Wat hebben we genoten van de spectaculaire prestaties van Tom Dumoulin in de eerste week van de Vuelta! Hij liet de hele wereldpers versteld staan met zijn overwinning op de flanken van de Alto de Puig Llorenca tijdens de 9e etappe, waarmee hij alle toppers versloeg en de rode trui veroverde.

In de tweede week zagen we helaas dat Tom langzaam terrein ging verliezen. De afgelopen bergetappes gave steeds hetzelfde beeld: op de slotklim kwam Tom wat tekort en moest hij de andere toppers een half minuutje toegeven. Hierdoor is hij inmiddels gezakt naar de 4e plaats op 1:51 van Rodriguez.

Is de Vuelta toch een maatje te groot voor Tom of kan hij nog terugkomen? Hij is zelf altijd heel bescheiden geweest over zijn ambities. In alle interviews geeft hij aan dat hij zeker geen kandidaat voor de eindwinst is en zelfs een 6e plaats zou hij al mooi vinden. Maar Tom is natuurlijk ook heel intelligent, zowel in de koers als bij de interviews. Hij heeft groot gelijk om zichzelf tot underdog te verklaren als 24 jarige jongeling.

Maar wat kan Tom echt in de tijdrit van woensdag? Met de theorie van Het Geheim van Wielrennen hebben we wat sommen gemaakt op basis waarvan we concluderen dat Tom wel degelijk nog een goede kans heeft op de eindwinst! Wel gaat het zinderend spannend worden bij de tijdrit en de laatste etappes!

tijdrit vueltaParcours van de tijdrit
De tijdrit heeft een lengte van 38,7 km en kent een vrij vlak parcours rondom de stad Burgos. Dat ligt overigens op een hoogvlakte van 860 meter, waardoor de renners toch iets aan vermogen zullen inboeten door de ijlere lucht.

Onderweg moeten de renners nog een paar heuveltjes bedwingen tot een maximale hoogte van 995 meter, maar de finish is weer in Burgos op 860 meter.

Wat is het grote verschil tussen een tijdrit en een bergetappe?
Bij een tijdrit is de luchtweerstand de bepalende factor. Deze is onafhankelijk van het gewicht en evenredig met de snelheid tot de 3e macht. Een wat grotere en zwaardere renner zal meestal wat meer spiermassa en dus een wat hoger absoluut vermogen (in Watt) hebben dan een lichtgewicht. De zwaardere renner kan daarmee een hogere snelheid bereiken. Lichtgewichtklimmers komen dus vrijwel altijd te kort komen bij een tijdrit.

Bij een bergetappe is de klimweerstand de bepalende factor. Deze is recht evenredig met het gewicht. De snelheid die je in een bergetappe kunt bereiken wordt dus bepaald door je relatieve vermogen per kg lichaamsgewicht (Watt/kg). Klimmers zijn meestal lichtgewichten, die profiteren van het feit dat ze minder kilo’s naar boven hoeven te trappen. Hun relatieve vermogen in Watt/kg ligt relatief hoog omdat hun gewicht zo laag is.

Hoe groot is het vermogen van Tom Dumoulin en de andere toppers?
We hebben dat voor dit stukje ingeschat op basis van het feit dat alle toppers (Rodriuguez, Aru, Majka, Dumoulin en Chaves) in de bergetappes aan elkaar gewaagd zijn. Ze rijden met vrijwel dezelfde snelheid naar boven, waarbij dan in de laatste kilometer wat kleine verschillen ontstaan. Dat betekent dat alle toppers kennelijk vrijwel hetzelfde relatieve vermogen (in Watt/kg) zullen hebben.

