Het gevaar van een val ligt in de Tour altijd op de loer, zeker met de hoge snelheden die worden bereikt en de grote groep renners die tegelijkertijd voort dendert. Vaak is letsel helaas onafwendbaar. Het gebeurt allemaal in een fractie van een seconde. Maar soms kan een goede valtechniek wel degelijk helpen om ernstige blessures te voorkomen. Rollen is het toverwoord, en oefenen helpt.

Met de juiste valbeweging kan een fietser soms blessures voorkomen. De techniek die je gebruikt als met je fiets voorover slaat, is de judorol. Je steekt je armen uit (maar niet met de handen naar voren) en draait tijdens het vallen zijdelings weg. Zo ga je over één schouder rollen. Je draait je hand en onderarm naar binnen en op het moment dat je de grond raakt, begin je over je arm te rollen. Je kin houd je stevig tegen je borst en de rug bol. Het hoofd is helemaal naar binnen gebogen en zal de grond niet raken. Doe je het goed, dan kom je weer op je voeten terecht. De kunst is echter om van zo’n rol bij een val voorover een automatisme te maken, en dat kan alleen door veel te oefenen. Bij een judoschool bijvoorbeeld.
Een aantal valtechnieken is in beeld gebracht in Fiets 3-2006, pag. 12 (zie foto).
Een artikel over de angst voor vallen en dalen is verschenen in Fiets 2-2004, pag. 42.