De volgende vraag werd ingestuurd: ‘Ik heb vorig jaar flink geïnvesteerd in een nieuwe fiets, inclusief een fietsmeting. Op papier klopt alles, maar ik fiets er niet lekker op. Ik heb al van alles versteld. Kan het een mentaal issue zijn?’
Tekst: Martijn Veltkamp
Als wielrenner raak je vervlochten met je fiets, en het is dan ook niet vreemd dat we het zo ontzettend veel over het materiaal hebben. Wat de ideale fiets is? Dat is een bijna onmogelijke vraag om te beantwoorden, juist omdat de ervaren kwaliteit ervan niet alleen technologisch en aerodynamisch maar ook psychologisch tot stand komt. Op professioneel niveau bestaan er eigenlijk alleen maar goede fietsen, maar tegelijkertijd hebben coureurs vaak een sterke voorkeur voor specifieke merken.
Zodanig zelfs dat volgens de Vlaamse wieleranalist José De Cauwer er nog steeds wielrenners zijn die het fietsmerk medebepalend laten zijn om voor een team te willen rijden. Toch kun je je ook onder de profs afvragen of die voorkeur te maken heeft met de eigenschappen van de fiets zelf, of dat ze misschien vooral aan een merk blijven hangen, omdat ze daar fantastische overwinningen op behaald hebben, en het merk associëren met hun eerdere succes.
Fietspositie
In antwoord op je vraag weet ik zeker dat je ervaringen met de nieuwe fiets absoluut mede bepaald worden door je brein. Voordat ik daar wat dieper op inga, eerst even een kanttekening wat betreft de fi etsmeting. Zo’n meting is heel waardevol en kan veel invloed hebben op je ervaringen op de weg. Maar wees daarbij wel duidelijk over je doel op het moment dat je zo’n meting laat doen.
Als comfort voorop staat omdat je puur recreatief lange afstanden wilt rijden, dan kan dat tot andere uitkomsten leiden dan wanneer je vooral een verbeterslag op het gebied van aerodynamica en snelheid wilt maken met het oog op wedstrijden. Als je bij de overgang naar een nieuwe fiets tegelijkertijd ook wisselt van positie, dan kan dát een verklaring zijn voor het gevoel dat je minder ‘lekker’ fietst, in plaats van de fietswisseling op zich.
Emotionele band
Een psychologische reden waardoor je op je nieuwe fiets minder prettig koerst, komt juist doordát je vervlochten kunt raken met je stalen ros. Die nieuwe fiets is fantastisch en jou op het lijf geschreven, maar ondertussen moet je ook afstand nemen van een vertrouwde kameraad. Wetenschappelijk onderzoek liet zien dat sporters een emotionele band opbouwen met het materiaal dat ze gebruiken. En laat dat onderzoek nu specifiek onder wielrenners uitgevoerd zijn!
Hoe meer fijne herinneringen je hebt aan tochten, fietsvakanties en wedstrijden die je op deze fiets maakte, hoe sterker de emotionele band, en des te moeilijker het is om er afstand van te nemen. Dat je je verheugde op die nieuwe fiets maakt die band met de oude niet minder. Het klinkt misschien wat overdreven, alsof je afstand moet doen van een van je ledematen, maar voor veel coureurs is hun racemachine nu eenmaal belangrijk. Neem dus eerst met volle overtuiging afscheid van je oude fiets, een mooie laatste tocht, zodat je in je hoofd niet meer steeds je nieuwe fiets (waar je nog geen band mee hebt opgebouwd) vergelijkt met de oude.

Bovendien kan een nieuwe koersfiets werken als een zogeheten scapegoat. Die kans is vooral groot als je je nieuwe fiets voor het eerst in gebruik neemt aan de start van het seizoen of een ander moment waarop je vorm minder is. Op zulke momenten rijd je sowieso al niet lekker. Je baalt van je eigen prestaties, en hebt misschien ergens een bijna magische gedachte dat een nieuwe fiets je problemen wel oplost, alsof je er vanzelf sneller door gaat en minder hoeft te werken. Wat in de context van je vraag vooral belangrijk is, is dat als je prestaties tegenvallen, je automatisch gaat zoeken naar verklaringen daarvoor.
En het is algemeen bekend dat we daarbij het liefst zoeken naar verklaringen buiten onszelf. Denk aan de tijdrijder die een slechte tijdrit meteen na de finish al wijt aan de nieuwe tijdritfiets. Dat is natuurlijk niet onmogelijk, maar het is toch vooral wel fijn om de oorzaak van je slechte prestaties buiten jezelf te leggen. Als je op een nieuwe fiets gaat rijden wanneer je conditie nog niet op peil is, is de kans daarom groot dat je je tegenvallende prestaties toe gaat schrijven aan die nieuwe fiets, in plaats van je eigen gebrek aan training, want dat laatste voelt vervelender. Wees dus eerlijk over de redenen waarom het niet lekker gaat.
Onzeker
Ten slotte kan de overstap naar een nieuwe fiets je meer onzeker maken. Op papier lijkt het allemaal fantastisch en kijk je uit naar de aanwinst. Maar bij veel renners is twijfel nooit ver weg: hoe zal het gaan? Is het de investering wel waard? Had ik toch niet beter…? Als je merkt dat ook jij dit soort twijfels had, dan is de kans groot dat niet je nieuwe koersfiets, maar juist die twijfels die je daarbij hebt, je ervaring en prestaties beïnvloeden.
Het is keer op keer bewezen dat onzekerheid gekoppeld is aan slechtere prestaties. Wat dan helpt is om die twijfels te erkennen, en los te koppelen van je nieuwe materiaal: het zijn immers jouw twijfels, niet die van je fiets. Dat zal je koersplezier verhogen, en zo ben je klaar om vele nieuwe ervaringen op te bouwen met je nieuwe kameraad!