Vier maanden USA met de camper én de fiets 

Blog Ronald Jacobs

Een lang gekoesterde droom is begonnen. Vier maanden gaan mijn meisje Ingrid en ik door de westelijke staten van Amerika reizen. En als wij op reis gaan, hoort de fiets tot onze standaard bagage. Rodrick de Munnik, de hoofdredacteur van FIETS, vroeg of wij een blog bij willen houden om onze belevenissen met de lezers van FIETS te delen. Dat doen wij graag.

Alle begin is moeilijk

Met het vliegtuig naar de plaats van bestemming betekent één fiets meenemen. Dat kost een bak met geld, maar dan weet je tenminste dat je een fijne fiets bij je hebt. De keus welke fiets mee te nemen op deze reis is niet zo moeilijk. Met de mountainbike kun je zonder problemen ook op de weg fietsen, dus die verdwenen in de fietsdozen.

Op Schiphol moeten we de € 400,- voor het meenemen van de fietsen nog betalen. Vanaf dat moment start ‘Murphy’s Law’. De al wat oudere vrouw achter de betaalbalie van United maakt er een zooitje van. Het duurt in en uit, ze typt met één vinger en maakt zuchtend, kreunend en mopperend kenbaar dat ze niet met het computersysteem overweg kan. Zij is het prototype waar werkgevers aan denken als ze een 55-plussers in dienst willen nemen, of liever vooral niet in dienst gaan nemen. Als dan eindelijk de instapkaarten kreunend uit de printer rollen, heb ik een voorgevoel dat er iets niet klopt. En dat voorgevoel heeft gelijk. Ingrid is verworden tot Mevrouw Koster echtgenote van Jacobs en ze vliegt heel ergens anders heen. In onze computerwizard komt een excuus niet op. Er zijn ten slotte vandaag twee Jacobsen die vliegen. Wat mokkend komen er nieuwe boardingpasses. Probleem opgelost.

Naar Chicago vliegen is een makkie. We zitten goed en de bijna acht uur vliegen letterlijk om. Volgens onze informatie hebben we anderhalf uur om over te stappen. De rij bij ‘immigration’ is enorm en het gaat zoals altijd in de States tergend langzaam. Gelukkig klopt onze info niet en is er een uur meer tijd. Een opluchting, het lukt ons om langs emigration te komen, onze fietsen en bagage op te halen, ongeschonden langs de douane te glippen, de bagage weer in te leveren, met het railsysteem naar een andere vertrekhal te scheuren, door lange gangen te lopen en op tijd in het volgende vliegtuig te zitten. Al bijna op de startbaan, draait de piloot om. Te weinig brandstof om een stukje om te mogen vliegen langs wat slecht weer af. Dus terug naar de gate, wachten op een tankauto, tanken en een uur later staan we weer op de startbaan.

In Dallas / Fort Worth blijkt dat er een tas is achter gebleven. De man van United beloofd dat die naar het hotel wordt gebracht. Wij naar de shuttle. Na een half uurtje komt het busje van Holiday Inn. Met veel moeite passen de fietsdozen erin. Al onderweg komen we er achter dat we niet in de juiste bus zitten. Er gaat namelijk helemaal geen shuttle naar ‘onze’ Holiday Inn Express. Foutje van onze reisagent. Er wordt voor ons een taxi besteld. Moet een busje zijn, anders kunnen de fietsen niet mee. Drie kwartiertje later komt het busje voorrijden. Volgens mij hebben wij een taxichauffeur zonder rijbewijs getroffen. Hij bakt er niet veel van.

Duizelig van vermoeidheid komen we in het hotel aan. Toch moeten we nog een paar uurtjes doorbijten. Vanuit het hotel waar we nu zitten, gaat er namelijk helemaal geen transfer naar de camper verhuurder. Het is wel duidelijk, we zitten absoluut in het verkeerde hotel. Dus de nodige mails verstuurd om e.e.a. in gang te zetten. De contactpersoon van onze reisagent in Amerika doet namelijk ook niets, behalve adviezen geven die wij zelf ook hadden bedacht.

Diep in de nacht komt mijn tas aan. Weer een zorg minder.

