geen bezemwagen in zicht. Mijn coach stuurt me appjes die op mijn Wahoo verschijnen: “Uitzonderlijk sterk! Hou vol” Dat geeft me moed. In bocht 2 denk ik: Nu laten ze me toch uitfietsen? Maar de bezemwagen komt niet. Ik haal de finish. Woehoe. Op het tandvlees. Maar het is volbracht. Zes keer.

Trots en emoties
Er wordt me een ding duidelijk: voorafgaand heeft denk ik niemand geloofd dat ik dit ging redden. Niemand leek het bijzonder te vinden, er was weinig reactie. Hoe anders is dat nu: 10 prive-berichten op Instagram, 37 commentaren op Strava, talloze berichtjes op Whatsapp en Facebook. Het kan niet op. Er is 11.8 miljoen euro opgehaald door de bijna 5000 sporters en hun aanhang. Er waren zelfs 142 kinderen bij (waarvan een kleine meid van nog maar 4 jaar) en 142 buitenlandse deelnemers. Iedereen heeft op zijn manier een steentje bijgedragen en de sfeer en steun op de klim was de hele dag fantastisch. Ik voel me ineens, gewoon echt heel trots en blij. De wirwar aan emoties bij het zien van de spandoeken met spreuken van overleden mensen, de kaarsen en de naasten die ernaast gingen knielen maakt plaats voor een voldaan gevoel.

Of ik dit ooit nog een keer ga doen? Dat durf ik niet te zeggen. Maar dat het heel mooi en fantastisch was, dat is een ding dat zeker is. Voor wie de feiten wil bekijken, bestudeer gerust mijn Strava .