Wat is tijdrijden toch verschrikkelijk moeilijk. Hoewel het een gevecht is van man tegen man, moet bij jezelf wel alles kloppen om een perfecte rit neer te zetten. En dat deed het niet gisteravond tijdens het districtskampioenschap tijdrijden in Tiel.

Redacteur Edwin Driessen ziet zichzelf als het prototype van een anti-klimmer. Toch probeert hij met coach Adrie van Diemen van webtrainer.com zijn klimmerscapaciteiten te verbeteren. In januari tikte hij op de weegschaal 95,5 kilo aan. Eind deze zomer waagt hij zich aan twee cyclo’s, waaronder de Endura Alpentraum over 260 kilometer. Hij blogt over zijn ervaringen in Van Bakbeest tot Klimgeit.

Na een perfecte tijdrit hang je na afloop kapot over je stuur en heb je onderweg veel pijn geleden. Vorig jaar heb ik één keer zo’n tijdrit gereden en reed ik over ruim 25 kilometer praktisch net zo hard als over de 11 kilometer van gisteravond. In ogenschouw nemend dat ik dit jaar veel meer heb getraind, kan je stellen dat de prestatie van gisteravond teleurstellend was.

De eerste kilometer was snel. Misschien wel te snel, want ik kreeg mijn ademhaling niet onder controle. Buiten adem zijn is niet bevordelijk om snel te fietsen. Ik besloot daarom gas terug te nemen. Hoewel ik de ademhaling vrij snel weer onder controle had, ging ik niet harder rijden. Het zal wel de angst zijn om zo kapot te gaan dat je helemaal stilvalt. Ik had de hartslagfunctie onzichtbaar gemaakt op mijn computer. Achteraf had ik maar beter wel kunnen kijken, want ik blijk de eerste 7 minuten nauwelijks boven mijn omslagpunt gereden te hebben. Pas in het laatste 5 minuten kwam de hartslag er boven, maar toen was het te laat. Volgens de computer 43,1 gemiddeld over bijna 11 kilometer.  Op zich niet slecht, maar het kan dus harder.

De belangrijkste conclusie? Tijdrijden moet je vaker doen om jezelf goed te leren kennen. Volgende keer val ik liever voortijdig stil dan dat ik moet zeggen: ik had nog over!

Volg Edwin via Fiets.nlFacebookStrava of Twitter: @edwindriessen.