Na de mails komt er een telefoontje van onze reisagent met de oplossing die we al in gang hebben gezet. Neem een taxi naar het juiste Holiday Inn, zorg dat je daar om 07.30 uur bent, dan haalt een shuttle je op en brengt naar de camperverhuurder. Overigens geeft onze contactpersoon bij Travelhome ruiterlijk toe dat zij de fout hebben gemaakt. Daar hou ik van. Gewoon toegeven als er iets mis gaat. En ik begrijp het eigenlijk ook nog wel een beetje. Er zijn vijf Holiday Inn’s Express met dezelfde naam. Na letterlijk twee uurtjes slaap kreunen we naar het ontbijt.

Na een typisch Amerikaans calorie rijk hotelontbijt staat stipt om 07.00 uur de taxi gereed. Na de pannenkoekjes met siroop, eieren, en havermout zitten we met een mega koffie op de highway. Na een kilometer of dertig komen we op tijd bij het transfer hotel aan. Daar komt een nieuwe taxi  die ons weer vijftig kilometer naar het verhuurbedrijf brengt.

Daar staat de camper klaar. We hebben via internet al onze gegevens al doorgegeven, dus het papierwerk gaat lekker snel. Ook de uitleg over alle aansluitingen en voorzieningen duurt niet al te lang. Twee winkelwagentjes vol beddengoed, kleerhangertjes, potten en pannen en andere spulletjes krijgen een plekje in het Recreational Vehicle of RV zoals de Amerikanen een camper noemen.

Achterop hangt een fiks fietsenrek waar we onze fietsen ophangen nadat ze in elkaar zijn gezet. De fietsdozen zet ik achter de winkel zoals opgedragen door de mevrouw die ons helpt.

Code Black

Volgende actie is naar de Walmart een keten van de mega supermarkten. Niet erg om naar binnen te gaan, want het lijkt erop dat het gaat regenen. We schokken bijna drie uurtjes door de winkel op zoek naar dingen om de koelkast en de voorraad kastjes te vullen. Als we nog even naar de diepvriesproducten willen, mag dat niet, we worden naar het midden van de winkel gedirigeerd. “Code zwart” wordt omgeroepen. Dat betekent dat er een tornado op komst is. Het wordt inderdaad pik zwart buiten. We horen donder en bliksem. Na een half uurtje is het voorbij. Tijd om af te rekenen. $ 350, dat halen we thuis niet iedere week.

Op het nieuws horen we dat er 650 huizen zijn verwoest en auto’s als speelgoed door de lucht zijn gevlogen. Er zijn geen doden gevallen, wel de nodige gewonden. Ja, we zijn in tornadogebied, dat is duidelijk. 

http://www.trouw.nl/tr/nl/4496/Buitenland/article/detail/3235541/2012/04/04/Tornado-s-richten-grote-schade-aan-in-Texas.dhtml

Ik rij nog even terug naar het verhuurbedrijf omdat ik zeker wil zijn dat ze mijn fietsdozen binnen hebben gezet. Dat hebben ze gedaan, wel heel erg binnen, in een vuilcontainer. Zwaar beschadigt en kletsnat haal ik ze daar weer uit. Over en maand of vier ga ik ze wel repareren. Nu maar niet te druk over maken.

Twintig kilometer naar het noorden ligt een aardig RV-park. Daar sluiten we voor de eerste keer de camper aan op een zogenoemde ‘full hook’. Dat betekent dat de RV wordt aangesloten op water, riool en elektra. Het wordt dan een echt klein huisje met satelliet TV, airco en magnetron. De overige apparaten werken ook zonder elektriciteitsnet. Een flinke koelkast en diepvries, warm en koud stromend water, licht zijn altijd paraat. Dat is toch geen kamperen meer. En dat is maar goed ook ….

Longhorns

Om te acclimatiseren gaan we als echte toeristen naar The Stockyards  samen met twee musea dé attractie van Forth Worth. Hier komt een stukje Amerikaanse geschiedenis tot leven. Een wijk waar de sfeer van ‘How the West was won’ is vastgehouden. Dat is althans de bedoeling, maar de gebouwen zijn verworden tot Hamburgertenten en wat te opdringerig uitgedoste winkeltjes met allerhande cowboy prulifinario.  Bijvoorbeeld een hele rij John Wayne attributen, cowboyhoeden en ander gedoe. De plaquettes in de grond moeten doen denken aan de walk of fame in Hollywood. In dit geval dan the Cowboy walk of fame.

