De volgende vraag werd ingestuurd: ‘Geregeld begint het tijdens tochten en trainingen te regenen en raak ik volledig doorweekt. Ik word daar zo chagrijnig van want niks lukt meer, ik voel alleen maar water en kou. Wat kan helpen?’

Tekst: Martijn Veltkamp

Ik hoop voor je dat je het dit jaar wat beter zult treffen, want in 2024 ben je met een van de natste jaren ooit gemeten ongetwijfeld vaak verregend thuisgekomen. Dat je die neerslag vervelend vindt, is natuurlijk niet zo gek, er zijn er niet veel die daar bijzonder van genieten. De regendruppels in je gezicht, de soppende schoenen bij elke trap die je doet, de modder die opspat, tot je de zandkorrels in je mond voelt knarsen. Een plezier is dat niet. Uit onderzoeken blijkt dan ook keer op keer dat dit soort hondenweer de meeste sporters in een negatievere stemming brengt.

Toch heeft niet iedere renner evenveel last van de regen. Het weer zelf, daar verander je niets aan, maar wat je wél kunt leren, is om de neerslag wel op je lijf, maar niet in je hoofd te laten komen. En daar zijn twee manieren voor: of je pakt het probleem aan, of je gaat aan de slag met je gevoel en negatieve gedachten. Misschien klinkt het wat vreemd om in de context van een fikse regenbui voor te stellen om het probleem aan te pakken, want die bui maak je niet ongedaan.

Mentaal op voorbereiden

Maar dat is niet helemaal waar. Juist de gedachte dat als het regent, je daar niets aan kunt doen, dat je het lijdzaam moet ondergaan, zorgt voor negatieve gevoelens en slechtere prestaties. In wezen is dat namelijk een gevoel van hulpeloosheid. Om de controle terug te nemen helpt het om niet te focussen op wat je niet veranderen kunt (de neerslag) maar op wat je wél kunt doen, namelijk maatregelen nemen om zo min mogelijk hinder te ondervinden van de weersomstandigheden. Dat wil zeggen: sporters laten zich minder negatief beïnvloeden door rotweer als ze er mentaal op voorbereid zijn. Check dus voor je vertrekt goed de buienradar om te weten wat je kunt verwachten. In plaats van dat regen je overkomt, kies je er gevoelsmatig dan in zekere zin voor. En dat maakt het psychologisch minder vervelend.

Een andere (logische) manier om ervoor te zorgen dat de nattigheid minder invloed op je heeft, is door de juiste kleding aan te schaffen. De impact van goede kleding bij regen mag je ook mentaal niet onderschatten. Ook hier geldt natuurlijk weer dat je goed de weersvoorspellingen checkt, want fantastische regenkleding die je thuis hebt laten liggen is weinig effectief.

Positief denken

De tweede manier om ervoor te zorgen dat het weer minder in je hoofd gaat zitten en je prestaties en fietsplezier beïnvloedt, is om de negatieve gedachten en de chagrijnigheid die het bij je oproept om te buigen. Dit kan bijvoorbeeld door te leren accepteren dat de regen er nu eenmaal is, en dat het jouw taak van dat moment, koersen, verder niet beïnvloedt. Juist regen heeft de neiging onze (negatieve) aandacht op te eisen: we voelen non-stop de druppels vallen, je voelt je kleding langzamerhand natter worden, enzovoort. En alles wat we aandacht geven, groeit, zoals men dan zegt.

Oftewel, door de aandacht op de nattigheid te richten, versterk je eigenlijk je negatieve gevoelens daarbij. Probeer daarom als het regent focusoefeningen te doen. Breng je aandacht steeds weer terug naar iets anders dan het weer; je cadans bijvoorbeeld, of je ademhaling.

Misschien nog wel krachtiger dan het accepteren van de weersomstandigheden is om ze als iets positiefs te leren zien. Dit zie je bij sommige beroepscoureurs ook. Het is niet zozeer dat iemand als Mathieu van der Poel goed in de regen kan rijden omdat hij daar zo van geniet. Maar hij heeft wél geleerd dat slechte weersomstandigheden voor hem een voordeel kunnen zijn. En hij kan er dus extra kracht uit putten als het snertweer is, in de wetenschap dat de kans op een korte uitslag puur door de omstandigheden al toeneemt. Deze positieve gedachten hoeven niet betrekking te hebben op de prestatie zelf, maar kunnen ook gaan over wat het over jou zegt dat je in weer en wind blijft trainen.

Op een windstille, milde zomerdag kan iedereen fietsen, maar het vergt doorzettingsvermogen om dat ook te doen als het er wat minder aangenaam uitziet buiten. Probeer de neerslag dus te zien als een uitdaging, als iets waarmee je jezelf kunt bewijzen dat je door kan zetten. Of misschien zelfs kun je leren het rotweer te zien als de basis van een heroïsche tocht. Want laten we wel wezen: zijn het achteraf meestal niet juist de tochten door gure omstandigheden die ons het meeste bijblijven, en waar we het meest trots op zijn?