We hebben berekend dat de relatieve ADV (Anaerobe Drempelvermogen in Watt/kg) van de 5 toppers momenteel in de buurt van de 6,2 Watt/kg ligt. Dit is iets minder dan de door ons berekenende maximale ‘schone’ menselijke grenswaarde van 6,4 Watt/kg

Om het absolute vermogen te berekenen dat de toppers in de tijdrit zullen kunnen trappen moeten we dit ADV vermenigvuldigen met het gewicht van de renners. Omdat Tom zwaarder is dan de anderen snap je meteen waarom hij naar verwachting bij de tijdrit winst zal boeken. We moeten vervolgens nog 2 correcties toepassen:

  1. Doordat de duur van de tijdrit klim korter is dan 1 uur kunnen de renners iets meer vermogen trappen dan overeenkomt met hun ADV (een factor 1,02).
  2. Door de ijlere lucht op de hoogvlakte wordt het zuurstofopnamevermogen en dus het vermogen iets lager (een factor 0,97)

In de onderstaande tabel hebben we met deze uitgangspunten van alle 5 toppers uitgerekend wat hun vermogen zal worden tijdens de tijdrit.

tijdrit gewicht vs vermogen

Je ziet onmiddellijk dat Tom verreweg het grootste vermogen zal kunnen trappen. Aru en Majka zullen volgens deze benadering aan elkaar gewaagd zijn en Rodriguez en Chaves zullen duidelijk te kort komen.

Hoeveel tijd gaat Tom winnen op de tijdrit?
De hierboven berekende vermogens hebben we gebruikt om met ons natuurkundig model te berekenen hoe snel de toppers de tijdrit zullen kunnen rijden. De resultaten staan hieronder:

tijdrit snelheid vs tijd

Volgens deze sommen gaat Tom dus bijna 2 minuten winnen op Aru en Majka, 3 minuten op Rodriguez en zelfs 4 minuten op Chaves! Dat betekent dat Aru en Tom waarschijnlijk tot de laatste dag zullen moeten strijden om de bonificatieseconden om te bepalen wie de Vuelta gaat winnen. De andere toppers zullen in deze tweestrijd geen rol van betekenis kunnen spelen.

Welke factoren hebben invloed op het resultaat?
Onze berekeningen zijn natuurlijk ‘maar theorie’. Welke factoren kunnen in de praktijk voor afwijkingen van de theorie zorgen?

  1. De vermoeidheid van de renners
    Dit is wel de belangrijkste factor. Wie heeft de inspanningen van 2,5 week Vuelta het best verteerd en wie zit er doorheen en kan het berekend vermogen niet meer trappen? In de Tour zagen we dat Froome in de laatste week duidelijk minder was.
  2. De mentale kracht van de renners
    Wie is in staat om op het moment suprême boven zichzelf uit te stijgen? Aru is een echte vechter die nooit opgeeft en Tom is een tijdrijder pur sang die wellicht nog een keer voor een verrassing kan zorgen.
  3. De vereenvoudigingen bij de berekening
    In de berekening hebben we voor alle toppers gerekend met een ADV van 6,2 Watt/kg. Gezien de verschillen in de bergen zal de ADV van Tom iets lager zijn dan die van de lichtgewicht klimmers (maar Tom heeft bij de openingstijdrit van de Tour zelfs 6,3 Watt/kg getrapt). We hebben ook voor alle renners dezelfde waarde voor de luchtweerstandsfactor cdA aangehouden (0,22 m2). Deze factor wordt vooral bepaald door de aerodynamische houding van de renner, maar kleinere renners zijn hier iets in het voordeel.
  4. De weersomstandigheden
    De haalbare snelheden en de werkelijke tijden worden verder ook bepaald door de weersomstandigheden, met name de temperatuur en vooral de wind. Hier zullen alle renners echter last van hebben, dus dit is minder bepalend voor de onderlinge verschillen.

Kortom, ondanks al onze mooie berekeningen zullen de renners zelf woensdag bepalen wat de uitslag wordt. Het zit er wel dik in dat het heel spannend gaat worden! We hopen dat Tom onze hooggespannen verwachtingen zal kunnen waarmaken!

Je kunt de invloed van alle factoren op je eigen tijdrit berekenen met onze calculatoren op www.hetgeheimvanwielrennen.nl. Daar kun je ook ons boek bestellen.

Hans van Dijk, Ron van Megen en Guido Vroemen