Buiten drijft een groepje cowboys koeien met horens tot 1,8 meter spanwijdte, de Longhorns, door de straten. Die koeien weten precies wat er van ze wordt verwacht en ze schuifelen gedwee  tussen de paarden en maken hun tweemaal daagse rondje. De Amerikanen vinden het prachtig. Het is net te nep. Voor hen komen ‘the good old days’, weer tot leven. Toen kon je nog gewoon met een dikke colt op je heup door de wijk banjeren en her en der een outlaw neerknallen. Wij zijn geloof ik wat te nuchter voor dit soort vermaak. Wat mij betreft tijd voor de buitengebieden en de fiets.

We willen eindelijk de natuur in, dus zetten we koers naar The Hill Country, een heuvelachtig gebied ten westen van Austin (de hoofdstad Van Texas en de woonplaats van Lance Amstrong). Uit informatie op een fietssite blijkt dat er vanuit Fredericksburg een mooie tocht is te rijden. Dus niet gedraald en het kompas eerst maar eens richting zuiden gezet. Dan zeggen ze dat Texas leeg is. Nou niet op de Interstate (het hoofd snelwegennet) tussen Dallas en Austin, want het is flink druk. Zo af en toe zelfs een heuse file.

Zijn wij gewend op weg naar de bergen met hoge snelheid over de Duitse Autobahn te scheuren, dat laat je hier wel uit je nek. Niet alleen vanwege de lage toegestane maximum snelheid van ongeveer 110 km per uur en de dikke boetes bij overtreding. Nee veel meer de enorme dorst van onze ruim acht meter lange RV. Die drinkt zo’n liter per 4 of  hooguit 5 km.  Daar moet je in Nederland toch niet aan denken, iedere 5 km € 1,80 armer. Gelukkig kost de loodvrije plus benzine hier ‘maar’ € 0,75.

Bedankt voor die bloemen

Bij de Toeristeninformatie van Fredricksburg hebben ze een map vol fietsroutes. Die zijn ook te vinden op de site van CycleTexas. http://cycletexas.com/. Ik kies de Willow City Loop uit. Die gaat dwars door het gebied waar de prairies in bloei staan. http://cycletexas.com/routes/willow_loop.php

Eerst even de twee extra miles naar Fredericksburg, want daar is de start op de Marktplaz. Al snel draai ik een binnenweg op. Die gaat onophoudelijk op en neer en dat blijft de rest van de dag ook zo. Sommige klimmen zijn wat langer en pijnigen de jetlag-kuiten. Dat doet pijn, maar toch zit ik letterlijk te zingen op de fiets. De panorama’s worden steeds mooier. Het toch wat saaie Texaanse landschap tot nu toe, krijgt een totaal andere dimensie. De velden met paarse , rode, gele en witte veldbloemen zijn soms gewoon wat onwerkelijk. Dat weten de Amerikanen ook en die tref ik in behoorlijke aantallen. Per Harley, dikke auto of ander dingen met wielen en een motor. Fietsers none. Gek, want dit is nog wel de achtertuin van Lance Armstrong. En je weet hoe sterk die is geworden. Een goede reden om er een tandje bij te schakelen. Gekke term is dat eigenlijk een tandje bij schakelen, want in feite schakel je naar en tandwiel met minder tanden. Enfin, genoeg gezeverd.

De velden worden steeds uitbundiger. Wat wel raar is, is dat er overal borden staan met No Trespassing, verboden toegang dus.  Zelfs een strook zand is afgezet met borden No Parking. De reden ontgaat mij totaal. De stukken grond van de farmers zijn immens. Waarom is het dan erg dat er iemand drie meter op loopt. Geen idee, maar voor Texanen is andermans grond heilig. Om niet als eigenwijze Nederlander door de eerste beste Hill Billy met een schotgun naar de eeuwige jachtvelden geblazen te worden, blijf ik keurig op de weg.

De laatste tien mijl doen toch nog pijn en ik vind het niet erg om bij de camper op een stoeltje met een glaasje fris met een tevreden gevoel terug te denken aan 61 mijl (bijna 100 km) en op een haar na 1000 hoogtemeters.

 Wie georganiseerd naar de Hill Country zou willen kijkt op: http://www.usafietstours.com/fietstours_in_amerika/wildflowers/

GPS bestand Willow City loop 61 mijl