We hebben in ons boek de invloed van vele factoren op de wielrenprestaties geanalyseerd. Hierbij hebben we de nadruk gelegd op de factoren waar aan ‘gerekend’ kan worden. Dat betekent dat we gekeken hebben naar die factoren waarvan:

1. wetenschappelijk bewezen is dat ze ook daadwerkelijk een significante invloed hebben op de prestatie bij wielrennen
2. we met een wiskundig model die invloed ook kunnen uitrekenen

Uiteraard kan niet alles kan op deze manier uitgerekend worden. Zo zijn er factoren waarvan de invloed wetenschappelijk niet of nog niet bewezen is. Dit geldt onder meer voor vrijwel alle voedingsproducten en supplementen, met de volgende uitzonderingen:

1. het stapelen van koolhydraten voor de race en de inname van koolhydraten tijdens de race
2. het gebruik van vitamines en mineralen indien men leidt aan specifieke deficiëntieziekten als bloedarmoede en Engelse ziekte

Ook zijn er factoren waarvan de invloed zo klein is dat het vrijwel onmogelijk is om die experimenteel aan te tonen, zoals de invloed van voedingssupplementen.

Tenslotte zijn er factoren waarvoor het lastig of onmogelijk is om ze met een wiskundig model te beschrijven, zoals de wedstrijdmentaliteit, het tactisch inzicht en de vorm van de dag.

De menselijke motor

In de bijgaande tabel geven we allereerst een overzicht van de factoren die we in deel II geanalyseerd hebben en die de menselijke motor bepalen.

gvw overzicht deel 2

Zoals wel te verwachten was, heeft talent de allergrootste invloed. Er zijn nu eenmaal mensen die als renner geboren worden en zonder noemenswaardige training 40 km/h kunnen rijden, terwijl dit voor de minder begaafden onder ons ook na jaren training een onbereikbare grens is. Na talent is leeftijd de belangrijkste factoren. Wedstrijden kennen daarom meestal een indeling naar leeftijdsklasse. Het goede nieuws is dat training de volgende factor van betekenis is, dus je kunt je door hard en goed te trainen flink vooruit gaan, zeker als je dit doet in combinatie met afvallen.

De invloed van de afstand is bekend en kan goed beschreven worden met de formule van Riegel, die zegt dat je snelheid gemiddeld met 5% afneemt bij een verdubbeling van de afstand of inspanningsduur. Deze factor is wel iets verschillend bij renners met een verschillend duurvermogen; bij sprinters is het percentage wat hoger en bij echte diesels is het wat lager.

De fietsprestatie

In de volgende tabel geven we een overzicht van de factoren die we in deel III geanalyseerd hebben en die de fietsprestatie bepalen.

gvw deel 3

Je ziet dat de wind de grootste invloed heeft op de haalbare snelheid. Je snelheid daalt met 61% van de windsnelheid als je wind tegen hebt! Ook verder is de luchtweerstand van zeer grote invloed, zeker op het vlakke. De grote invloed van de luchtweerstand is de verklaring voor vele bekende verschijnselen zoals de dominantie van het peloton, de toenemende kans van vluchtgroepjes met meerdere renners, het belang van aerodynamisch ontwerp van de fiets en een goede fietspositie, en de voordelen van hooggelegen banen voor aanvallen op het werelduurrecord. De tabel laat ook duidelijk zien dat deze voordelen in de bergen veel minder groot zijn. Het voordeel van hoogte verandert zelfs in een nadeel omdat je bij beklimmingen op hoogte veel nadeel hebt van de ijlere lucht.

Je ziet ook dat je bij beklimmingen moet zorgen dat je zo weinig mogelijk gewicht mee naar boven trapt. Dit geldt zowel voor je lichaamsgewicht als het gewicht van je fiets.

De rolweerstand en de mechanische weerstand van je fiets kun je verminderen door een goede keuze en onderhoud van banden, tandwielen, derailleur, ketting, naven en lagers en de keuze van verzet en trapfrequentie.

De vorm van de dag

In de volgende tabel geven we tenslotte de factoren die we in deel IV geanalyseerd hebben en die we de vorm van de dag genoemd hebben.

gvw alle invloedsfactoren

Hierbij staat doping bovenaan, want bloeddoping en EPO hebben (helaas) een zeer groot effect, zelfs duidelijk meer dan alle andere factoren. Dit verklaart wel hoe moeizaam de strijd tegen doping is en zal blijven. Voor alle duidelijkheid: Guido, Hans en Ron zijn absolute tegenstanders van doping! Een hoogtestage heeft bij velen een klein positief effect. Voeding, warm en koud weer hebben meestal maar een klein effect, tenzij de omstandigheden extreem zijn of je echt fouten maakt met kleding of voeding (waardoor je de man met hamer tegenkomt). De beste strategie is om je vermogen constant te houden, maar je tegenstanders en het parcours laten dat meestal niet toe. Met krachten smijten moet je altijd vermijden, probeer eerst het bordje van je tegenstander leeg te eten en spaar jezelf zo lang mogelijk.

Positieve en negatieve factoren

De factoren die een negatief effect op onze prestaties hebben zijn onder meer het ouder en zwaarder worden, en de weersomstandigheden, met name harde wind. De factoren die een positief effect op onze prestaties hebben zijn onder meer training, afvallen, een goede fietskeuze en het trainen van een aerodynamische fietspositie.

Uiteraard kunnen we onze leeftijd en ons geslacht niet veranderen in de zin dat we dan betere prestaties realiseren. We kunnen wel proberen om de positieve factoren zoveel mogelijk uit te nutten door bijvoorbeeld training en hoogte stage. De negatieve effecten van het parcours en het weer kunnen we niet vermijden, maar we kunnen de gevolgen wel uitrekenen en daardoor beter begrijpen met de calculators op www.hetgeheimvanwielrennen.nl en op die manier onze werkelijk gerealiseerde ADV en onze prestatie-index bepalen. Je krijgt via de calculatoren ook een voor de omstandigheden geschoond resultaat en daarmee een betere maat voor de werkelijk geleverde prestatie.

Je kunt het effect van alle aspecten op je eigen prestaties berekenen met onze calculators op www.hetgeheimvanwielrennen.nl. Daar kun je ook ons boek bestellen. Het is ook verkrijgbaar als ebook.

Hans van Dijk, Ron van Megen en Guido Vroemen