Je hebt de juiste maat racefiets, je doet heel hard je best, maar bochten kom je niet lekker door. En ook het klimmen en dalen op de mountainbike voelt niet zoals het hoort. Denk dan eens aan je zithouding op de fiets. Die is van grotere invloed op het stuurgedrag dan je denkt.

Fabrikanten van racefietsen en mountainbikes denken hard na over de geometrie van hun fietsen. Sommige maten zijn merkspecifiek, maar heel grote verschillen laten de merken onderling niet meer zien. De belangrijkste reden daarvoor is dat de beste geometrie na ongeveer honderd jaar proberen wel bekend is. Zo is de zitbuishoek bij racefietsen én mountainbikes ongeveer 73º, plus of min een graad. Daarbij kun je dan kiezen uit zadelpennen met een rechte kop, of een versprongen kop. De eerste wordt vooral op mountainbikes toegepast, de zadelpen met versprongen kop vind je op de racefiets.
Vervolgens kun je een zadel monteren waarbij je de rails kunt gebruiken om het zadel van voor naar achter minstens vijf centimeter te verschuiven. Waar een framefabrikant moeite doet om op de halve graad nauwkeurig de zadelpenbuis te monteren, kun je deze zelf virtueel ongeveer vijf graden om zeep helpen. 73º wordt zo een vlakke 68º of een zeer steile 78º. Met een andere stuurpen zit je zelf nog wel goed, afgezien van het feit of je nog wel ideaal kracht kunt leveren. De positie van de rijder tussen de wielen is echter volledig anders en daarmee ook de gewichtsverdeling.

Fabrikanten van racefietsen en mountainbikes denken hard na over de geometrie van hun fietsen. Sommige maten zijn merkspecifiek, maar heel grote verschillen laten de merken onderling niet meer zien. De belangrijkste reden daarvoor is dat de beste geometrie na ongeveer honderd jaar proberen wel bekend is. Zo is de zitbuishoek bij racefietsen én mountainbikes ongeveer 73º, plus of min een graad. Daarbij kun je dan kiezen uit zadelpennen met een rechte kop, of een versprongen kop. De eerste wordt vooral op mountainbikes toegepast, de zadelpen met versprongen kop vind je op de racefiets.
Vervolgens kun je een zadel monteren waarbij je de rails kunt gebruiken om het zadel van voor naar achter minstens vijf centimeter te verschuiven. Waar een framefabrikant moeite doet om op de halve graad nauwkeurig de zadelpenbuis te monteren, kun je deze zelf virtueel ongeveer vijf graden om zeep helpen. 73º wordt zo een vlakke 68º of een zeer steile 78º. Met een andere stuurpen zit je zelf nog wel goed, afgezien van het feit of je nog wel ideaal kracht kunt leveren. De positie van de rijder tussen de wielen is echter volledig anders en daarmee ook de gewichtsverdeling.

Zit je goed op de fiets, dan merk je dat sturen al een stuk beter gaat. Maar je zult ook met je gewicht moeten spelen om harder of scherper een bocht door te komen. In principe wil je meer druk op je voorwiel dan op het rechte stuk. Vlak voor de bocht schuif je daarom een paar centimeter naar voren op je zadel. Dit kun je doen door je aan het stuur op te trekken. Of je verplaatst je gewicht door sterk voorover te buigen. Met je zadel ver naar achter wordt deze gewichtsverplaatsing moeilijk, je moet bijna uit je zadel komen. Om verder goed een bocht te ronden kun je het beste je buitenste been omlaag drukken op het pedaal, je binnenste heup de bocht induwen en kijken naar waar je naar toe wilt.

Ook met klimmen en dalen – en dan vooral bij het extremere werk op de mountainbike – is de positie van het zadel van grote invloed. Steil omhoog moet je vaak op het puntje van het zadel gaan zitten om te zorgen dat je voorwiel niet omhoog komt. Zelfs op de racefiets speelt dit probleem af en toe. Staat je zadel te ver naar achter, dan word je gedwongen je zadel als steunpunt te verlaten. Je zadel ver naar voren zou voor klimmen nog wel voordelen hebben. Naar beneden toe kan het echter al snel in de weg zitten in dat geval. Zelfs bij een beetje naar achter hangen zit je al achter je zadel. Zo beweeg je niet vrij meer van links naar rechts. Zeker bij minder steile hellingen is het beter om je fiets staand te kunnen sturen met het zadel tussen je benen. Net als de rijder is het belangrijk dat het zadel dan in een neutrale – gemiddelde – positie staat.